Met de onderwijsbegroting heeft staatssecretaris Rutte zijn beleidslijnen uitgezet. Hij streeft naar een sterk vraaggestuurd stelsel, waarin studenten zo snel klaar moeten zijn dat ze meer dan ooit op onderwijskwaliteit gaan letten.
Studenten in kantorenBehnam Taebi van de SP vroeg aan het college van burgemeester en wethouders of het mogelijk is dat studenten in kantoren gehuisvest kunnen worden.
Elke bÈta krijgt het begrip oneindigheid met de paplepel van de integraalrekening ingegoten, zonder lang stil te staan bij de vraag wat oneindigheid eigenlijk inhoudt. Veel anderen hebben dat wel gedaan en Paolo Zellini heeft hun overwegingen bijeengebracht in een heerlijk boekje.
Eigenlijk is zo’n buitenlandse conferentie helemaal niet leuk. Als ik op de PSE2004 naar een praatje over plasmadynamica luister dan haak ik even snel af als de plasmafysicus die mij over coherente chroomnitrideplaatjes in gereedschapstaal hoort.
Is Delft wel of niet beter dan Eindhoven? Daarover ging het debat de afgelopen weken op deze pagina’s. Inzet: moet de TU nu wel of niet snel 450 ondersteunende fte’s wegreorganiseren?
Soms gebruikt men woorden zonder echt stil te staan bij de juiste betekenis ervan. En soms krijgen woorden vanzelf een gradatie. Neem nu internationaal.
Bram Hillen baseert zijn kritiek op de uitgangspunten van de OOD-reorganisatie (Delta 25) op een vergelijking met Eindhoven, aan de hand van een aantal kengetallen. Het college van bestuur denkt dat hij de verkeerde gebruikt.
Weken zijn we er al mee bezig. Ik zou bijna zeggen dat het organiseren van onze trip naar Rusland op de planning van een militaire operatie begint te lijken, maar dat is een beetje wrange vergelijking na het afschuwelijke nieuws van de afgelopen week.
‘Meten is weten’. Dat is misschien wel de grootste wijsheid die een studie aan een technische universiteit je oplevert. Met gemengde gevoelens denk ik terug aan het beruchte meetpracticum uit mijn eerste jaar.
De OOD-reorganisatie die nu is ingezet, stelt dat méér wetenschappers en minder ondersteuners per definitie beter is voor de universiteit. De getalsverhoudingen aan de TU Eindhoven gelden als voorbeeld. Maar is dat terecht?