Opinie

Droombaan

Edinburgh achter me laten was niet gemakkelijk vanmorgen. Wat een feest was het. Vijf dagen, om te huilen zo mooi. Ik was er voor mijn werk en dat maakte het alleen maar mooier.

Ik heb namelijk de mooiste baan ter wereld.

Terwijl duizenden op de Royal Mile dagelijks uren in de rij stonden om kaarten te bemachtigen voor het beste van de ruim tweeduizend voorstellingen van het Festival Fringe, kon ik in een rustige steeg bij de vriendelijke medewerkers van de Press Office boeken wat ik maar wilde. Voor mij was alles gratis en was geen voorstelling uitverkocht.

Ik genoot niet minder dan de mensen die er op vakantie waren. Integendeel. Wat wil je nog meer dan na een indrukwekkend optreden backstage de meest inspirerende podiumtalenten van de wereld ontmoeten en ondervragen over het hoe en waarom?

Ik ben een van die idioten die zeggen geen behoefte te hebben aan vakantie. Af en toe heb ik het gehad met de constante druk om met een goed idee te komen, maar van die druk kom ik niet af op een tropisch eiland. De druk die van een ander afvalt als hij in het vliegtuig naar zijn vakantiebestemming stapt, valt van mij af als ik het groene licht krijg voor een van mijn ideeën. Die euforie duurt slechts een seconde of twee, maar de onrust en prestatiedruk die volgen zorgen ervoor dat ik mijn angsten overwin en fantastische dingen meemaak.

De mooiste baan ter wereld is voor iedereen natuurlijk een andere. Laatst kwam ik een oud-Delftenaar tegen, die net als ik iets heel anders is gaan doen. Hij is een bedrijfje begonnen dat mensen begeleidt die op zoek zijn naar hun droombaan. Op zijn visitekaartje staan een aantal beloften: ‘Je komt in contact met je echte talenten. Je durft te dromen vanuit wie je werkelijk bent. Je durft paden te kiezen die niemand anders bewandelt.’ Ik hoop dat hij succesvol is. Ik gun iedereen het geluk dat ik gevonden heb toen ik eindelijk ging doen wat bij mij paste. Maar hoe begeleid je iemand in dat proces?

Bij mij begon de switch zich pas na zeven magere jaren uit te betalen (in voldoening, niet in geld, dat komt misschien nooit). Moet je dan zeggen dat je er even doorheen moet? Alleen als je er zelf echt in gelooft, zal je je doel bereiken. Maar hoe stimuleer je geloof in eigen kunnen? Moet je daarvoor tien keer ‘Tjakka’ roepen en over kolen lopen? Ik zal met belangstelling kijken naar de vorderingen van dit nieuwe bedrijfje. Niet naar de groei – want dat er een markt voor is, geloof ik wel – maar naar de resultaten.

Maar eerst moet ik een mooi verhaal tikken. Misschien stap ik na de deadline wel weer op het vliegtuig. Mijn passe-partout is nog geldig tot het slot van de Fringe, eind augustus. Maar het zal niet zo mooi zijn als het was. Mijn werk daar is gedaan. Ergens ligt er een nieuw verhaal op mij te wachten. Ver weg of dichtbij. Ergens in mij.

Marie-José Kleef is freelance journalist. Ze studeerde civiele techniek aan de TU Delft.

Edinburgh achter me laten was niet gemakkelijk vanmorgen. Wat een feest was het. Vijf dagen, om te huilen zo mooi. Ik was er voor mijn werk en dat maakte het alleen maar mooier. Ik heb namelijk de mooiste baan ter wereld.

Terwijl duizenden op de Royal Mile dagelijks uren in de rij stonden om kaarten te bemachtigen voor het beste van de ruim tweeduizend voorstellingen van het Festival Fringe, kon ik in een rustige steeg bij de vriendelijke medewerkers van de Press Office boeken wat ik maar wilde. Voor mij was alles gratis en was geen voorstelling uitverkocht.

Ik genoot niet minder dan de mensen die er op vakantie waren. Integendeel. Wat wil je nog meer dan na een indrukwekkend optreden backstage de meest inspirerende podiumtalenten van de wereld ontmoeten en ondervragen over het hoe en waarom?

Ik ben een van die idioten die zeggen geen behoefte te hebben aan vakantie. Af en toe heb ik het gehad met de constante druk om met een goed idee te komen, maar van die druk kom ik niet af op een tropisch eiland. De druk die van een ander afvalt als hij in het vliegtuig naar zijn vakantiebestemming stapt, valt van mij af als ik het groene licht krijg voor een van mijn ideeën. Die euforie duurt slechts een seconde of twee, maar de onrust en prestatiedruk die volgen zorgen ervoor dat ik mijn angsten overwin en fantastische dingen meemaak.

De mooiste baan ter wereld is voor iedereen natuurlijk een andere. Laatst kwam ik een oud-Delftenaar tegen, die net als ik iets heel anders is gaan doen. Hij is een bedrijfje begonnen dat mensen begeleidt die op zoek zijn naar hun droombaan. Op zijn visitekaartje staan een aantal beloften: ‘Je komt in contact met je echte talenten. Je durft te dromen vanuit wie je werkelijk bent. Je durft paden te kiezen die niemand anders bewandelt.’ Ik hoop dat hij succesvol is. Ik gun iedereen het geluk dat ik gevonden heb toen ik eindelijk ging doen wat bij mij paste. Maar hoe begeleid je iemand in dat proces?

Bij mij begon de switch zich pas na zeven magere jaren uit te betalen (in voldoening, niet in geld, dat komt misschien nooit). Moet je dan zeggen dat je er even doorheen moet? Alleen als je er zelf echt in gelooft, zal je je doel bereiken. Maar hoe stimuleer je geloof in eigen kunnen? Moet je daarvoor tien keer ‘Tjakka’ roepen en over kolen lopen? Ik zal met belangstelling kijken naar de vorderingen van dit nieuwe bedrijfje. Niet naar de groei – want dat er een markt voor is, geloof ik wel – maar naar de resultaten.

Maar eerst moet ik een mooi verhaal tikken. Misschien stap ik na de deadline wel weer op het vliegtuig. Mijn passe-partout is nog geldig tot het slot van de Fringe, eind augustus. Maar het zal niet zo mooi zijn als het was. Mijn werk daar is gedaan. Ergens ligt er een nieuw verhaal op mij te wachten. Ver weg of dichtbij. Ergens in mij.

Marie-José Kleef is freelance journalist. Ze studeerde civiele techniek aan de TU Delft.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.