Een missionaris die zijn heidenen tot monotheïsme wil bekeren, begint zijn boodschap niet met een verhandeling over de subtiliteiten van de heilige drieëenheid.
Een eenvoudige, praktische presentatie van de te verbreiden leer is in zo’n geval doeltreffender dan allerlei theologische scherpslijperij.
De handleiding Rapportagetechniek is een soort zendingscatechismus. De schrijvers – R. Elling, B. Andeweg, J. de Jong en C. Swankhuisen – zijn tenslotte taaldocenten aan de TU Delft, een taalkundige rimboe die haar gelijke in academisch Nederland niet kent.
Op de Delftse universiteit bestaat een ongemakkelijke verhouding met taal, of het nu gaat om praten of schrijven. Taal wordt er gebruikt uit noodzaak, en de hantering van het instrument is slordig, primitief en liefdeloos. Alleen hier kan een professor drie uur praten over ‘partisjele’ differentiatie zonder dat er iemand onbedaarlijk moet lachen. Je hebt er faculteitsdekanen die denken dat ‘in cognito’ iets te maken heeft met anonimiteit. En alle plaatselijke Kulturträger produceren readers in een half Engels, half Nederlands brabbeltaaltje, berstensvol termen als ‘veld eigenschappen’, ‘online hulp voorzieningen’ en ‘reinforcement effecten’.
Studenten die Delft bezoeken zuigen dit curieuze taalgebruik op als sponzen, en onderscheiden zich in hun professionele leven dan ook door een tong van hout en een pen met de souplesse van een spoorbiels. De communicatieve vaardigheid van hoog- en minder-hooggeleerde Delftenaren is, kortom, net zo effectief als de geneeskunst van sjamanen. Autoriteit genoeg, maar je wordt er niet wijzer van.
De schrijvers van Rapportagetechniek hebben goed begrepen dat hun lezers niet geïnteresseerd zijn in zoiets ‘vaags’ als de culturele waarde van het Nederlands, laat staan in het plezier dat een goed geschreven tekst kan geven. Elling en de zijnen werken al jaren onder de Delftse wilden, heel nuchter en pragmatisch, in de hoop hun genoeg uitdrukkingsvaardigheid mee te geven om zich tenminste te kunnen redden.
Leidraad
Het onlangs verschenen boek sluit naadloos aan bij dat werk: het is een doelgerichte schrijfhandleiding voor lezers en schrijvers met weinig tijd. Die vind je natuurlijk niet alleen op de TU Delft. De auteurs richten zich tot alle hoger opgeleide technici en generalisten, die het schrijven van rapporten, memo’s en brieven vaak zien als iets wat hen afhoudt van hun eigenlijke werk.
Terwijl communiceren, zo betoogt Elling, voor deze mensen juist een kerntaak is, die kan oplopen tot wel zestig procent van hun werktijd. Het mag daarom niet verbazen dat in veel personeelsadvertenties expliciet gevraagd wordt om een goede mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid. Maarwerkgevers verzuchten regelmatig dat zulke kwaliteiten moeilijk te vinden zijn, en een enquête onder ingenieurs laat zien dat zij communicatie een van de lastigste onderdelen van hun dagelijks werk vinden.
Elling gaat dat probleem op drie manieren te lijf. Het boek geeft een duidelijke methode om in korte tijd een tekst te produceren. De aangegeven werkwijze leidt bovendien tot een tekst met een heldere indeling, waarvan de verschillende onderdelen min of meer op zichzelf staan. Tenslotte is het boek zelf een schoolvoorbeeld van zo’n goed gestructureerde tekst. Anders gezegd: het is een efficiënte leidraad voor druk bezette schrijvers die lezers zonder tijd moeten bedienen.
Rapportagetechniek behandelt in hoog tempo de elementen van het schrijfproces. Aan de orde komen de constructie van een werkplan, de opbouw van een verhaallijn, het feitelijke formuleren en de vormgeving van een document. Wie het boek ineens wil uitlezen, heeft voor de bijna driehonderd pagina’s niet meer dan een halve dag nodig. De hoofdstukken laten zich echter net zo makkelijk apart lezen, en de vele schema’s en samenvattingen maken van de tekst een ideaal naslagwerk.
