Campus

‘Luchtbellen van prettige lucht’

BkCity moet in 2013 de helft minder energie verbruiken dan in 2009 en de resterende energievraag volledig C02-neutraal invullen. Dat staat in een vorige week verschenen verkennend rapport, waar hoogleraar klimaatontwerp prof.dr.ir. Andy van den Dobbelsteen aan meewerkte.

Na de brand, bijna twee jaar geleden, verhuisde de faculteit Bouwkunde naar het voormalig hoofdgebouw aan de Julianalaan. Dit zou een tijdelijke oplossing zijn, maar het gebouw bevalt zo goed dat de faculteit zich er permanent vestigt. Hoog tijd om het gebouw duurzamer te maken. Aan ideeën voor dit zeer ambitieuze plan geen gebrek.
Van den Dobbelsteen klapt zijn agenda dicht. Op de cover prijkt een sticker met de tekst ‘Ik ben C02 OK!’.
“De essentie is dat het gebouw energieneutraal moet worden. Ik gebruik liever niet het woord C02-neutraal omdat ik de klimaatdiscussie
liever ontloop. Maar goed, als je energieneutraal bent is de kans groot dat je ook C02-neutraal bent.”

Hoe willen jullie het gebouw duurzamer maken?
“Het energieverbruik is nu enorm. We gaan meer dubbelglas aanbrengen. Maar we kunnen niet alle raampartijen vervangen. Veel kozijnen zijn van staal. Het is kapitaalvernietiging om die te vervangen. En je creëert veel afval. We zullen wel de houten kozijnen op de tweede etage en op de dakverdieping vervangen. Dat kunnen we bovendien doen zonder dat het karakter van het gebouw verloren gaat, want het gaat daar niet om de originele kozijnen. Het is ook het meest zinvol om daar de kozijnen te vervangen omdat warmte stijgt. Op die manier kunnen we al 20 tot 25 procent energie besparen. Door vloer en wandverwarmingen aan te brengen en warmtewisselaars in de gevels besparen we ook een hoop. En we denken eraan om een zonneschoorsteen op het dak te plaatsen die zorgt voor een natuurlijke ventilatie van het gebouw.”

Het gebouw heeft op het dak een oude watertoren die jullie in ere willen herstellen.
“Met zonnecollectoren kunnen we water in die toren opwarmen en dat hete water kan bijvoorbeeld hier in de koffiebar gebruikt worden voor de vaatwasser. Het levert niet heel veel op. Het heeft meer symbolische waarde.
Een andere afwijkende vernieuwende oplossing zijn tafels met warmwaterleidingen onder de bladen die microklimaatjes creëren. Een soort luchtbellen van prettige lucht. Misschien ook met wat meer zuurstof, zodat studenten zich beter kunnen concentreren. Tussen de werkplaatsen in heerst een niet geacclimatiseerd, ‘ruw’ klimaat.”

De warmte- en koudestromen kunnen volgens u vrijwel geheel op elkaar afgestemd worden. Mensen en apparaten produceren ook veel warmte, waardoor er nauwelijks energie in de warmtehuishouding van het gebouw gepompt hoeft te worden.
 “Klopt. Het grote probleem is de resterende elektriciteitsbehoefte. Als we het hele dak met zonnepanelen bekleden, voorzien we in een derde van onze elektriciteitsbehoefte. Misschien kunnen we ook windmolentjes op het dak plaatsen – al betwijfel ik of dat mag van de welstandscommissie. Of een grote windmolen op het vroegere terrein van Bouwkunde. Als je op de campus niet eens een windmolen mag plaatsen, waar kan het dan wel? Eventueel kunnen we een windmolen adopteren op de Noordzee, of een aandeel nemen in een zonnecellenproject waar Duitsers mee bezig zijn in de Sahara.”

Onlangs nam een collega afscheid van de TU Delft. Normaal gesproken gaat zoiets gepaard met een borrel en een korte toespraak, waarbij de geachte collega wordt geprezen om zijn inzet en veel succes wordt toegewenst in zijn nieuwe leven. Vaak wordt er dan nog iets overhandigd dat gedronken dan wel aan de muur gehangen kan worden. Zo niet bij Wander van den Berg. Hij gaf een afscheidscollege als ware het de afscheidsrede van een hoogleraar. Maar dan leuker.
Wander stuurde mij altijd studenten die in het kader van hun externe vrije project ‘iets met ondernemerschap’ wilden doen. Regelmatig spraken we elkaar tijdens de lunch. Het ging over van alles en nog wat, maar eigenlijk nooit over werk. Met een licht schuldgevoel moest ik zo’n gesprek meestal al na anderhalf uur afronden. Toch beschouwde ik het als een integraal onderdeel van ons werk, omdat er altijd nieuwe, zij het vaak onorthodoxe inzichten ontstonden.
Na zijn natuurkundestudie in Leiden kwam Wander naar Delft – toen nog de TH Delft – bij de faculteit Elektrotechniek, tegenwoordig EWI geheten. Pas in 1993 verruilde hij EWI voor TBM. “De naam van onze faculteit is een rare combinatie van Nederlands en Engels: Techniek, Bestuur en Management”, merkte Wander in zijn afscheidscollege op. “Toen die naam volledig in het Engels moest worden vertaald, ontstond een probleem. Want Techniek wordt Technology – dat is eenvoudig – maar Bestuur wordt toch echt Management, en die term hadden we al. Dus de vertaling luidt: Technology, Management and Management.” Een typische Wander-constatering. Ook zijn anekdote over de huisstijl van de TU Delft was meesterlijk. “Er werd een duur bureau ingehuurd om die huisstijl te ontwerpen. Ze spraken mensen op alle faculteiten, op zoek naar een samenhangende factor. Wat denkt u dat het gemeenschappelijk thema bleek te zijn dat door alle faculteiten van wezenlijk belang werd geacht? Water. WATER! Nou, daar dachten wij bij elektrotechniek toch echt héél anders over!” Sindsdien maakt water inderdaad deel uit van onze huisstijl. Hoe dan, vraagt u zich wellicht af? Wel, het is de cyaankleurige horizontale balk. En de vlam die sindsdien uit de T van TU slaat, getuigt volgens Wander van groot profetisch inzicht.
Met zijn afscheidscollege kan Wander van den Berg zo een tournee door het land maken en overal volle zalen trekken. Bij het jaarlijkse Camerettenfestival zou hij hoge ogen gooien. De jury zou hem loven om zijn scherpzinnige vondsten. Zoals deze: hoeveel letters telt het Nederlandse alfabet? “Eenvoudig”, zult u zeggen, “dat zijn er 26.” “Dat dacht ik ook altijd”, zei Wander, ”maar het zijn er 27, want bij een kruiswoordpuzzel moet je de ‘ij’ altijd in één vakje proppen. Het is dus een aparte letter, en niet een ‘i’ plus een ‘j’, en al helemaal geen ‘y’. Bovendien wordt de eerste letter van een plaatsnaam of een land met een hoofdletter geschreven. Dus Delft en Denemarken. Maar ook IJsselstein en IJsland, want je schrijft niet Ijsselstein of Ijsland.” Q.E.D.
Zulke opmerkzame geesten, uitstekende redenaars en fijne collega’s met groot gevoel voor humor zijn een zeldzame verrijking in de academische wereld. Ik gun iedere faculteit een Wander van den Berg.

Dap Hartmann is astronoom. Hij is werkzaam als docent bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.