Campus

‘Gratis stroom, wassen!’

Oud-student industrieel ontwerpen Reinier den Boer (30) bedenkt continu oplossingen voor problemen van bedrijven. Hij staat bovenaan bij de ideeënwedstrijd Battle of Concepts.

Je won de eerste prijs met ideeën voor bijvoorbeeld een ‘klaslokaal van de toekomst’ en een ‘windmolen om van te houden’. Wat is je geheim?
“Logisch nadenken. Ik wist niet veel van windmolens en klaslokalen, maar je gaat je er in verdiepen. Het gaat erom de kern van het probleem te herkennen. Als je die kern eenmaal hebt – en wat ervaring – kom je vooruit. Ik merk dat mijn studie industrieel ontwerpen daar zeker bij geholpen heeft.”

Geeft dat jou een voorsprong?
“Ja. Ik merk in bedrijven dat mensen stoppen als ze een oplossing hebben gevonden die voldoet aan de voorwaarden, terwijl je moet doorzoeken naar alternatieven. Daaruit kies je de optimale oplossing.”

Hoe ziet jouw klaslokaal van de toekomst eruit?
“Het ging bij die battle om ict en intelligente schermen voor de klas. Dat druist in tegen ontwikkelingen waarbij kinderen hun eigen onderwijsvraag creëren. Kijk naar laptopjes in de klas waarachter al die koppies verscholen zitten. De docent is webbeheerder die van laptop naar laptop rent en met operationele problemen bezig is. Werk met tabletbureaus waarbij leerlingen met een pen op schermen schrijven. Weg met het idee dat ze alles moeten typen. Werk met een elektronische lessleutel die kinderen elke dag bij binnenkomst een individueel lesprogramma toewijst. Zorg dat ze hun zwakke punten ontwikkelen en help ze excelleren in hun sterke punten. Nu zetten we kinderen van dezelfde leeftijd bij elkaar, maar deel ze in naar vaardigheden en laat de docent meer coach zijn.”

Hoe gaan mensen van windmolens houden?
“Waarom verguizen mensen windmolens? Het zijn grote industriële apparaten die nogal aanwezig zijn. Met licht van voren zijn ze spierwit en met licht van achteren zie je een silhouet. Als je hun basis voorziet van een spiegelend, kunststof oppervlak, zie je de lichtintensiteit en de kleuren van de omgeving. Als je Nederland volzet met windmolens krijg je bij flinke storm een piek in het elektriciteitsnet. Zet een indicator op de windturbine zodat mensen kunnen zien hoeveel stroom hij genereert. De hele buurt kan ’s avonds zien dat het hard waait en denkt: ‘hé, twee uur lang gratis stroom: hup, wasmachine aan.’ Vergroot de betrokkenheid: zet bij een windmolen in de vorm van een oude korenmolen een hypermodern bezoekerscentrum en laat mensen de techniek bekijken. Ik heb het concept op drie punten aangepakt: historie, technisch ongemak en betrokkenheid.”

Zijn je ideeën uitgevoerd?
“Daar is het te vroeg voor.”

Kom je er wel eens niet uit?
“Nee. Ik heb mezelf wel een tijdslimiet gesteld, want je kunt je er erg in verliezen. De meeste battles lopen af op een zondag: ik lees me in, broed er op en schrijf mijn plan pas op die zondag. Dat gaat best goed.”

Zei hij eufemistisch… Hoeveel heb je er al mee verdiend?
“Ik heb negenduizend punten en ieder punt is een euro, dus reken maar uit. Dat heb ik gebruikt voor een vakantie, een badkamer en een autootje voor mijn vriendin. En we hebben trouwplannen.”

In de keurige Althenahoeve werd afgelopen donderdag het promotieplan voor 1997 van de Delftse Vereniging Voor Vreemdelingenverkeer (VVV) gepresenteerd. Voor een tiental ondernemers werden de toekomstplannen ontvouwd: ,,Niet méér toeristen, maar toeristen die meer consumeren.” Om dat te bereiken lijkt het de VVV aardig om ook Delft Kennisstad in haar promotieplan te betrekken.

Tot nu toe wordt Delft, met name door haar ondernemers, gepresenteerd als historische en gezellige stad. Bezoekers kunnen zich vergapen aan de vele grachten, fraaie gevels en kerken en monumenten. Verder is het de bedoeling dat zij zich vermaken in de gezellige winkeltjes, een ritje met de paardetram maken en zich laten rondvaren op de grachten.

Omdat dit niet allemaal in eén dag kan gebeuren, zoekt de toerist ten slotte een knus, op maat gesneden hotel uit. Het Delftse blauw en het koninklijk Oranje zijn de laatste kleuren in zijn hoofd voordat hij in slaap valt.

Hoewel de stadswandelingen, groepsdagtochten en dagarrangementen van de VVV een stijgend aantal bezoekers trekken, moet het ’toeristisch product Delft’ verder gepromoot worden. En omdat de VVV in 1997 haar honderdjarig bestaan viert zijn extra activiteiten op hun plaats. Op het verlanglijstje staan betere automatisering (waaronder een koppeling met Internet en Delft Digitale Stad), de schilder Vermeer betrekken in het te bezichtigen historisch erfgoed en een koppeling met Delft Kennisstad.

In dat kader worden in 1997 aan de toerist dagtochten aangeboden waarbij een rondleiding langs het Techniek Museum, het Geologisch Mineralogisch museum en de Cultuurtechnische Tuin inbegrepen is. Dolgraag zou directeur J. Stokvis van de VVV nog meer ‘attracties’ aan de TU Delft bezoeken. ,,Met een integraal product zouden zowel meer toeristen als studenten zijn te werven”, vind hij. Stokvis vindt het daarom jammer dat de TU Delft hier niet op inspeelt.

Inderdaad. De TU heeft alle potentie toeristische attractie nummer eén van Delft te worden. Bezoekers kunnen met een speciaal gereserveerde lift naar de hoogste verdieping van het Elektrotechniek-gebouw worden gebracht voor een uniek uitzicht over Delft. Geniale studenten kunnen worden bezichtigd terwijl zij zich buigen over hun proeven. En in de middagpauze kan dan genoten worden van ‘speciaal geprijsde’ lunches in de diverse kantines.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.