Bij het beoordelen van een product gebruiken we vaak meer zintuigen dan we beseffen. De komende vijf jaar wil Rick Schifferstein (IO) met zijn onderzoeksgroep dit samenspel ontrafelen. Daarbij worden de proefkonijnen vaak bewust op het verkeerde been gezet.
Delta is op bezoek, en Rick Schifferstein zet een lege koekjestrommel op tafel. Hollandse soberheid? Integendeel: met deze koekjestrommel kom je zintuigen tekort. Als je tenminste gevoelig bent voor de grillig ronde vormen (aaibaar), het oranje plastic, de deksel in de vorm van een mariakoekje. En wanneer je dit plastic mariakoekje losschroeft, danst de geur van vanille je neusgaten binnen.
Voor dr.ir. Rick Schifferstein is de koekjestrommel van Alessi een handig vehikel om te demonstreren hoe onze zintuigen ‘samenwerken’ bij het waarnemen van een product. De werking van de zintuigen wordt in de biologie en de psychologie al uitvoerig bestudeerd, maar de samenhang is nog grotendeels terra incognita. Afstudeer- en promotieonderzoek bij IO moet helpen dat gebied beter in kaart te brengen. Iedere betrokken onderzoeker heeft zo zijn specialisme. Kijken. Horen. Ruiken. Proeven. Voelen. Schifferstein en zijn onderzoekers zijn ontdekkingsreizigers in het rijk der zinnen.
Voor ontwerpers is dit terrein niet helemaal nieuw. In de praktijk is de ontwikkeling richting ontwerpen voor (bijna) alle zintuigen al in gang gezet. Zo besteedt Peugeot bij de nieuwe modellen grote aandacht aan het binnenwerk: hoe soepel ligt het stuur in de hand, hoe ruikt de bekleding, hoe hard is het geluid als je de deur dichtslaat? Het onderzoek kan op langere termijn ontwerpers inspireren en helpen om doelbewust een product als ‘ervaring’ voor (bijna) al onze zintuigen te ontwerpen. De verwende consument verwacht niet anders.
Desoriëntatie
Het samenspel van de zintuigen raakt een beetje in de knoop als je ‘gemengde signalen’ op ze afvuurt. Iedereen kent dat korte gevoel van desoriëntatie als iets heel anders blijkt te smaken dan je naar aanleiding van het uiterlijk had verwacht. Maar het doorbreken van zulke verwachtingen vormt juist een interessant onderzoeksgebied, vertelt Schifferstein. Veel ontwerpers vinden het tegenwoordig interessant om te spelen met de verwachtingen van de consument, maar dit spel luistert heel nauw: een lichte afwijking is aangenaam prikkelend, een grove afwijking wordt niet door de consument geaccepteerd. Het IO-onderzoek moet helpen de grenzen in kaart te brengen.
In het onderzoek worden proefpersonen blootgesteld aan tegengestelde signalen, om te ontdekken welk zintuig dan gaat domineren. Schifferstein: ,,Als in een gezellige situatie opeens een brandgeur of een brandalarm opduikt, overschreeuwen die sensaties als het ware de aangename zaken: kaarslicht, prettige muziek, de geur van je lievelingsgerecht.” Op dit moment is het nog niet zo dat in het IO-gebouw zulke situaties tot in detail kunnen worden nagebootst. Het kaarslicht flakkert op een pc scherm, de geuren komen van een strip. Schifferstein: ,,Brandgeur is nog helemaal niet zo goed na te maken, het ruikt eerder als een volle asbak. Maar het is wel een uitdaging om met minimale middelen de werkelijkheid dicht te benaderen.”
Schifferstein, afgestudeerd in Wageningen op de vraag waarom we bepaald voedsel lekker vinden, is geen ontwerper, maar een echte onderzoeker. ,,Maar ik vind het aantrekkelijk om in een toepassingsgerichte omgeving te werken. Ik zou mijn onderzoek niet graag in een diepe la zien verdwijnen.” IO-studenten ontwerpen vaak de objecten die tijdens de experimenten worden gebruikt.
Markeerstift
Schifferstein vertelt over een ander experiment, waarbij het draaide om de waarneming van markeerstiften. Groep A mocht alleen kijken en reageerde verstandelijk. Aha, dat is een markeerstift, daarmee kun je op whiteboard schrijven, dat heb ik gisteren nog een docent zien doen. Groep B kreeg de markeerstiften niet te zien, maar moest wel de geur ondergaan, een veel directere, ietwat verwarrende ervaring. Wat een kunstmatig, smerig geurtje, wat is dat? Groep C kreeg alleen het piepende geluid te horen. Is het soms een krijtje?
