Figuur 1 Hans van der Meer en Leonie Broer (TWI) pakken regelmatig de dienstfietsVijfenzeventig ‘combifietsen’ zijn sinds vandaag beschikbaar als vervoermiddel op de campus.
Geen dames- of herenrijwielen meer, maar uniseks-exemplaren. ,,Gelukkig wel,” verzucht Leonie Broer, werkzaam op de practicumadministratie van Wiskunde en Informatica en een trouwe gebruiker van een van de vijftig huidige dienstfietsen. ,,Tot nu toe moest ik er bij het kiezen van mijn kleding altijd rekening mee houden dat ik misschien wel met de fiets moest. Er was hier slechts één damesfiets, die bijna altijd was uitgeleend. De heren leenden deze fiets blijkbaar ook graag. Kortom, meestal stond er alleen een herenfiets, en als je dan een rok draagt kom je niet makkelijk op het zadel.”
De nieuwe fietsen zijn er gekomen op initiatief van de dienst Arbeidsomstandigheden en Milieu (DAO). Die heeft een projectgroep dienstfiets ingesteld. Een van de leden hiervan is Hans van der Meer, hoofd technische en materiële voorzieningen van Wiskunde en Informatica. Via de promotie van de milieumok is hij bij deze werkgroep beland. ,,Ach, fiets en mok hebben alle twee – op hun eigen manier – met het milieu te maken.”
Wie op verschillende plaatsen in de uitgestrekte TU-wijk moet zijn, kan niet zonder vervoermiddel. Van der Meer: ,,Om die reden komen veel medewerkers liever met hun eigen auto dan dat zij carpoolen. Als zij naar een gebouw aan de andere kant van de wijk moeten, willen zij niet zonder vervoer zitten. Dat autogebruik willen wij terugdringen en daarom hebben wij ervoor gezorgd dat er – verspreid over diverse beheerseenheden – vijfenzeventig nieuwe dienstfietsen zijn aangeschaft. We hopen hiermee het carpoolen en het gebruik van de fiets te stimuleren.”
De nieuwe dienstfiets is niet alleen geschikt voor beide seksen, maar eveneens voor grotere en kleinere mensen. Zowel het stuur als het zadel kan op een vrij eenvoudige manier worden versteld.
Het model van de dienstfiets verschilt sterk van een ‘normale’ fiets, de banden zijn bijvoorbeeld dikker en het frame heeft een afwijkend model. Van der Meer: ,,Tot nu toe zijn er weinig dienstfietsen gestolen, maar door te kiezen voor een apart model hou je de verleiding zo klein mogelijk. Overigens kom ik altijd naar mijn werk op mijn eigen fiets. Maar als ik tussen allerlei gebouwen moet pendelen, pak ik een dienstfiets. Die stelen ze niet zo snel.”
De medewerker die een fiets wil lenen, hoeft slechts bij de conciërge of portier de sleuteltjes af te halen en te melden wanneer de fiets weer wordt teruggebracht. Van der Meer: ,,Het is geen ‘witte-fietsenplan’ waarbij je de fiets overal in de TU-wijk kunt achterlaten. Je moet de fiets terugbrengen op de plaats waar je hem geleend hebt. De fietsen zijn namelijk eigendom van de beheerseenheden.”
Een belangrijke vraag is natuurlijk: wie plakt de lekke band? Van der Meer: ,,De tijd dat de portier – voor een sigaar – inde hal de band van de hoogleraar plakte, is voorbij. Ten eerste doet een portier dat niet meer voor een sigaar, en ten tweede zitten de meeste hoogleraren nu in de auto. Maar wie weet krijgen wij hen ook op de dienstfiets. Over lekke banden en andere reparaties hoeft niemand zich zorgen te maken. Dat doet een fietsenmaker.”
Figuur 1 Hans van der Meer en Leonie Broer (TWI) pakken regelmatig de dienstfiets
Vijfenzeventig ‘combifietsen’ zijn sinds vandaag beschikbaar als vervoermiddel op de campus. Geen dames- of herenrijwielen meer, maar uniseks-exemplaren. ,,Gelukkig wel,” verzucht Leonie Broer, werkzaam op de practicumadministratie van Wiskunde en Informatica en een trouwe gebruiker van een van de vijftig huidige dienstfietsen. ,,Tot nu toe moest ik er bij het kiezen van mijn kleding altijd rekening mee houden dat ik misschien wel met de fiets moest. Er was hier slechts één damesfiets, die bijna altijd was uitgeleend. De heren leenden deze fiets blijkbaar ook graag. Kortom, meestal stond er alleen een herenfiets, en als je dan een rok draagt kom je niet makkelijk op het zadel.”
De nieuwe fietsen zijn er gekomen op initiatief van de dienst Arbeidsomstandigheden en Milieu (DAO). Die heeft een projectgroep dienstfiets ingesteld. Een van de leden hiervan is Hans van der Meer, hoofd technische en materiële voorzieningen van Wiskunde en Informatica. Via de promotie van de milieumok is hij bij deze werkgroep beland. ,,Ach, fiets en mok hebben alle twee – op hun eigen manier – met het milieu te maken.”
Wie op verschillende plaatsen in de uitgestrekte TU-wijk moet zijn, kan niet zonder vervoermiddel. Van der Meer: ,,Om die reden komen veel medewerkers liever met hun eigen auto dan dat zij carpoolen. Als zij naar een gebouw aan de andere kant van de wijk moeten, willen zij niet zonder vervoer zitten. Dat autogebruik willen wij terugdringen en daarom hebben wij ervoor gezorgd dat er – verspreid over diverse beheerseenheden – vijfenzeventig nieuwe dienstfietsen zijn aangeschaft. We hopen hiermee het carpoolen en het gebruik van de fiets te stimuleren.”
De nieuwe dienstfiets is niet alleen geschikt voor beide seksen, maar eveneens voor grotere en kleinere mensen. Zowel het stuur als het zadel kan op een vrij eenvoudige manier worden versteld.
Het model van de dienstfiets verschilt sterk van een ‘normale’ fiets, de banden zijn bijvoorbeeld dikker en het frame heeft een afwijkend model. Van der Meer: ,,Tot nu toe zijn er weinig dienstfietsen gestolen, maar door te kiezen voor een apart model hou je de verleiding zo klein mogelijk. Overigens kom ik altijd naar mijn werk op mijn eigen fiets. Maar als ik tussen allerlei gebouwen moet pendelen, pak ik een dienstfiets. Die stelen ze niet zo snel.”
De medewerker die een fiets wil lenen, hoeft slechts bij de conciërge of portier de sleuteltjes af te halen en te melden wanneer de fiets weer wordt teruggebracht. Van der Meer: ,,Het is geen ‘witte-fietsenplan’ waarbij je de fiets overal in de TU-wijk kunt achterlaten. Je moet de fiets terugbrengen op de plaats waar je hem geleend hebt. De fietsen zijn namelijk eigendom van de beheerseenheden.”
Een belangrijke vraag is natuurlijk: wie plakt de lekke band? Van der Meer: ,,De tijd dat de portier – voor een sigaar – inde hal de band van de hoogleraar plakte, is voorbij. Ten eerste doet een portier dat niet meer voor een sigaar, en ten tweede zitten de meeste hoogleraren nu in de auto. Maar wie weet krijgen wij hen ook op de dienstfiets. Over lekke banden en andere reparaties hoeft niemand zich zorgen te maken. Dat doet een fietsenmaker.”

Comments are closed.