Campus

Uitvinder met geduld

Cor Bakels is een werktuigbouwkundige pur sang. Hij pluist apparaten tot het bot uit op hun functie want ‘iedere machine kan verbeterd worden’. Lang nadenken over techniek levert eenvoudige, kwalitatieve oplossingen, zoals een intelligente verkeersdrempel.

Naam: Cor Bakels (62)
Woonplaats: Veenendaal
Verliefd/verloofd/getrouwd: Niet gehuwd
Afstudeerjaar:
1974
Afstudeerrichting:
Werktuigbouwkunde, voertuigtechniek, sectie automobieltechniek
Loopbaan:
Nadat Cor Bakels in 1974 afstudeerde werkte hij aan projecten voor verschillende bedrijven, vaak in opdracht van een detacheringsbureau. Hij werkte aan projecten bij Philips, DAF, de Röntgen Technische Dienst, Buvam, Koninklijke De Ruyter en Wernsen Engineering. In 1989 begon Bakels zijn eigen ingenieurs,- en adviesbureau, een eenmansbedrijf. Bedrijven zoals Philips en ASML huren hem in voor onderzoeks-, ontwikkelings- en mechanisatieprojecten. Bakels werkt aan eigen projecten, zoals de intelligente verkeersdrempel. Hij stuurde het idee ervoor in voor ‘de Vernufteling’, een prijs van De Ingenieur.

,

Cor Bakels is geen Willie Wortel. Hij rent niet net als de kraanvogel uit Donald Duck van hot naar her, waarbij de ene na de andere grootse uitvinding als een lampje boven zijn hoofd aan floept. Wie tot nieuwe vindingen wil komen, moet goed en lang nadenken over producteisen en hoe apparaten moeten functioneren, meent Bakels. Daarom pluist hij als een soort werktuigbouwkundige chirurg alle apparaten uit die onder zijn handen verbeterd moeten worden. Alle projecten onder zijn hoede worden zorgvuldig behandeld. Pas na lang nadenken volgt het eureka-moment.
“Ik vind het erg belangrijk om precies te weten van een klant wat de eisen zijn en waaraan een product of project precies moet voldoen”, zegt Bakels. “Als ik dat helemaal heb uitgewerkt, ga ik nadenken over alle functies in een apparaat. Hoe werkt het precies, en kunnen functies worden gecombineerd of kun je ze beter scheiden om een beter apparaat te krijgen?” Je kunt een apparaat pas verbeteren, als je helemaal begrijpt hoe en waarom alles functioneert, vindt de werktuigbouwkundige. “Ik denk dat elk apparaat in principe te verbeteren is.”

Ongeduld
Hij gaat naar boven om zijn theorie te onderbouwen met behulp van een voorbeeld van een verbeterd mechanisch onderdeel van een pick and place-machine, een apparaat om elektronische componenten op een moederboard te plaatsen. Philips gaf hem de opdracht dat onderdeel te verbeteren. Hij laat het mechanisme zien dat door de operator van de machine steeds weer handmatig moest worden bediend. Hij demonstreert het mechanisme dat stug klikt. “Het probleem was dat het mechaniek niet altijd goed werkte. De operator trok het soms uit ongeduld kapot, waardoor meteen de hele machine stil lag met productieverlies en dus hoge kosten als gevolg. Ik moest daarvoor een oplossing vinden door een betrouwbaar mechaniek te ontwikkelen. Ik heb daar nog een beveiliging aan toegevoegd, ook al was dat geen eis van Philips. Ik vond dat zelf belangrijk, en bedacht een beveiliging waardoor het niet meer stuk kon.”
Bakels laat twee verschillende oplossingen zien. Hij trekt aan het stuk metaal dat nu soepel klikt. Er lijkt een balpen in te zitten. “Klopt”, grijnst Bakels. “Want hoe kun je makkelijker schakelen dan met de techniek van een balpen? Soms zijn oplossingen heel simpel. En de beveiliging was ook heel makkelijk. Kijk, als je er hard aan trekt, dan schiet de pal los.” En dat gebeurt inderdaad bij hard doortrekken, waardoor het stuk metaal gewoon heel blijft en meteen weer terug schakelt.”
Uiteindelijk was de balpenvariant iets te duur en koos Bakels ervoor om de functies kracht en schakelen te combineren, in plaats van, zoals bij de balpenvariant, te scheiden. “Maar de beveiliging werkt op dezelfde manier. Uiteindelijk was de combinatie kracht en schakelen goedkoper en net zo goed.”
De oplossingen van Bakels lijken heel eenvoudig, met de balpen als ultiem voorbeeld. “Dat is ook zo”, zegt hij. “Maar het is heel moeilijk om iets eenvoudigs te bedenken wat ook kwaliteit heeft. Ingewikkelde oplossingen lijken misschien heel wat, maar vaak zijn het houtje-touwtje-oplossingen die mij als werktuigbouwkundige totaal niet bevredigen.”

