De thuisnederlaag tegen AAC werd door de rugbyers van DSR-C als zeer teleurstellend ervaren. AAC is een regelrechte concurrent in de strijd tegen degradatie uit de ereklasse.
Op het voormalige ‘bouwkundeveld’ brachten zondagmiddag twee benutte penaltykicks de ruststand 3-3 op het scorebord. “In die eerste helft konden we de meeste druk op hun zetten”, vertelt Ward Italianer, die net als een andere belangrijke steunpilaar Evert Willeumier na een langdurige blessure zondag weer speelklaar was. “Aan de opstelling heeft het zeker niet gelegen”, aldus de eerste, “al misten we wel onze geblesseerde prop Leo de la Chambre.” Italianer betreurt het dat zijn team voor de rust drie goede kansen op een try liet liggen. “Na de pauze werd het een stuk rommeliger, ons samenspel liep veel minder goed.” Omdat AAC in die periode twee tries scoorde, inclusief een rake conversie, tegen DSR-C één, ging de winst met 8-15 naar de Amsterdammers.
Minder teleurgesteld, maar niet geheel tevreden, waren de dames van Thor, na de uitwedstrijd tegen Eemland. Jazeker, er werd gewonnen, maar de Delftse rugbysters hadden eigenlijk op een hogere uitslag gerekend dan 36-8, vertelt routinier Pien Selbeck. “Thuis wonnen we nog met 96-0, maar goed: we hebben gewonnen en ook een bonuspunt gehaald. We spelen beter tegen de betere teams.” Dat laatste komt goed uit, want komende zondag staat de thuiswedstrijd tegen RUS gepland, waarna in Amsterdam moet worden aangetreden tegen AAC. Beide ploegen zijn de twee grootste concurrenten op weg naar een mogelijk nieuwe landstitel. De heren van Thor doen het intussen ook niet slecht. Na wat magere jaren in de derde klasse, staat het studententeam nu bovenaan in de vierde klasse. In Middelburg werd het arme EZRC Oemoemenoe met 94-12 overlopen. Afdelingsgenoot en bescheiden middenmoter Sanctus Virgiel kwam zondag vanwege afgelasting niet in actie.
De beste sabel- en degenschermers van Delft Fencing Club (DFC) trokken afgelopen weekend naar respectievelijk Amsterdam en het Belgische Sint-Niklaas. In die laatste plaats kwamen Noud Werter, Boudewijn Wisse en Koen van den Boogaart goed door de voorronden van het internationaal degentoernooi om de Trofee van de stad Sint-Niklaas, maar geen van hen haalde de laatste 32. Op het eveneens internationale Sista-Ranatoernooi te Amsterdam werden de sabreurs Teun Plantinga en Nico Speelman pas gestuit in de achtste finales. Zij waren de best presterende Nederlanders. Clubgenoot Rik Adema werd 25ste. De jeugdige Jiri ten Cate werd uitgeschakeld in de voorrondes.
Bij de clubkampioenschappen van zwemvereniging Wave, vorige week dinsdag in het Kerkpolderbad, werden in diverse klassen en op verschillende afstanden tientallen nieuwe clubkampioenen gehuldigd. In de categorie A werden Gerdien de Jong, Mo Liems en Joana Carneiro zelfs dubbel clubkampioen. Net als de overige winnaars ontvingen zij geen ‘suffe medailles of lelijke bekers’, maar ‘handige pollepels en spatels’.
Dioxine, kwik en pcb’s. Zeer giftige en moeilijk afbreekbare stoffen die je waarschijnlijk liever niet op je bord hebt liggen. Toch vind je ze terug, in de vis. Onderwaterfotograaf Joanna Bouma is verontrust: “Er zijn mensen in Japan die aan kwikvergiftiging lijden. Het centrale zenuwstelsel kan worden aangetast, neurologische aandoeningen kunnen opduiken en er is ook een verhoogd risico op kanker. In Japan is er sprake van een kankerexplosie. Dit allemaal door het eten van vis.”
Bouma heeft jarenlang over de oceanen gezeild. “Vis is goed voor je gezondheid, maar de vissen die nu nog rondzwemmen, zitten vol met chemicaliën”, vertelt Bouma. Voor Bouma reden genoeg om te stoppen met het eten van vis. Vis speelt volgens Bouma een heel grote rol in klimaatverandering. Vissen zijn belangrijk voor de gezondheid van de oceaan en dus voor de hele planeet. Zeventig procent van de lucht die we inademen, komt van de oceaan. “Neem de bosbranden in Australië en de orkaan Katrina. De oceaan is de meest belangrijke factor voor het weer, het klimaat en de regenval. Verstoor je de oceaan? Dan verstoor je het hele klimaat. Op dit moment zijn we vier vijfde van de wereld aan het verwoesten”, zegt Bouma.
Ze doelt daarbij op de vele gevaren voor vissen. Ze worden bedreigd door plastic, chemicaliën, klimaatverandering, schepen en toeristen. Duikers en zwemmers verstoren de rust. Maar een kleine greep uit de vele voorbeelden die Bouma haar toehoorders voorschotelt. Het resultaat van al deze gevaren is hetzelfde: dode vis. Maar de grootste vijand van vissen blijft toch de visserij. “De vis is deel van één groot ecosysteem. Als dat deel wegvalt, raakt het hele ecosysteem uit balans.” Bouma strooit met cijfers. Vissers halen ieder jaar maar liefst 84 miljard kilo uit de oceanen. Dat is exclusief de vangst van zelfvoorzieningsvissers, sportvissers en de piratenvisserij. “Illegale vis, die niet wordt geregistreerd. Het is een miljoenenindustrie”, zegt Bouma. “En dan heb ik het nog niet eens over de bijvangst, die vervolgens dood wordt teruggegooid. Kabeljauwvissers nemen niet alleen kabeljauw mee. En vis die niet aan de eisen voldoet, wordt rustig terug in zee gegooid. Dood. Meer dan zestig procent van de kabeljauw uit de Noordzee wordt overboord gegooid.” Bouma heeft ook goed nieuws: “De bijvangst wordt steeds kleiner. Er zijn betere netten, technieken en haken, maar nog steeds is het veel te veel.” Toch zal ze nooit meer de haaienvinnensoep eten waar ze zo dol op is. Eén keer geproefd. Ze heeft er spijt van.

Comments are closed.