De enige echte traditie die het muziekgezelschap Krashna Musika kent, is de jaarlijkse voetbalwedstrijd tussen koor en orkest. Inzet is de Kick Admiraal Cup.
“Een prachtige, witte plastic bokaal, vernoemd naar onze dirigent”, vertelt orkestcommissaris Afke Laarakker.
Sinds 1989 is de wedstrijd vaste prik op het jaarlijkse repetitieweekend. Dan vertoeft de hele club in het Brabantse Someren op een gigantische kampeerboerderij met een grote schuur waarin gerepeteerd kan worden. Op een veldje, met aan beide einden twee palen die als doel fungeren, proberen dan tweemaal veertig muzikanten elkaar sportief de loef af te steken.
Naar de wedstrijd wordt maanden van tevoren uitgekeken, bevestigt Laarakker. “Er wordt veel over gesproken. Als je verliest krijg je dat zeker een jaar lang te horen. Het zijn spectaculaire, fanatieke wedstrijden. Bijna elke keer vallen er gewonden, omdat iedereen ongetraind is. Er heerst een enorme chaos, niemand weet wat hij aan het doen is. Mensen die bij het koor én orkest zitten spelen voor beide teams. Een scheidsrechter? Nee, die is er niet.”
Volgens de inscripties op de beker komen de beste voetballers meestal uit het orkest. “We hebben ook nog eens samen tegen een Duits orkest gevoetbald. Toen heeft Nederland gewonnen.” De trofee is een echt Krashna-item. “Hij lijkt op een bloemenvaas, met zo’n hoge dunne steel, ongeveer veertig centimeter hoog. Echt zo’n tuincentrumding.” Naamgever Daan Admiraal loopt al 27 jaar rond bij de muziekvereniging. “De wedstrijd zal ooit bedoeld zijn om zijn gratie te ontvangen. Hij is degene die al die tijd is gebleven.” De volgende krachtmeting staat gepland in het repetitieweekend van mei.
Vanochtend was ik een uur te laat op de TU. Ik had me domweg in de tijd vergist, ik zal het maar meteen toegeven. Nu zou ik allemaal redenen kunnen aanvoeren waarom me dit is overkomen, maar dat zal ik niet doen. Een weldenkend mens gaat in zo’n situatie door het stof, accepteert de consequenties en probeert er lering uit te trekken voor de toekomst. Zo niet Cees de Bont, decaan van de faculteit Industrieel Ontwerpen. Hij blijkt kampioen in het selectief toepassen van argumenten.
Na een uitspraak van het college van beroep voor de examens heeft de faculteit maar liefst drie jaar nodig gehad om de reglementen op orde te krijgen. De verklaring blijkt te liggen in het feit dat men bezig was met de inhoud van het onderwijs en daar prioriteit aan gaf. Ik vraag me af of studenten die zich in die drie jaar te laat inschreven voor vakken, ermee weg konden komen door te zeggen dat ze te druk bezig waren met het leren van hun tentamens. Reken maar dat de reactie zou zijn: ‘regels zijn regels’. Blijkbaar gaat dat principe niet op voor de faculteit zelf, als we De Bont moeten geloven.
Verder klopt De Bont zichzelf nog even op de borst omdat zijn faculteit de onwettige regels zo goed gecommuniceerd zou hebben naar studenten. Er wordt geïnsinueerd dat studenten die na al die aankondigingen nog niet weten dat ze zich moeten inschrijven niet de juiste instelling zouden hebben. Maar het Cobex heeft toch ook heel duidelijk gecommuniceerd dat de examencommissie niet bevoegd was? Wat zegt dit over de instelling van De Bont?
Het is betreurenswaardig dat De Bont niet alleen de zaken omkeert maar ook nog eens anderen beschuldigt van alles waar hij zich zelf schuldig aan maakt. Dat getuigt van bijzonder weinig zelfreflectie. Kijk eens in de spiegel, Cees. Een oprecht mea culpa zou je niet misstaan.
Jorden Verwer, fractievoorzitter Don Quichotte in de Delftsche Studentenraad, de ledenraad van de VSSD.

Comments are closed.