For the foreign students from warmer climes, the Dutch winter can take some getting used to. The cold, the dull oppressive clouds, the biting wind, the lack of sun and the shortened days can really dampen the will to leave your bed.
In order to get through, you need to focus on the little things – because yes, there are some benefits in all this. The long nights for instance mean sunrise is at a much more civilized hour. This provides the perfect opportunity to take photos like this at 8.30 a.m. while on your way to lectures. Come summertime, it will require much more dedication if you want to be up in time to catch the sunrise.
Wisselend politiek beleid, technologische uitdagingen en zuiver economische overwegingen zorgen ervoor dat de meeste stroom nog steeds niet groen is, en dat het archaïsch aandoende – maar ruim en goedkoop voorhanden zijnde – steenkool nog altijd voor meer dan twintig procent van de stroomopwekking in Nederland zorgt. Deze realiteit, gecombineerd met de ontegenzeggelijke noodzaak tot duurzame energie-opwekking, stelt Nederland voor een uitdagend probleem.
Naast het duurzaamheidsaspect, spelen ook economische motieven een rol. Hoewel steenkool niet zeer schaars is en relatief goedkoop is als brandstof, zullen energieproducenten in de toekomst geconfronteerd worden met hoge kosten die het uitstoten van CO2 met zich meebrengt. Voor iedere ton die wordt uitgestoten, moeten immers rechten worden betaald via het emissierechten handelsprogramma van Europa. De kosten van deze rechten zullen naar verwachting oplopen waardoor investeringen in technologische maatregelen eerder rendabel worden.
Een oplossing is wellicht CCS: Carbon Capture and Storage ofwel het afvangen en opslaan van de uitgestoten CO2 die vrijkomt bij verbranding van steenkool. Deze technologie bevindt zich nog in een testfase. Er is nog geen sprake van een volledige commerciële toepassing. Momenteel wordt er een belangrijke test uitgevoerd op de kolencentrale van E.ON Benelux op de maasvlakte bij Rotterdam. Deze centrale levert 1000 MW. Momenteel wordt de CO2 die vrijkomt, uitgestoten in de atmosfeer. Sinds vorig jaar is er echter een proefopstelling in gebruik genomen die op kleine schaal CO2 afvangt. De E.ON maakte de testopstelling in samenwerking met TNO binnen het kader van het CATO programma, een privaatpubliek onderzoeksinitiatief op het gebied van CO2-afvang en -opslag. In de test wordt een deel van de schoorsteen afgetapt naar een zogenaamde CO2-catcher. Deze proefopstelling haalt maximaal 250 kg CO2 per uur uit de uitlaatstroom. Het CO2 wordt hiervoor door een kolom gevoerd waarbij een absorptievloeistof in contact komt met de gasstroom. De CO2 wordt gebonden aan deze absorptievloeistof. Door deze vloeistof te verhitten wordt de CO2 weer gelost van de vloeistof en kan de CO2 worden opgeslagen. De vloeistof vormt een gesloten systeem in een kringloop. In de proefopstelling wordt de CO2 momenteel alsnog uitgestoten en nog niet opgeslagen. De technologie vangt ongeveer negentig procent van de CO2 af. In termen van de doelstelling om de uitstoot te verminderen, lijkt de technologie veelbelovend. Toch is er een aantal fundamentele uitdagingen die een commercieel rendabel gebruik momenteel in de weg staan. Mede doordat de uitlaatgassen van een kolencentrale voor slechts vijftien procent uit CO2 bestaan, is het lastig om deze lage concentratie te scheiden. Het proces zorgt momenteel weliswaar voor een verlaging van de uitstoot, maar tevens voor een hoger brandstofverbruik, tot wel veertig procent. Dit komt met name door de noodzaak om de absorptievloeistof te verwarmen en rond te pompen. De onderzoeksinspanningen richten zich daarom op het zoeken van de meest geschikte absorptievloeistoffen en het efficiënt verwarmen ervan.
Het tweede deel van het CCS-principe is het opslaan van de CO2. Hiervoor bestaan verschillende opties zoals lege gasvelden, zoutlagen en poreus gesteente. De E.ON-centrale op de maasvlakte zou in de toekomst gebruik kunnen maken van oude olievelden in de Noordzee. Via de bestaande infrastructuur tussen Rotterdam en deze velden kan de CO2 worden teruggepompt op plekken waar voorheen olie werd opgeboord. In de verdere toekomst zou Rotterdam op deze manier een soort CO2-haven kunnen worden waar via een pijpleiding uit het Europese achterland CO2 wordt aangevoerd om in de Noordzee te worden gepompt.
De technologie biedt dus mogelijkheden voor de noodzakelijke slag richting duurzaamheid, maar kent ook nadelen en kritische geluiden. Of de technologie daadwerkelijk levensvatbaar wordt, hangt af van dergelijke onderzoeken. Op politiek vlak, en in de industrie wordt in ieder geval ruim ingezet op CCS. De verwachting is dat er enkele decennia nodig zijn om deze technologie te vervolmaken. De tijd zal leren of het succesvol is.

Comments are closed.