Niets hadden ze aan het toeval overgelaten. Ter voorbereiding op het nationaal kampioenschap ploegentijdrit voor clubteams reisde het zestal Delftse wielrenners van WTOS op maandag al naar Groningen om ter plekke het parkoers te verkennen.
Op de wedstrijddag zelf, vijf dagen later, bleken de omstandigheden met windkracht vijf en lichte regen zwaar. Pech had het zestal ook met de vastgetapete portofoons in de helmen. Er bleken leiders van verschillende ploegen in de oortjes te zitten. Na 15 van de 48 kilometer moest Martin Janssen op een stuk pal tegen de wind in als eerste lossen. Een aantal kilometer verder gevolgd door zijn ploeggenoot Christan Teunissen, voor wie een inhaalmanoeuvre teveel kracht had gekost. Rik Houwers: “Omdat de tijd van de vierde renner beslissend is, zijn we wat voorzichtiger met onze krachten gaan omspringen, waardoor het tempo iets zakte.” Tien kilometer voor de finish zette het resterende kwartet alsnog aan. Totaal kapot kwamen de Delftenaren na 1:06.43 uur over de streep. Die tijd was goed voor de 26ste plaats in een veld van 66. WTOS eindigde daarmee als beste studentenwielervereniging, vóór onder andere het eerder gestarte maar ingehaalde studententeam van het Nijmeegse Mercurius. “Daar waren we dik tevreden mee”, aldus de leeggereden Houwers.
Elders in het hoge noorden maten zondag zestig boten de krachten op het Heegermeer, vlak onder Sneek. Aan dit NSK zeilen deden onder meer negen boten mee namens de Delftse studentenzeilvereniging Broach. Delft heerste in Heeg, gezien het aan het eind van de dag geheel door Broach-teams gevulde podium. Team Rysk (Rikst Dijkstra, Thomas Mohren en Erik Verboom) ontving als winnaar de felbegeerde beker. In 2006 was de trofee voor het laatst meegenomen naar de prinsenstad.
Minder verheugend was de vierde competitienederlaag in evenzovele duels van de heren hockeyers van DSHC. De TU-ploeg moest ditmaal op het sportcentrum haar meerdere erkennen in Asvion. “Aan onze vechtlust en kwaliteit ligt het niet”, zegt aanvaller Luit Italianer. “Het zit allemaal tussen de oren. Er worden te veel domme beslissingen genomen in het veld.” Vorig seizoen moest de ploeg na de winterstop de mouwen flink opstropen, om iets te doen aan de belabberde stand op de ranglijst. Het hielp, want aan het tot dan verzamelde puntentotaal van twee werden er nog 24 toegevoegd. Dit jaar moet dat anders, vindt Italianer die met zijn ploeg desondanks nog op nul punten staat. Tegen Asvion kwam DSHC zondag nog wel met 1-0 voor. Italianer: “Dat had bij de rust eigenlijk 3-0 moeten zijn, maar het werd 1-1. We liepen vol zelfvertrouwen het veld op na de rust, maar toch liep Asvion uit naar 1-5. In de laatste tien minuten hebben we met vier spitsen gespeeld, daar ging wel dreiging van uit.” Verder dan een tweede tegentreffer kwam de thuisploeg echter niet.
Naam: Ferry Vermeulen (30)
Woonplaats: Amsterdam
Verliefd/verloofd/getrouwd: Woont samen met zijn vriend
Afstudeerjaar: 2006
Afstudeerrichting: Industrieel ontwerpen, productontwikkeling
Loopbaan: In de fabriek van zijn vader, waar bouten gemaakt worden, deed ir. Ferry Vermeulen zijn liefde op voor techniek en massaproductie. Hij zocht een universitaire studie waarin hij daar iets mee kon. Het werd industrieel ontwerpen op de TU Delft, waaraan hij in 1997 begon. In 2006 studeerde hij af in de richting productontwikkeling, met het ontwerp voor een luchtwasinstallatie. De sproei-installatie moet het fijnstof langs snelwegen in waterdruppeltjes vangen en zo vieze lucht verminderen. Meteen na zijn afstuderen startte Vermeulen zijn eigen bedrijf, Fever. Na een half jaar sloot zijn oud-studiegenoot Tom van de Wiel zich bij hem aan. Ze ontwerpen massaproducten, van spellen voor kinderhoeken in fastfoodrestaurants tot bierkarretjes voor Heineken en luxe afvalbakken. Daarnaast werkt Vermeulen in de avonduren aan een promotieonderzoek.