Knippen
Bijzonder is de rol die de auteurs de computer hebben toebedeeld. Dit is geen tijd voor nostalgisch verlangen naar de ganzeveer; elektronisch knippen en plakken zijn bij uitstek de middelen om vlug resultaat te bereiken. De handleiding biedt talrijke aanwijzingen om de mogelijkheden van een tekstverwerker te benutten. Maar dat is niet alles: bij het boek hoort een digitale raadgever, die onder Windows werkt. De gebruiker kan naast een tekstverwerkingsprogramma een venster met geheugensteuntjes openen, en voorbeeldverslagen en -memo’s naar zijn eigen betoog kopiëren.
Met een vergelijkbaar pragmatisme behandelt Rapportagetechniek behalve de traditionele brief ook fax en e-mail. In de keuze van onderwerpen en de bijbehorende voorbeelden laten de schrijvers steeds zien dat ze met de praktijk goed bekend zijn. Het boek is een daarmee een waardevolle hulp voor de moderne schrijver-tegen-wil-en-dank. Dat de stijl hier en daar de invloed van diens gejaagde jargon verraadt – ‘maak uw punt drie keer’ – zal alleen de onverdraagzaamste zeloot storen.
R. Elling, B. Andeweg, J. de Jong, C. Swankhuisen, Rapportagetechniek. 1994, Uitgeverij Wolters-Noordhoff, Groningen. Prijs: fl. 49,50.
R. Elling, B. Andeweg, J. de Jong, C. Swankhuisen, S. Kunst, R. Natadarma, Ganesh Helper 2.0. 1994, Uitgeverij Wolters-Noordhoff, Groningen. Prijs: fl. 25,–. (alleen te bestellen met antwoordkaart in Rapportagetechniek)
Een missionaris die zijn heidenen tot monotheïsme wil bekeren, begint zijn boodschap niet met een verhandeling over de subtiliteiten van de heilige drieëenheid. Een eenvoudige, praktische presentatie van de te verbreiden leer is in zo’n geval doeltreffender dan allerlei theologische scherpslijperij.
De handleiding Rapportagetechniek is een soort zendingscatechismus. De schrijvers – R. Elling, B. Andeweg, J. de Jong en C. Swankhuisen – zijn tenslotte taaldocenten aan de TU Delft, een taalkundige rimboe die haar gelijke in academisch Nederland niet kent.
Op de Delftse universiteit bestaat een ongemakkelijke verhouding met taal, of het nu gaat om praten of schrijven. Taal wordt er gebruikt uit noodzaak, en de hantering van het instrument is slordig, primitief en liefdeloos. Alleen hier kan een professor drie uur praten over ‘partisjele’ differentiatie zonder dat er iemand onbedaarlijk moet lachen. Je hebt er faculteitsdekanen die denken dat ‘in cognito’ iets te maken heeft met anonimiteit. En alle plaatselijke Kulturträger produceren readers in een half Engels, half Nederlands brabbeltaaltje, berstensvol termen als ‘veld eigenschappen’, ‘online hulp voorzieningen’ en ‘reinforcement effecten’.
Studenten die Delft bezoeken zuigen dit curieuze taalgebruik op als sponzen, en onderscheiden zich in hun professionele leven dan ook door een tong van hout en een pen met de souplesse van een spoorbiels. De communicatieve vaardigheid van hoog- en minder-hooggeleerde Delftenaren is, kortom, net zo effectief als de geneeskunst van sjamanen. Autoriteit genoeg, maar je wordt er niet wijzer van.
De schrijvers van Rapportagetechniek hebben goed begrepen dat hun lezers niet geïnteresseerd zijn in zoiets ‘vaags’ als de culturele waarde van het Nederlands, laat staan in het plezier dat een goed geschreven tekst kan geven. Elling en de zijnen werken al jaren onder de Delftse wilden, heel nuchter en pragmatisch, in de hoop hun genoeg uitdrukkingsvaardigheid mee te geven om zich tenminste te kunnen redden.
