Terwiel. Bij het lezen van deze naam – één woord, twee lettergrepen, zeven letters – krijgt iedereen die in de jaren 80 in Leiden natuurkunde studeerde, spontaan een meewarige blik met glinsterende ogen. Rob Terwiel, hoogleraar theoretische natuurkunde, was een legende. Het was de allerbeste docent die wij ooit hebben mogen aanschouwen.

Het zoemt en het bruist. Het collegejaar is weer begonnen. Verdwaalde studenten, volle fietsrekken en nog vollere bussen. (Ben ik even blij dat ik altijd met de fiets naar de TU kom.) Veel nieuwe gezichten met nieuwe verwachtingen, dromen en talenten.

Discussie over het nut van ontgroeningen bij studentenverenigingen zijn van alle tijden. Ook een eeuw geleden waren er incidenten rond de groentijd – zoals de kennismakingstijd toen heette.

Mijn overbuurman kwam eind augustus  thuis na een lange vakantie. Lang, zoals elk jaar. Buurman is een man uit het onderwijs. Dan heb je dat. Hij zag er behoorlijk ontspannen uit, zeker voor een onderwijsman. Buurman wilde graag weten waar wij op de TU Delft nou alweer zo ontiegelijk druk mee waren.  Zonder al…

Onze studenten zijn stuk voor stuk verwende nesten. Het leven wordt ze gepresenteerd op een zilveren schaaltje en ze hoeven het alleen maar op te lepelen: hun ouders betalen alles voor ze; studies worden uitgezocht op de gezelligheid van de betreffende stad; en een college live streamen is allang geen rariteit meer. Leuker kunnen we het niet maken. Zou je denken.