Campus

Diep lassen

Zoveel zeebodem, zo weinig mogelijkheden om hem volledig te benutten. En dat is in sommige gevallen jammer, want voor de olie-industrie zouden pijpleidingen op extreme diepte ideaal zijn. Dankzij onderzoek van vijf 3mE-studenten wordt dat nu misschien mogelijk.


Een pijpleiding aanleggen op extreme zeediepte, dieper dan waar veel leidingen nu liggen, dat lukt nog wel. Maar als zo’n leiding beschadigt, zijn de problemen niet te overzien. Lassen op zo’n diepte is vanwege de hoge waterdruk namelijk niet mogelijk. “Het lasproces stopt er daar meteen mee, óf het brandt door”, weet Edwin Schreuder (21). Voor professor Richardson van 3mE, die op de TU al tijden met een hogedrukcabine in de weer is om dit probleem te onderzoeken, zocht hij samen met mede-3mE’ers Anton Stoop (21), Yasin Günes (21), Kentaro Nagaki (21) en Robert Lensink (21) naar een oplossing. “Voor ons bachelor-eindproject moesten we een manier ontwikkelen om een gewenst signaal te construeren voor het aansturen van het lasproces.”


Een computer om de benodigde stroom en voltage voor de lasboog te berekenen om op extreme diepte te kunnen werken was er al; aan de studenten de schone taak een apparaat te bouwen dat die berekeningen vertaalt naar de juiste stroomsterkte en een precies hoog genoeg voltage in de lasapparaatversterker. Ga er maar aan staan. “Want dat is eigenlijk heel elektrotechnisch”, lacht Schreuder, “en wij zijn allemaal werktuigbouwers. Maar we hebben allemaal een minor elektrotechniek gevolgd, en die hebben we goed kunnen gebruiken – al was het aanpoten.”


Toch was de inhoudelijke kennis niet het probleem tijdens het bachelor-eindproject van het vijftal. “Het was meer de rompslomp eromheen. Van de TU moesten we bepaalde methodologiën doorlopen en die pasten niet altijd bij het ontwerpproces. Zo’n ontwerpcyclus met een vast plan van eisen was gewoon te abstract.” De studenten werden eigenlijk ingehaald door de praktijk. “En die is toch altijd nét even anders dan in de boeken”, aldus Schreuder. “Er was uiteindelijk nog best wat gesleutel nodig aan onderdelen die verkeerd gesoldeerd bleken, en dat gebeurde natuurlijk allemaal precies op het laatste moment. Maar het is gelukt.”


Nu is zo’n lasversterker op zich niets nieuws. “Maar de stap daarvoor, een apparaat dat snel genoeg bepaalt welke gegevens die versterker ín moeten, dat is wel nieuw”, aldus Schreuder. Een bachelor-eindproject dat nog weleens een flink staartje zou kunnen krijgen, dus. “Ja, zo’n drama als de BP-olieramp in 2010 bijvoorbeeld, waarbij iets mis bleek met de afdichter van de oliepijp, daar was ons onderzoek heel nuttig voor geweest. Niet dat we de ramp hadden kunnen voorkomen, maar met onze voorversterker zijn we wel een stapje dichterbij het voorkomen van een dergelijke volgende ramp.”


Of het apparaat van de studenten nu daadwerkelijk verder wordt gebruikt in het onderzoek naar diepzee booglassen, weet Schreuder niet. “Maar de methodologie waarschijnlijk wel. Er is namelijk één ding zeker: we hebben een werkend concept afgeleverd.”


Onderzoek: ‘Voorversterker voor diepzee booglassen’

Eindcijfer: 8

Apart from adverse side-effects like schizophrenia-like symptoms, cannabis can also help relieve pain, reduce convulsions and nausea, sooth inflammation and lessen feelings of anxiety. That the plant’s active compounds – the cannabinoïds – have many medicinal properties is well known. Yet according to Hélène Perrotin-Brunel many of the chemicals present in low quantities in the plant are not available on the market in quantities necessary for developing new medicines. “So far, for large-scale production, there are no economically and technically viable methods to extract those chemicals,” she says.
Perrotin-Brunel worked on a technique that she hopes will one day make sufficient amounts of cannabinoïds available. Next month the PhD researcher at the department of Process and Energy (faculty 3mE) will defend her thesis, titled ‘Sustainable production of cannabinoïds with supercritical carbon dioxide technologies’. Supercritical carbon dioxide is a solvent with which the Process and Energy researchers experiment a lot. When under relatively high pressure and heated, the carbon dioxide obtains properties that are an intermediate state between liquid and gas. By varying the temperature and pressure, one can vary which fractions of the compounds dissolve in it.

“One of the nice things about this technique is that when you drop the pressure the carbon dioxide evaporates immediately, so you don’t have any solvent left in the fraction, as you do have with the other methods being used at the moment,” says Perrotin-Brunel, adding that as far as she knows she is the second academic in the Netherlands to work on a technique for extracting cannabinoïds. She believes some work on this topic is being done in the United States, but also there the research is conducted in a small circle: “Pharmaceutical companies are probably doing research as well, but they do not publish about it.”

“It is hard to find funding to develop extraction techniques,” Perrotin-Brunel continues. “You first need to show what the exact effects of the cannabinoïds are. But for the medical studies you need sufficient amounts of the chemicals in the first place. So it’s the problem of the serpent biting its own tail.”
 

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.