Nieuwe aanwinsten van bibliotheek die ook interessant zijn voor niet-vakspecialistenEen van de dingen die het moeilijk maakt Albert Einsteins relativiteitstheorie te begrijpen, is dat deze zich afspeelt in een vier-dimensionale tijd-ruimte die zich lastig laat visualiseren.
Onze studenten zijn voldoende geïnteresseerd in de kwaliteit van hun onderwijs om, zoals twee weken geleden, een goed voorbereid VSSD-symposium te organiseren over ‘kwaliteit en management’.
Studenten hebben niet zo’n haast om de studie en het diploma te halen. Velen vallen ook af. Tempobeurs, hogere collegegelden en minder studiefinanciering ten spijt.
Breed stond het in mijn lijfblad, de Delftsche Courant. Het collegelid drs. Magda Veenendaal deed uit de doeken wat haar beweegt en hoe het verder moet met de TUD.
Ik liep naar de tv-kamer en plofte neer in de ranzigste bank, zo’n typische buisbank die je overal in de wereld in studentenhuizen aantreft, versleten, kleurloos en vol onbestemde vlekken waarvan je de herkomst niet wil weten.
Met plezier lees ik nog steeds mijn vertrouwde blad Delta. Weliswaar ben ik nu bijna twee jaar met pensioen, maar ik blijf het wel en wee van de mensen op de werkvloer TUD volgen.
Nieuwe aanwinsten van bibliotheek die ook interessant zijn voor niet-vakspecialistenPlaatjes domineren in Bernard Crochet, Geschichte der Schiffart (Bielefeld, Delius Klasing Verlag, 1995) , een uit het Frans vertaald populair-wetenschappelijk werk.
De TU moet maatschappelijk verantwoordelijke ingenieurs afleveren. Daarover is geen discussie. Wel over de vraag hòe dat moet. ‘Projectonderwijs’ is een van de antwoorden – onlangs nog op het jubileumsymposium van WTM.
Onlangs trof ik een gewaardeerde collega op een ongebruikelijke tijd op een voor hem ongewone plaats. Na mijn enthousiaste begroeting bekende hij besmuikt dat het doel van zijn verrassende aanwezigheid lag in het feit dat hij op weg was naar de cursus ‘Time-management’.
Waarom gaan er zulke megabedragen naar het fundamenteel natuurkundig onderzoek? En waarom is het nauwelijks gekomen tot stimulering van toponderzoek in de alfa- en gammadisciplines?Op zulke vragen wordt nieuw licht geworpen in een lijvig boekwerk van de historicus Albert Kersten.