In zijn kantoor midden in een Leidse woonwijk bladert ir. Ferry Vermeulen door een dikke zwarte ordner. Erin zitten plaatjes van een luxe afvalbak, een mobiele tostikraam met bijpassende kartonnen tostiverpakkingen en een slot voor vrachtwagencontainers. Het zijn slechts een paar voorbeelden van de ontwerpen die zijn ontwerpbureau Fever maakt.
Al een week na zijn afstuderen bij Industrieel Ontwerpen schreef Vermeulen zich in bij de Kamer van Koophandel. Een aanbod om te promoveren wees hij af. “Ik kon niet wachten om voor mezelf te beginnen”, vertelt Vermeulen. Hij wilde zijn vrijheid houden. “En ik wilde niet ergens in dienst; ik ben niet op mijn sterkst in een groep. Dan ben ik wat teruggetrokken en heb ik niet genoeg overtuigingskracht om iets te doen zoals ik het wil. Als zelfstandig ondernemer heb ik die ruimte wel.”
Met zijn eigen bedrijf trad hij in de voetsporen van zowel zijn vader als zijn moeder. Zijn moeder geeft creatieve workshops, zijn vader heeft een productiebedrijf dat bouten maakt, waar Vermeulens broertje inmiddels ook werkt. Vermeulen begon voor zichzelf, maar liet zich wel beïnvloeden door de grote machines en werkbanken die hij thuis tot zijn beschikking had. “Ik was daar altijd aan het knutselen”, zegt Vermeulen. Toen zijn ouders zijn konijnenwens afdeden met de mededeling dat het hok te duur was, kluste hij zelf een hok. Vermeulen grinnikt, nog steeds een beetje trots: “Toen mocht ik een konijn.”
Toen hij klaar was voor een studie, moest het ‘iets met techniek, creatief en universitair’ zijn. Hij koos voor industrieel ontwerpen in Delft. Dat hij daar veel opstak, had hij pas tijdens zijn afstuderen door. “Daarvóór was ik een beetje onzeker over wat we leerden. We kregen zoveel vakken – sterkteleer, marketing, ergonomie, noem maar op – dat ik het idee kreeg van alles een beetje te weten, maar niet genoeg”, vertelt hij. “In de praktijk blijkt het juist goed dat ik zoveel facetten kan integreren en het jargon spreek.”
Vermeulen wijst op een blad met vrolijk gekleurde spellen. “Dit is denk ik het leukste project dat we tot nu toe hebben gedaan.” In opdracht van een bedrijf dat de speelhoeken van onder andere McDonalds inricht – met de slogan ‘Turning play into profit’ – ontwikkelde Fever elf spellen voor kinderen tussen de twee en vier jaar. “Binnen een week hadden we vijfenzeventig ideeën. De tekeningen van de elf beste spellen lagen binnen een maand in China. En weer drie maanden later kwam de eerste container terug.” Hoewel hij zegt geen haastig type te zijn, bevalt die snelheid Vermeulen wel.
Vak apart
Niet alle projecten gaan zo snel als de kinderspellen, maar al veel van de ontwerpen in het lijvige portfolio zijn op de markt gebracht. “Nog niet door onszelf”, zegt Vermeulen. Maar daar ziet hij binnenkort graag verandering in. “De sloten voor de vrachtwagens willen we wel zelf in productie nemen.” Vermeulen was deze zomer al bij producenten in Polen om de eerste stappen te zetten. “Het is een vak apart en het is tijdrovend en geldverslindend om zelf ook iets te produceren. Maar het is leuk en goed voor de continuïteit van ons bedrijf.”
Een half jaar nadat hij zijn bedrijf startte, sprak Vermeulen zijn oude studiegenoot Tom van de Wiel. “We hadden dezelfde ideeën over productontwikkeling”, vertelt Vermeulen. Al gauw werd Van de Wiel zijn compagnon. “Het is fijn om ideeën te spuien en te kunnen overleggen met iemand. En we vullen elkaar goed aan. Tom is iets technischer en ik doe meer aan acquisitie en vormgeving.”
