Opinion

Is wiskunde de moeite waard?

Aan het einde van zijn carrière probeert G.H. Hardy in zijn ‘Apologie van een wiskundige’ twee vragen te beantwoorden. Is wiskunde de moeite waard? En waarom doet hijzelf wiskunde? Het levert een openhartig zelfportret op.


De verdediging van Hardy begint somber: ‘Voor iemand die werkzaam is als wiskundige is het een weemoedig stemmende gewaarwording om óver wiskunde te schrijven.’ Hij beschrijft dat wiskundigen dezelfde minachting voelen voor degenen die hun werk uitleggen als schilder voor hun critici. ‘Verklaring, kritiek, beoordeling: het is werk voor tweederangs denkers’, aldus Hardy.



Dat de 63-jarige Hardy toch besluit om over wiskunde te schrijven, komt doordat hij gelooft dat zijn hoogtijdagen als wiskundige achter hem liggen. Sterker nog, hij denkt dat wiskunde überhaupt alleen voor jonge mensen is. ‘Ik ken geen voorbeeld van een belangrijke wiskundige ontwikkeling die in gang is gezet door iemand van boven de vijftig. Als een man op gevorderde leeftijd zijn belangstelling voor wiskunde verliest en iets anders gaat doen, is dat waarschijnlijk geen groot verlies voor de wiskunde of voor hemzelf.’



Hardy schreef ‘Apologie van een wiskundige’ in 1940 en zijn tekst is verbazingwekkend weinig gedateerd. Goed, Hardy heeft het steeds alleen over mannen als hij over wiskundigen schrijft, maar veel wiskundigen zouden in onze tijd zelfde doen. Hardy vertelt aanstekelijk wat wiskunde voor hem zo aantrekkelijk maakt. Hij doet dat met een mix van eerlijkheid en zelfingenomenheid. Soms is hij wel erg tevreden met zichzelf en uit het (overigens zeer goedgeschreven) voorwoord van C.P. Snow komt Hardy eigenlijk veel sympathieker over dan in zijn eigen tekst.



Hardy probeert op verschillende manieren wiskunde te rechtvaardigen. Hij laat bijvoorbeeld het eeuwenoude bewijs zien dat er oneindig veel priemgetallen bestaan. Maar hij nuanceert vooral het verschil tussen nut en toepassing. Nuttige wiskunde zal op min of meer korte termijn een bijdrage leveren aan de welvaart van de mensheid. Hardy vindt nuttige wiskunde vaak maar triviaal en saai. Toegepaste wiskunde zegt iets over de echte wereld, maar hoeft geen enkel nut te hebben. Aan het einde van het boek concludeert Hardy dat zijn leven misschien minder futiel is dan dat van bijvoorbeeld een notaris. Hij heeft immers nooit iets nuttigs gedaan. Arme Hardy, hij kon natuurlijk niet voorspellen dat priemgetallen in de cryptografie allerlei toepassingen zouden vinden.

Gelukkig voor hem wordt hij vooral herinnerd om zijn andere ideeën: nog steeds denken de meeste wiskundigen dat hun vak alleen voor jonge mensen is en dat nut een overschat begrip is. Alleen daarom is ‘Apologie van een wiskundige’ het al waard om nog steeds gelezen te worden.



‘Apologie van een wiskundige’, G.H. Hardy, Uitgeverij Nieuwezijds, 142 blz, €16,95.

Dat blijkt uit een online enquête onder lezers van Nature en Scientific American. Vooral onderzoek naar voedselveiligheid, antidepressiva en grieppandemieën wekt weinig vertrouwen bij de lezers. Alleen uitspraken van wetenschappers over hernieuwbare energie, evolutie en het ontstaan van het universum kunnen rekenen op veel vertrouwen.

Verschillen
Er zijn grote verschillen tussen Europese en Amerikaanse respondenten. Van de Europeanen voelt 66 procent zich ongemakkelijk bij de risico’s van kernenergie, tegenover achttien procent van de Amerikanen.

Wantrouwen
Ruim tweederde van de Europese lezers wantrouwt ook meer wat wetenschappers zeggen over grieppandemieën, tegenover 31 procent van de Amerikaanse lezers. De onderzoekers verklaren dit door de negatieve publiciteit rondom het H1N1-vaccin in Europa. In Amerika werd die controverse veel minder groot.

Regionale verschillen
Aan het onderzoek van de bladen deden 21 duizend lezers mee, waarvan een vijfde deel aangaf te zijn gepromoveerd. Het merendeel leest overigens het populairwetenschappelijke Scientific American en niet het gerenommeerde Britse wetenschappelijke tijdschrift Nature. In hoeverre de regionale verschillen representatief zijn, is de vraag. Bijna vijfduizend Amerikanen gaven hun mening en zo’n twaalfhonderd Duitsers, maar bijvoorbeeld slechts 269 Chinezen.

Betrouwbaarste bron
Wetenschappers hoeven zich overigens niet al te veel zorgen te maken. De lezers zien hen nog steeds als de betrouwbaarste bron van informatie als het gaat om medische of wetenschappelijke kwesties, vóór bijvoorbeeld familieleden, journalisten en politici.

Niet korten
Een ander resultaat uit de enquête: zeventig procent van de lezers vindt dat in tijden van economische crisis niet gekort mag worden op de financiering van wetenschappelijk onderzoek. Als tegenbezuiniging kiezen de meeste respondenten voor defensie.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.