Het visuele element lijkt bepalend voor de perceptie van het product, maar op een subtielere manier spelen geur en geluid ook een rol. Als je de zintuigen ziet als een hecht samenspelende band, kan het nuttig zijn om te kijken hoe belangrijk de individuele bijdrages zijn, door even de andere instrumenten weg te draaien.
Ogen zijn ons meest rationele zintuig: het reukorgaan heeft als het ware een kortere lijn naar onze emoties. De neiging om de invloed van voelen, ruiken en proeven op het eindoordeel te onderschatten past in een beschaving die sinds de Verlichting het primaat heeft gegeven aan het kijken, vertelt Schifferstein. ,,Het pure zien, zonder ruiken en voelen, werd op een gegeven moment als ‘verheven’ gezien. Een aardige illustratie is de plaats van de roos in tuinen. In de Middeleeuwen werd de roos nog bij de kruiden geplant: een indeling naar geur. Nu draait een rozentuin strikt om het visueel-esthetische aspect.”
Haargel
Bedrijven die bij productontwerp een zintuig als de neus onderschatten nemen een risico, denkt Schifferstein. ,,Ik ben er van overtuigd dat om die reden een nieuw product soms de mist in gaat. Een geur van een wasmiddel of een haargel kun je niet zomaar veranderen: je moet testen hoe de huidige gebruikers reageren op het verdwijnen van zo’n vertrouwd element.”
Nee, door dit onderzoek zijn Schiffersteins zintuigen niet verscherpt. ,,Je wordt er juist mee geconfronteerd hoe beperkt ze zijn. Zo ben ik kleurenblind, wat betekent dat ik bij het opzetten van bepaald onderzoek een niet al te grote rol mag spelen. En wat ruiken betreft: bier- en wijnkenners zijn getraind om meer alert te zijn op specifieke stoffen, maar in algemene zin kan een mens niet echt leren beter te ruiken.”
Hij is zich wel bewust van de manier waarop sommige winkels, dienstverlenende bedrijven en zelfs metrostations geuren inzetten. Al hangt daar nog wel een geur van geheimzinnigheid omheen. Dille & Kamille schrijven bijvoorbeeld de aangename geur in hun winkels volledig toe aan hun welriekende assortiment, maar Schifferstein wil niet uitsluiten dat via geurstoffen in de grote airco de bezoeker een beetje bij de neus wordt genomen. Hoe het ook zij: onze zintuigen maken tegenwoordig overuren.
Delta is op bezoek, en Rick Schifferstein zet een lege koekjestrommel op tafel. Hollandse soberheid? Integendeel: met deze koekjestrommel kom je zintuigen tekort. Als je tenminste gevoelig bent voor de grillig ronde vormen (aaibaar), het oranje plastic, de deksel in de vorm van een mariakoekje. En wanneer je dit plastic mariakoekje losschroeft, danst de geur van vanille je neusgaten binnen.
Voor dr.ir. Rick Schifferstein is de koekjestrommel van Alessi een handig vehikel om te demonstreren hoe onze zintuigen ‘samenwerken’ bij het waarnemen van een product. De werking van de zintuigen wordt in de biologie en de psychologie al uitvoerig bestudeerd, maar de samenhang is nog grotendeels terra incognita. Afstudeer- en promotieonderzoek bij IO moet helpen dat gebied beter in kaart te brengen. Iedere betrokken onderzoeker heeft zo zijn specialisme. Kijken. Horen. Ruiken. Proeven. Voelen. Schifferstein en zijn onderzoekers zijn ontdekkingsreizigers in het rijk der zinnen.
Voor ontwerpers is dit terrein niet helemaal nieuw. In de praktijk is de ontwikkeling richting ontwerpen voor (bijna) alle zintuigen al in gang gezet. Zo besteedt Peugeot bij de nieuwe modellen grote aandacht aan het binnenwerk: hoe soepel ligt het stuur in de hand, hoe ruikt de bekleding, hoe hard is het geluid als je de deur dichtslaat? Het onderzoek kan op langere termijn ontwerpers inspireren en helpen om doelbewust een product als ‘ervaring’ voor (bijna) al onze zintuigen te ontwerpen. De verwende consument verwacht niet anders.
Desoriëntatie
Het samenspel van de zintuigen raakt een beetje in de knoop als je ‘gemengde signalen’ op ze afvuurt. Iedereen kent dat korte gevoel van desoriëntatie als iets heel anders blijkt te smaken dan je naar aanleiding van het uiterlijk had verwacht. Maar het doorbreken van zulke verwachtingen vormt juist een interessant onderzoeksgebied, vertelt Schifferstein. Veel ontwerpers vinden het tegenwoordig interessant om te spelen met de verwachtingen van de consument, maar dit spel luistert heel nauw: een lichte afwijking is aangenaam prikkelend, een grove afwijking wordt niet door de consument geaccepteerd. Het IO-onderzoek moet helpen de grenzen in kaart te brengen.