De samenwerking tussen de compagnons begon met een grapje. Maar wel een waarmee ze het landelijke nieuws haalden. Ze begonnen de website stoprelatie.nl. Op die site kon iemand die ongelukkig was met zijn relatie, maar niet het lef had om het uit te maken, een formuliertje invullen. Als hij nog even 9,95 euro overmaakte, pleegden Vermeulen en Van de Wiel het telefoontje met het slechte nieuws. “Het was gewoon een geintje om te kijken of we in de media konden komen. We kwamen onder andere in ‘De wereld draait door’ en ‘De staat van verwarring’, dus het is gelukt.”
Vermeulen en Van de Wiel hadden het eerste jaar allebei nog een bijbaan om rond te kunnen komen. Maar de laatste twee jaar kunnen ze goed van hun bedrijf leven. Bovendien hebben ze op het moment twee stagiairs en een afstudeerder in dienst. “Het is lastig om in de markt te komen als beginnend ontwerpbureau. Je hebt in het begin nog weinig contacten. Maar het lukt ons goed projecten binnen te slepen”, vertelt Vermeulen. Daarvoor steekt hij wel meer dan zestig procent van zijn tijd in acquisitie.
Naast de vijftig uur die hij per week ongeveer voor zijn bedrijf werkt, zit Vermeulen niet bepaald stil. Na zijn studie wees hij een aanbod af om een promotieonderzoek te doen. Maar een jaar geleden is hij toch begonnen. “Ik zocht dingen op in oude studieboeken. Die bleken niet up-to-date, dus ik nam contact op met professor Drukker.” Niet veel later zat hij in zijn avonduren met zijn neus in de boeken om nieuwe kennis over productinnovatie te ontwikkelen. “Die promotie is een soort hobby.”
Rustig aan
Aan het einde van vorig jaar werd al het werk hem toch iets te veel. Zijn vriend met wie hij samenwoont zag hij eigenlijk alleen nog in het weekeinde. “Dat weekeinde is heilig. Dan hebben we etentjes bij ons thuis, knap ik een oude Kever op en in de zomer zitten we veel op een bootje in de gracht.” Na twee vrije dagen kon Vermeulen er steeds weer even tegen. Maar op een gegeven moment werd het te veel. “Ik merkte lichamelijk dat het te zwaar was. Ik was moe, had nergens zin in en had geen eetlust meer. Toen heb ik het even een maand rustig aan gedaan.”
Terwijl Vermeulen in het portfolio bladert, valt op dat de luchtwasinstallatie die hij voor zijn afstuderen ontwierp, ontbreekt. Met pompen en sproeiers bouwde hij destijds langs de A20 een proefopstelling van een systeem dat met kleine waterdruppeltjes het fijnstof uit de lucht moet ‘wassen’. “Dat werkte heel goed”, aldus Vermeulen, die ook met dat project media-aandacht op zich vestigde. Maar ondanks de aandacht, de goede resultaten en interesse van aannemer BAM, stierf het idee een stille dood. “Ik doe er nu niets meer mee. Maar misschien komt het er ooit nog.”
In de ordner met ontwerpen staan vooral producten die in grote aantallen geproduceerd worden. “Dan verdien je de kosten voor het ontwerp terug door tienduizenden producten te verkopen.” De uitzondering op de prullenbakken en bierkarretjes voor evenementen, vormt een zwarte kubus. ‘Nog sexier!’ staat er bij geschreven. “Dit is een doll house”, vertelt Vermeulen. In het echt is de kubus twee bij twee bij twee meter en moet het plaats bieden aan lesbiennes die op Wasteland, een bekend fetish-festival, willen ‘flikflooien’. Maar dan zonder de opdringerige blikken van mannen. “Deze dark room voor lesbiennes was een leuk project voor de afwisseling.”
Over zijn laatste project wil Vermeulen nog niet zoveel kwijt, uit angst dat anderen er met het idee vandoor gaan. “We ontwikkelen een heel nieuw tafelspel. Zoiets als tafelvoetbal, maar dan heel anders”, vertelt hij. “We hebben al drie systemen gebouwd om te zien wat het beste werkt. Ik heb er alle vertrouwen in dat daar iets leuks uit komt. En gelukkig komen we zo ook nog eens aan klussen toe.”

Comments are closed.