Leidraad
Het onlangs verschenen boek sluit naadloos aan bij dat werk: het is een doelgerichte schrijfhandleiding voor lezers en schrijvers met weinig tijd. Die vind je natuurlijk niet alleen op de TU Delft. De auteurs richten zich tot alle hoger opgeleide technici en generalisten, die het schrijven van rapporten, memo’s en brieven vaak zien als iets wat hen afhoudt van hun eigenlijke werk.
Terwijl communiceren, zo betoogt Elling, voor deze mensen juist een kerntaak is, die kan oplopen tot wel zestig procent van hun werktijd. Het mag daarom niet verbazen dat in veel personeelsadvertenties expliciet gevraagd wordt om een goede mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid. Maarwerkgevers verzuchten regelmatig dat zulke kwaliteiten moeilijk te vinden zijn, en een enquête onder ingenieurs laat zien dat zij communicatie een van de lastigste onderdelen van hun dagelijks werk vinden.
Elling gaat dat probleem op drie manieren te lijf. Het boek geeft een duidelijke methode om in korte tijd een tekst te produceren. De aangegeven werkwijze leidt bovendien tot een tekst met een heldere indeling, waarvan de verschillende onderdelen min of meer op zichzelf staan. Tenslotte is het boek zelf een schoolvoorbeeld van zo’n goed gestructureerde tekst. Anders gezegd: het is een efficiënte leidraad voor druk bezette schrijvers die lezers zonder tijd moeten bedienen.
Rapportagetechniek behandelt in hoog tempo de elementen van het schrijfproces. Aan de orde komen de constructie van een werkplan, de opbouw van een verhaallijn, het feitelijke formuleren en de vormgeving van een document. Wie het boek ineens wil uitlezen, heeft voor de bijna driehonderd pagina’s niet meer dan een halve dag nodig. De hoofdstukken laten zich echter net zo makkelijk apart lezen, en de vele schema’s en samenvattingen maken van de tekst een ideaal naslagwerk.
Knippen
Bijzonder is de rol die de auteurs de computer hebben toebedeeld. Dit is geen tijd voor nostalgisch verlangen naar de ganzeveer; elektronisch knippen en plakken zijn bij uitstek de middelen om vlug resultaat te bereiken. De handleiding biedt talrijke aanwijzingen om de mogelijkheden van een tekstverwerker te benutten. Maar dat is niet alles: bij het boek hoort een digitale raadgever, die onder Windows werkt. De gebruiker kan naast een tekstverwerkingsprogramma een venster met geheugensteuntjes openen, en voorbeeldverslagen en -memo’s naar zijn eigen betoog kopiëren.
Met een vergelijkbaar pragmatisme behandelt Rapportagetechniek behalve de traditionele brief ook fax en e-mail. In de keuze van onderwerpen en de bijbehorende voorbeelden laten de schrijvers steeds zien dat ze met de praktijk goed bekend zijn. Het boek is een daarmee een waardevolle hulp voor de moderne schrijver-tegen-wil-en-dank. Dat de stijl hier en daar de invloed van diens gejaagde jargon verraadt – ‘maak uw punt drie keer’ – zal alleen de onverdraagzaamste zeloot storen.
R. Elling, B. Andeweg, J. de Jong, C. Swankhuisen, Rapportagetechniek. 1994, Uitgeverij Wolters-Noordhoff, Groningen. Prijs: fl. 49,50.
R. Elling, B. Andeweg, J. de Jong, C. Swankhuisen, S. Kunst, R. Natadarma, Ganesh Helper 2.0. 1994, Uitgeverij Wolters-Noordhoff, Groningen. Prijs: fl. 25,–. (alleen te bestellen met antwoordkaart in Rapportagetechniek)
![](https://delta.tudelft.nl/wp-content/uploads/2023/08/Delta_favicon.png)
Comments are closed.