Bindend studieadvies

De VSSD steunt de studentenraad in dit standpunt. Zorg eerst maar voor een goede begeleiding voor de studenten en beslis daarna of een bindend studieadvies wel nodig is.

De VSSD denkt dat mede door goede begeleiding, zoals onder andere een mentorsysteem, slechts heel weinig studenten de grens van 21 studiepunten in twee jaar niet zullen halen. Daarnaast zal door de invoering van het bindend studieadvies de belasting op de studieadviseurs merkbaar hoger komen te liggen. Hierdoor is het zinloos om zo’n zwaar instrument in te zetten.

De eis die aan het bindend studieadvies is gekoppeld, is zeer coulant. Wij zijn dan ook bang dat deze eis in de toekomst zal worden verscherpt. Het verkorten van de periode van twee jaar naar bijvoorbeeld één jaar is helemaal uit den boze, aangezien de studieprestaties van een eerstejaars voor een belangrijk deel door andere factoren dan geschiktheid worden bepaald, zoals het op kamers gaan, aanpassen studiegedrag en het opbouwen van een vriendenkring.

Angst door het bindend studieadvies doet studenten onnodig hard studeren en geeft ze het gevoel dat ze alleen maar tijd hebben om in de boeken te duiken. De studenten willen geen tijd besteden aan sport, commissiewerk of aan het verenigingsleven. Deze ontwikkeling was al te zien bij de invoering van de prestatiebeurs en zal door het invoeren van het bindend studieadvies worden doorgezet. Zo snijdt de universiteit zichzelf in de vingers, aangezien zij goede academici dient te leveren die niet alleen gestudeerd hebben, maar ook ervaring buiten de collegebanken hebben opgedaan.

.aut Bianca Stalenberg, VSSD bestuur

In het artikel ‘College houdt vast aan bindend studieadvies’ (Delta 28 van 21 september 2000) laat de studentenraad duidelijk merken dat zij een bindend studieadvies niet reëel vindt. De VSSD steunt de studentenraad in dit standpunt. Zorg eerst maar voor een goede begeleiding voor de studenten en beslis daarna of een bindend studieadvies wel nodig is.

De VSSD denkt dat mede door goede begeleiding, zoals onder andere een mentorsysteem, slechts heel weinig studenten de grens van 21 studiepunten in twee jaar niet zullen halen. Daarnaast zal door de invoering van het bindend studieadvies de belasting op de studieadviseurs merkbaar hoger komen te liggen. Hierdoor is het zinloos om zo’n zwaar instrument in te zetten.

De eis die aan het bindend studieadvies is gekoppeld, is zeer coulant. Wij zijn dan ook bang dat deze eis in de toekomst zal worden verscherpt. Het verkorten van de periode van twee jaar naar bijvoorbeeld één jaar is helemaal uit den boze, aangezien de studieprestaties van een eerstejaars voor een belangrijk deel door andere factoren dan geschiktheid worden bepaald, zoals het op kamers gaan, aanpassen studiegedrag en het opbouwen van een vriendenkring.

Angst door het bindend studieadvies doet studenten onnodig hard studeren en geeft ze het gevoel dat ze alleen maar tijd hebben om in de boeken te duiken. De studenten willen geen tijd besteden aan sport, commissiewerk of aan het verenigingsleven. Deze ontwikkeling was al te zien bij de invoering van de prestatiebeurs en zal door het invoeren van het bindend studieadvies worden doorgezet. Zo snijdt de universiteit zichzelf in de vingers, aangezien zij goede academici dient te leveren die niet alleen gestudeerd hebben, maar ook ervaring buiten de collegebanken hebben opgedaan.

.aut Bianca Stalenberg, VSSD bestuur