Wetenschap

Bellen in de lucht

Bellen vanaf de skipiste, een foto versturen vanaf je vakantiebestemming, je mail checken in de trein. Door technologische ontwikkelingen zijn we altijd en overal bereikbaar. Maar in het vliegtuig moet tot nu toe ons mobieltje uit.

Verschillende luchtvaartmaatschappijen en andere organisaties hebben aangekondigd in de nabije toekomst mobiel bellen aan boord toe te willen staan. Amerikaanse onderzoekers van Carnegie Mellon University vinden juist dat mobiel bellen in vliegtuigen zoveel mogelijk moet worden beperkt. De onderzoekers analyseerden 37 lijnvluchten en kwamen tot de conclusie dat straling van onder andere mobiele telefoons in het vliegtuig gevaarlijker is dan vaak wordt gedacht. Hoeveel invloed heeft een mobiele telefoon eigenlijk op de veiligheid van een vlucht?

“Als je met een paar honderd passagiers in een vliegtuig zit, is er altijd wel iemand die zijn mobiele telefoon vergeet uit te zetten. Voor zover ik weet is daardoor nog nooit een vliegtuig neergestort”, reageert ir. Xander in ’t Veld desgevraagd. Volgens de ingenieur-vlieger bij de afdeling control and simulation (Luchtvaart- & Ruimtevaarttechniek) kan een vliegtuig bijvoorbeeld wel van koers raken. “Signalen van een mobiele telefoon kunnen, zelfs als er niet mee wordt gebeld, storing veroorzaken in de navigatieapparatuur. Dit komt door zogenaamde elektromagnetische interferentie.”

Dr. Neil Budko, universitair docent elektromagnetisme (Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica): “In een vliegtuig ontvangen instrumenten voor communicatie en navigatie informatie via radiogolven. Maar ze ontvangen ook andere signalen, die niet voor hen bedoeld zijn. Bijvoorbeeld van een mobiele telefoon. Dit is elektromagnetische interferentie. Het ontvangende apparaat gebruikt van alle radiogolven in de lucht normaal gesproken alleen de signalen binnen een bepaald frequentiegebied of met een bepaalde code.” Maar als het misgaat, kunnen vreemde signalen de werking van de apparatuur verstoren en komt de veiligheid in het geding. “Als navigatieapparatuur wordt verstoord, kan de piloot bijvoorbeeld verkeerde informatie krijgen over zijn positie in de ruimte. Je kunt elektromagnetische interferentie nooit helemaal voorkomen, maar het zou wel helpen om de mobiele telefoons aan boord uit te schakelen.”

Hoewel in een groot deel van de wereld de luchtverkeersleiding meekijkt en ingrijpt als het misgaat, vindt ook In ’t Veld dat gsm’s in het vliegtuig uit voorzorg beter kunnen worden uitgezet. “Zeker zo lang de effecten van straling van mobieltjes op navigatieapparatuur nog niet goed bekend zijn. Bovendien heeft aanlaten als je eenmaal vliegt toch geen zin”, zegt In ’t Veld. “Gsm-zendmasten stralen vooral horizontaal, dus je zit al gauw te hoog om bereik te hebben. En boven de oceaan heb je helemaal geen zendmasten. Op het moment kun je in de meeste vliegtuigen al via de satelliet bellen. Duur, maar je bent wel bereikbaar.” (MM)

Verschillende luchtvaartmaatschappijen en andere organisaties hebben aangekondigd in de nabije toekomst mobiel bellen aan boord toe te willen staan. Amerikaanse onderzoekers van Carnegie Mellon University vinden juist dat mobiel bellen in vliegtuigen zoveel mogelijk moet worden beperkt. De onderzoekers analyseerden 37 lijnvluchten en kwamen tot de conclusie dat straling van onder andere mobiele telefoons in het vliegtuig gevaarlijker is dan vaak wordt gedacht. Hoeveel invloed heeft een mobiele telefoon eigenlijk op de veiligheid van een vlucht?

“Als je met een paar honderd passagiers in een vliegtuig zit, is er altijd wel iemand die zijn mobiele telefoon vergeet uit te zetten. Voor zover ik weet is daardoor nog nooit een vliegtuig neergestort”, reageert ir. Xander in ’t Veld desgevraagd. Volgens de ingenieur-vlieger bij de afdeling control and simulation (Luchtvaart- & Ruimtevaarttechniek) kan een vliegtuig bijvoorbeeld wel van koers raken. “Signalen van een mobiele telefoon kunnen, zelfs als er niet mee wordt gebeld, storing veroorzaken in de navigatieapparatuur. Dit komt door zogenaamde elektromagnetische interferentie.”

Dr. Neil Budko, universitair docent elektromagnetisme (Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica): “In een vliegtuig ontvangen instrumenten voor communicatie en navigatie informatie via radiogolven. Maar ze ontvangen ook andere signalen, die niet voor hen bedoeld zijn. Bijvoorbeeld van een mobiele telefoon. Dit is elektromagnetische interferentie. Het ontvangende apparaat gebruikt van alle radiogolven in de lucht normaal gesproken alleen de signalen binnen een bepaald frequentiegebied of met een bepaalde code.” Maar als het misgaat, kunnen vreemde signalen de werking van de apparatuur verstoren en komt de veiligheid in het geding. “Als navigatieapparatuur wordt verstoord, kan de piloot bijvoorbeeld verkeerde informatie krijgen over zijn positie in de ruimte. Je kunt elektromagnetische interferentie nooit helemaal voorkomen, maar het zou wel helpen om de mobiele telefoons aan boord uit te schakelen.”

Hoewel in een groot deel van de wereld de luchtverkeersleiding meekijkt en ingrijpt als het misgaat, vindt ook In ’t Veld dat gsm’s in het vliegtuig uit voorzorg beter kunnen worden uitgezet. “Zeker zo lang de effecten van straling van mobieltjes op navigatieapparatuur nog niet goed bekend zijn. Bovendien heeft aanlaten als je eenmaal vliegt toch geen zin”, zegt In ’t Veld. “Gsm-zendmasten stralen vooral horizontaal, dus je zit al gauw te hoog om bereik te hebben. En boven de oceaan heb je helemaal geen zendmasten. Op het moment kun je in de meeste vliegtuigen al via de satelliet bellen. Duur, maar je bent wel bereikbaar.” (MM)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.