In het onderzoek worden proefpersonen blootgesteld aan tegengestelde signalen, om te ontdekken welk zintuig dan gaat domineren. Schifferstein: ,,Als in een gezellige situatie opeens een brandgeur of een brandalarm opduikt, overschreeuwen die sensaties als het ware de aangename zaken: kaarslicht, prettige muziek, de geur van je lievelingsgerecht.” Op dit moment is het nog niet zo dat in het IO-gebouw zulke situaties tot in detail kunnen worden nagebootst. Het kaarslicht flakkert op een pc scherm, de geuren komen van een strip. Schifferstein: ,,Brandgeur is nog helemaal niet zo goed na te maken, het ruikt eerder als een volle asbak. Maar het is wel een uitdaging om met minimale middelen de werkelijkheid dicht te benaderen.”
Schifferstein, afgestudeerd in Wageningen op de vraag waarom we bepaald voedsel lekker vinden, is geen ontwerper, maar een echte onderzoeker. ,,Maar ik vind het aantrekkelijk om in een toepassingsgerichte omgeving te werken. Ik zou mijn onderzoek niet graag in een diepe la zien verdwijnen.” IO-studenten ontwerpen vaak de objecten die tijdens de experimenten worden gebruikt.
Markeerstift
Schifferstein vertelt over een ander experiment, waarbij het draaide om de waarneming van markeerstiften. Groep A mocht alleen kijken en reageerde verstandelijk. Aha, dat is een markeerstift, daarmee kun je op whiteboard schrijven, dat heb ik gisteren nog een docent zien doen. Groep B kreeg de markeerstiften niet te zien, maar moest wel de geur ondergaan, een veel directere, ietwat verwarrende ervaring. Wat een kunstmatig, smerig geurtje, wat is dat? Groep C kreeg alleen het piepende geluid te horen. Is het soms een krijtje?
Het visuele element lijkt bepalend voor de perceptie van het product, maar op een subtielere manier spelen geur en geluid ook een rol. Als je de zintuigen ziet als een hecht samenspelende band, kan het nuttig zijn om te kijken hoe belangrijk de individuele bijdrages zijn, door even de andere instrumenten weg te draaien.
Ogen zijn ons meest rationele zintuig: het reukorgaan heeft als het ware een kortere lijn naar onze emoties. De neiging om de invloed van voelen, ruiken en proeven op het eindoordeel te onderschatten past in een beschaving die sinds de Verlichting het primaat heeft gegeven aan het kijken, vertelt Schifferstein. ,,Het pure zien, zonder ruiken en voelen, werd op een gegeven moment als ‘verheven’ gezien. Een aardige illustratie is de plaats van de roos in tuinen. In de Middeleeuwen werd de roos nog bij de kruiden geplant: een indeling naar geur. Nu draait een rozentuin strikt om het visueel-esthetische aspect.”
Haargel
Bedrijven die bij productontwerp een zintuig als de neus onderschatten nemen een risico, denkt Schifferstein. ,,Ik ben er van overtuigd dat om die reden een nieuw product soms de mist in gaat. Een geur van een wasmiddel of een haargel kun je niet zomaar veranderen: je moet testen hoe de huidige gebruikers reageren op het verdwijnen van zo’n vertrouwd element.”
Nee, door dit onderzoek zijn Schiffersteins zintuigen niet verscherpt. ,,Je wordt er juist mee geconfronteerd hoe beperkt ze zijn. Zo ben ik kleurenblind, wat betekent dat ik bij het opzetten van bepaald onderzoek een niet al te grote rol mag spelen. En wat ruiken betreft: bier- en wijnkenners zijn getraind om meer alert te zijn op specifieke stoffen, maar in algemene zin kan een mens niet echt leren beter te ruiken.”
Hij is zich wel bewust van de manier waarop sommige winkels, dienstverlenende bedrijven en zelfs metrostations geuren inzetten. Al hangt daar nog wel een geur van geheimzinnigheid omheen. Dille & Kamille schrijven bijvoorbeeld de aangename geur in hun winkels volledig toe aan hun welriekende assortiment, maar Schifferstein wil niet uitsluiten dat via geurstoffen in de grote airco de bezoeker een beetje bij de neus wordt genomen. Hoe het ook zij: onze zintuigen maken tegenwoordig overuren.

Comments are closed.