Opinie

Brieven

BladerenNu de winter reeds de herfst heeft overgenomen en de bomen hun bladeren hebben afgestoten, verbaas ik mij weer samen met menig collega over het fenomeen bladeren zuigen en blazen door de Groenvoorziening.

br />
Wij zien absoluut het nut in van het bladervrij houden van wegen en trottoirs, immers in een natte bladerboel is een slippartij met auto, fiets of de benenwagen snel gemaakt. Maar dat de mensen van de Groenvoorziening bermen, grasveldjes en struiken leeg blazen en zuigen, lijkt toch tamelijk overbodig.

Deze bladeren leveren geen enkel gevaar op voor glij- en slippartijen, en ze voorzien met hun rottingsproces de bodem van nieuwe voedingsstoffen (humus). Energie en mankracht worden verspild aan het weghalen van deze belangrijke humus, extra co2 wordt uitgestoten door de gebruikte machines, en de bomen hebben meer werk om dit om te zetten in zuurstof terwijl ze minder voeding krijgen om dit te doen.

Aangezien we als universiteit momenteel al niet ruim in de slappe was zitten, lijkt ons dit een verspilling van middelen en mankracht. Maar vooral is het ook een overbodige inbreuk op de natuurlijke cyclus waar wij als techneuten nog veel van kunnen leren.

Jelmer Cnossen, wetenschappelijk medewerker aan de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek.

Ingang Bouwkunde

Graag reageer ik op het artikel ‘Ik krijg huilende studenten over de vloer’ (Delta 35). Het artikel gaat over ‘onze’ ombudsman Wil Knippenberg. Auteur Katja Wijnands vraagt aan Wil: ,,Kunt u uw werk goed uitoefenen in een rolstoel?” Het antwoord was: ,,Ik heb de laatste afgelopen jaren erg veel moeite gedaan om de toegankelijkheid van de TU gebouwen te laten verbeteren.” Verder gaat hij met de woorden: ,,De TU is trouwens een prettige werkgever voor rolstoelers, de voorzieningen zijn uitstekend.”

Is Wil Knippenberg wel eens vanaf het parkeerterrein met zijn rolstoel naar de achteringang van Bouwkunde gereden?! Hij zal een tweetal hindernissen van zo’n 25 centimeter moeten nemen om bij de draaideur te komen, die ook al een obstakel is. Het looppad van roosters is een slechte keuze, hakken van schoenen, wandelstokken en krukken blijven vastzitten of – erger nog – zakken door de mazen.

Bij Bouwkunde was een pleiter voor ‘geboden toegang’ Kees Aarts. Kees Aarts zorgde ervoor dat er een leerstoel geboden toegang kwam. Professor Maarten Wijk heeft deze leerstoel jaren vervuld op Bouwkunde. Ook hij pleitte sterk voor bereikbaarheid van openbare en niet-openbare gebouwen voor minder valide mensen.

Schrijnend, noem ik deze situatie. Helemaal als je bedenkt dat wij de onderwijsgevers zijn.

Tamar Kos, medewerker aan de faculteit Bouwkunde

Bladeren

Nu de winter reeds de herfst heeft overgenomen en de bomen hun bladeren hebben afgestoten, verbaas ik mij weer samen met menig collega over het fenomeen bladeren zuigen en blazen door de Groenvoorziening.

Wij zien absoluut het nut in van het bladervrij houden van wegen en trottoirs, immers in een natte bladerboel is een slippartij met auto, fiets of de benenwagen snel gemaakt. Maar dat de mensen van de Groenvoorziening bermen, grasveldjes en struiken leeg blazen en zuigen, lijkt toch tamelijk overbodig.

Deze bladeren leveren geen enkel gevaar op voor glij- en slippartijen, en ze voorzien met hun rottingsproces de bodem van nieuwe voedingsstoffen (humus). Energie en mankracht worden verspild aan het weghalen van deze belangrijke humus, extra co2 wordt uitgestoten door de gebruikte machines, en de bomen hebben meer werk om dit om te zetten in zuurstof terwijl ze minder voeding krijgen om dit te doen.

Aangezien we als universiteit momenteel al niet ruim in de slappe was zitten, lijkt ons dit een verspilling van middelen en mankracht. Maar vooral is het ook een overbodige inbreuk op de natuurlijke cyclus waar wij als techneuten nog veel van kunnen leren.

Jelmer Cnossen, wetenschappelijk medewerker aan de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek.

Ingang Bouwkunde

Graag reageer ik op het artikel ‘Ik krijg huilende studenten over de vloer’ (Delta 35). Het artikel gaat over ‘onze’ ombudsman Wil Knippenberg. Auteur Katja Wijnands vraagt aan Wil: ,,Kunt u uw werk goed uitoefenen in een rolstoel?” Het antwoord was: ,,Ik heb de laatste afgelopen jaren erg veel moeite gedaan om de toegankelijkheid van de TU gebouwen te laten verbeteren.” Verder gaat hij met de woorden: ,,De TU is trouwens een prettige werkgever voor rolstoelers, de voorzieningen zijn uitstekend.”

Is Wil Knippenberg wel eens vanaf het parkeerterrein met zijn rolstoel naar de achteringang van Bouwkunde gereden?! Hij zal een tweetal hindernissen van zo’n 25 centimeter moeten nemen om bij de draaideur te komen, die ook al een obstakel is. Het looppad van roosters is een slechte keuze, hakken van schoenen, wandelstokken en krukken blijven vastzitten of – erger nog – zakken door de mazen.

Bij Bouwkunde was een pleiter voor ‘geboden toegang’ Kees Aarts. Kees Aarts zorgde ervoor dat er een leerstoel geboden toegang kwam. Professor Maarten Wijk heeft deze leerstoel jaren vervuld op Bouwkunde. Ook hij pleitte sterk voor bereikbaarheid van openbare en niet-openbare gebouwen voor minder valide mensen.

Schrijnend, noem ik deze situatie. Helemaal als je bedenkt dat wij de onderwijsgevers zijn.

Tamar Kos, medewerker aan de faculteit Bouwkunde

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.