,,Maar… er zijn ook plichten verbonden aan het verkrijgen van stadsrechten”, spreekt graaf Willem II van Holland de Delftse burgers plechtig toe door de microfoon.
Naast hem op het podium op de Markt staat de glimlachende Delftse burgervader Van Walsum. De broer van de graaf ledigt het zoveelste glaasje, maar de hofdames weten minder goed invulling te geven aan hun onduidelijke rol. ,,Wanneer iemand een dief betrapt, dient hij zeven buren te waarschuwen en moet het gestolen voorwerp op de rug van de dief gebonden worden”, vervolgt de graaf. Van Walsum lacht uit volle borst.
De graaf en gevolg begeven zich onder het volk, op zoek naar ‘spijs en drank’. ,,En nu gaan we laten merken dat Delftenaren weten wat feestvieren is, ook bij tien graden boven nul en een straffe oostenwind”, besluit Van Walsum het historisch toneelstukje. Met die kou viel het wel mee, en om eerlijk te zijn: dat gold eigenlijk ook voor het feestvieren.
Het was dus feest, zaterdagmiddag op de Markt. Alle burgers van de stad waren uitgenodigd met de burgervader het glas te heffen om het 750-jarig bestaan van de stad te vieren. Wie dat laatste te letterlijk opvatte kwam bedrogen uit. De burgemeester was na zijn onderhoud met de graaf al gauw niet meer te zien. En wie geïnteresseerd was in een plastic bekertje met champagne en een volgens Middeleeuws recept gebakken kruidkoek, moest zich eerst door een lange rij heenwerken.
Een dergelijke openbare gebeurtenis op de Markt is natuurlijk ondenkbaar zonder de bekende standjes. Zo was er vanzelfsprekend een informatie-standje, waar passanten folders en papieren in verschilllende kleuren in de hand gedrukt kregen. Kinderen konden zich vermaken met oud-hollandsche spelletjes; de Nintendo-jeugd was na één spelletje zichtbaar opgelucht in deze tijd geboren te zijn.
Naast het Delftsch Grachtenbiertje (gebrouwen in Friesland) heeft de stad tegenwoordig zijn naam ook aan wijn verbonden. Feestgangers konden de ‘Delft 750 jaar’-wijn direct inslaan. ,,Echt uit de Provence, meneer. Met een uniek etiket. En dat voor slechts 13,95.” Een nette heer bestelde ‘een flesje of zes’. ,,Dit is zo uniek, dit maak je maar één keer mee”, verduidelijkte hij zijn aankoop aan zijn buurman.
Ter vertier ende vermaak speelde een bandje jazz-achtige nummers, terwijl de beruchte ‘man met baard’ van het Leger des Heils in de mensenmassa zijn slag probeerde te slaan. Met een vodje Delftsche Post in de hand, dat recht gaf op korting, stonden velen te wachten op hun exemplaar van het jubileumboek. De rijen voor de champagne en de koek leken intussen alleen maar langer te worden.
Een lichte verveling begon zich van de meesten meester te maken toen zij voor de derde maal de oud-hollandsche spelletjes passeerden. Even ontstond het vermoeden dat er in het stadhuis iets te doen was toen de deuren opengingen; het gebouw stroomde vol. Maar het bleek loos alarm. ,,Huh, er is hier helemaal niks.”
Zuider- en Oosterburen stonden verbaasd naar alles te kijken. Hier en daar trachtte een attente Delftenaar de toeristenduidelijk te maken wat er gaande was. ,,C’est pour Delft qui a des, eh…. des rights de cité.” Het kon de Franse dames niet lang bekoren. ,,Alors, on y va.” Een VVV-rondleiding langs de rommelmarkt op de Voldersgracht trok toch meer.
,,Maar… er zijn ook plichten verbonden aan het verkrijgen van stadsrechten”, spreekt graaf Willem II van Holland de Delftse burgers plechtig toe door de microfoon. Naast hem op het podium op de Markt staat de glimlachende Delftse burgervader Van Walsum. De broer van de graaf ledigt het zoveelste glaasje, maar de hofdames weten minder goed invulling te geven aan hun onduidelijke rol. ,,Wanneer iemand een dief betrapt, dient hij zeven buren te waarschuwen en moet het gestolen voorwerp op de rug van de dief gebonden worden”, vervolgt de graaf. Van Walsum lacht uit volle borst.
De graaf en gevolg begeven zich onder het volk, op zoek naar ‘spijs en drank’. ,,En nu gaan we laten merken dat Delftenaren weten wat feestvieren is, ook bij tien graden boven nul en een straffe oostenwind”, besluit Van Walsum het historisch toneelstukje. Met die kou viel het wel mee, en om eerlijk te zijn: dat gold eigenlijk ook voor het feestvieren.
Het was dus feest, zaterdagmiddag op de Markt. Alle burgers van de stad waren uitgenodigd met de burgervader het glas te heffen om het 750-jarig bestaan van de stad te vieren. Wie dat laatste te letterlijk opvatte kwam bedrogen uit. De burgemeester was na zijn onderhoud met de graaf al gauw niet meer te zien. En wie geïnteresseerd was in een plastic bekertje met champagne en een volgens Middeleeuws recept gebakken kruidkoek, moest zich eerst door een lange rij heenwerken.
Een dergelijke openbare gebeurtenis op de Markt is natuurlijk ondenkbaar zonder de bekende standjes. Zo was er vanzelfsprekend een informatie-standje, waar passanten folders en papieren in verschilllende kleuren in de hand gedrukt kregen. Kinderen konden zich vermaken met oud-hollandsche spelletjes; de Nintendo-jeugd was na één spelletje zichtbaar opgelucht in deze tijd geboren te zijn.
Naast het Delftsch Grachtenbiertje (gebrouwen in Friesland) heeft de stad tegenwoordig zijn naam ook aan wijn verbonden. Feestgangers konden de ‘Delft 750 jaar’-wijn direct inslaan. ,,Echt uit de Provence, meneer. Met een uniek etiket. En dat voor slechts 13,95.” Een nette heer bestelde ‘een flesje of zes’. ,,Dit is zo uniek, dit maak je maar één keer mee”, verduidelijkte hij zijn aankoop aan zijn buurman.
Ter vertier ende vermaak speelde een bandje jazz-achtige nummers, terwijl de beruchte ‘man met baard’ van het Leger des Heils in de mensenmassa zijn slag probeerde te slaan. Met een vodje Delftsche Post in de hand, dat recht gaf op korting, stonden velen te wachten op hun exemplaar van het jubileumboek. De rijen voor de champagne en de koek leken intussen alleen maar langer te worden.
Een lichte verveling begon zich van de meesten meester te maken toen zij voor de derde maal de oud-hollandsche spelletjes passeerden. Even ontstond het vermoeden dat er in het stadhuis iets te doen was toen de deuren opengingen; het gebouw stroomde vol. Maar het bleek loos alarm. ,,Huh, er is hier helemaal niks.”
Zuider- en Oosterburen stonden verbaasd naar alles te kijken. Hier en daar trachtte een attente Delftenaar de toeristenduidelijk te maken wat er gaande was. ,,C’est pour Delft qui a des, eh…. des rights de cité.” Het kon de Franse dames niet lang bekoren. ,,Alors, on y va.” Een VVV-rondleiding langs de rommelmarkt op de Voldersgracht trok toch meer.

Comments are closed.