Mijn promotor zit gebogen over een stapel formulieren. Een artikel waar hij aan werkte, ligt terzijde geschoven. “Uit-het-raam-kijk-tijd heb je nodig, Jasper”, mompelt hij.
“Uit-het-raam-kijk-tijd.”
“Sorry?”
“Uit het raam kijken”, herhaalt hij, “is een van de belangrijkste onderdelen van onderzoek doen, van promoveren. Soms kijk je uit het raam en valt alles op z’n plek.”
Ah, dat verschijnsel weer. Wachten op de goddelijke inspiratie. Ik vind het een dubieuze manier van onderzoek doen, maar ik heb het zien werken, tijdens mijn afstudeerstage. Ik zat op het NatLab, vastbesloten om een briljant onderzoek af te leveren. Helaas werd ik voortdurend afgeleid door een – er in het geheel niet wetenschappelijk uitziende . man. Op gezette tijden slofte hij op sandalen en met pijp door de gangen van de afdeling. Steeds liep hij tot net voorbij de klapdeuren aan beide einden van de gang. Zwop, zwop, deden de deuren. Voetstappen. Nog een keer zwop, zwop. Enzovoort. Gek werd ik ervan.
Wanhopig liep ik naar mijn afstudeermentor. “Wat doet die man hier? Hij zit maar met zijn voeten op zijn bureau uit het raam te staren of hij loopt met zijn pijp door de gang. Hij doet niks!” Mijn mentor, bedachtzaam: “Die man denkt na. Dat duurt even, maar twee keer per jaar komt ‘ie met iets briljants. Onze beste patenten komen van hem. Dan mag ‘ie wat mij betreft zoveel door de gang lopen als hij wil.”
Inmiddels promoveer ik en wil ik best uit het raam kijken. Maar, ik heb daar helemaal geen tijd voor. Ik laat mijn promotor en zijn uit-het-raam-kijk-tijd even voor wat het is en loop terug naar mijn werkplek. Daar staan mijn collega’s . stuk voor stuk . te lummelen. Stroomstoring. Het zal nu zo’n negen maanden geleden zijn. Alle computers plat. Iedereen loopt door de gangen of kijkt wat uit het raam. Ik denk dat we binnenkort een golf van briljante uitvindingen en publicaties kunnen verwachten. Jammer genoeg had ik een laptop. Met batterijen.
Jasper van Kuijk
Mijn promotor zit gebogen over een stapel formulieren. Een artikel waar hij aan werkte, ligt terzijde geschoven. “Uit-het-raam-kijk-tijd heb je nodig, Jasper”, mompelt hij. “Uit-het-raam-kijk-tijd.”
“Sorry?”
“Uit het raam kijken”, herhaalt hij, “is een van de belangrijkste onderdelen van onderzoek doen, van promoveren. Soms kijk je uit het raam en valt alles op z’n plek.”
Ah, dat verschijnsel weer. Wachten op de goddelijke inspiratie. Ik vind het een dubieuze manier van onderzoek doen, maar ik heb het zien werken, tijdens mijn afstudeerstage. Ik zat op het NatLab, vastbesloten om een briljant onderzoek af te leveren. Helaas werd ik voortdurend afgeleid door een – er in het geheel niet wetenschappelijk uitziende . man. Op gezette tijden slofte hij op sandalen en met pijp door de gangen van de afdeling. Steeds liep hij tot net voorbij de klapdeuren aan beide einden van de gang. Zwop, zwop, deden de deuren. Voetstappen. Nog een keer zwop, zwop. Enzovoort. Gek werd ik ervan.
Wanhopig liep ik naar mijn afstudeermentor. “Wat doet die man hier? Hij zit maar met zijn voeten op zijn bureau uit het raam te staren of hij loopt met zijn pijp door de gang. Hij doet niks!” Mijn mentor, bedachtzaam: “Die man denkt na. Dat duurt even, maar twee keer per jaar komt ‘ie met iets briljants. Onze beste patenten komen van hem. Dan mag ‘ie wat mij betreft zoveel door de gang lopen als hij wil.”
Inmiddels promoveer ik en wil ik best uit het raam kijken. Maar, ik heb daar helemaal geen tijd voor. Ik laat mijn promotor en zijn uit-het-raam-kijk-tijd even voor wat het is en loop terug naar mijn werkplek. Daar staan mijn collega’s . stuk voor stuk . te lummelen. Stroomstoring. Het zal nu zo’n negen maanden geleden zijn. Alle computers plat. Iedereen loopt door de gangen of kijkt wat uit het raam. Ik denk dat we binnenkort een golf van briljante uitvindingen en publicaties kunnen verwachten. Jammer genoeg had ik een laptop. Met batterijen.
Jasper van Kuijk
Comments are closed.