Verkeersdrempel
Een ander goed voorbeeld van een goed doordachte, simpele oplossing is de intelligente verkeersdrempel die Bakels instuurde voor ‘de Vernufteling’, een prijs van vakblad De Ingenieur. “Ik erger me altijd rot aan al die verkeersdrempels. Ze zijn zo irritant”, zegt Bakels. “Vooral die bij mij in de buurt. Ze zijn zo hoog dat als je niet uitkijkt, je de voorkant van je auto kapot rijdt.” Daarom bedacht hij een intelligente verkeersdrempel, die kan inveren als de automobilist zich aan de maximum toegestane snelheid houdt. “Op die manier word je als automobilist voor je gedrag beloond. Dat lijkt mij nuttiger dan bestraffen.”
De techniek hield hij ook simpel. Een laser meet de snelheid van het naderende voertuig. Als een auto bijvoorbeeld niet harder gaat dan vijftig kilometer per uur, dan blijft de drempel elastisch met behulp van een opstaande bladveer. De veer blokkeert wanneer te snel wordt gereden. De blokkering werkt door middel van een simpel mechanisme met een aantal schuin staande pallen en blokjes. “Iemand schreef mij: waarom maak je het systeem niet hydraulisch, maar mechanisch is beter. Je bent dan minder afhankelijk van omgevingsfactoren zoals de temperatuur. En de bediening kost toch al heel weinig energie.”
Een intelligente drempel is niet nieuw, in Drenthe bestaat hij al. “Maar dat is een idioot systeem, want die drempel komt pas omhoog als je te snel gaat. Dat levert bizarre verkeerssituaties op. Volgens mij kun je het beter andersom doen.”
Veel mensen zijn enthousiast over het ontwerp van Bakels, maar er zijn nog geen intelligente drempels besteld. “Dat is jammer, want ik denk dat ze erg nuttig zijn. Ik kan ze niet zelf laten maken, want daar heb ik het geld niet voor. Ik ben op zoek naar een investeerder.”
Met lobbyen en acquisitie heeft Bakels tijdens zijn loopbaan veel ervaring opgedaan. Nadat hij in 1974 klaar was met zijn studie had hij moeite om een vaste baan te vinden. Van 1974 tot 1989 werkte hij bij veel verschillende bedrijven, aan veel verschillende projecten. “Misschien omdat ik, met bijna tien jaar, lang over mijn studie heb gedaan. Mijn studententijd was leuk. Toen lag er nog niet veel druk achter om af te studeren en was er veel vrijheid en blijheid met veel bioscoopbezoek. Misschien dat ze mij daardoor iets te oud vonden. Maar misschien had ik minder geluk dan anderen.”
In 1989 kreeg hij er genoeg van om uitgezonden te worden door bureaus en begon hij zijn eigen zaak. “Ik had er simpelweg genoeg van dat die bureaus zoveel geld aan mij verdienden.”
Maar een eigen zaak beginnen vond Bakels ook moeilijk. “Ik heb nooit advertenties gezet maar altijd bedrijven gebeld. Vooral in het begin was dat ontzettend spannend, omdat je dan nog niet zo goed weet hoe je een opdracht kan binnenhalen. Het zorgde voor veel druk waardoor gesprekken soms gespannen waren. Nu weet ik dat je altijd jezelf moet zijn en normaal moet doen en niet overdreven beleefd.”
Ondanks zijn versnipperde loopbaan werd Bakels ingehuurd door het prestigieuze bedrijf ASML. “Dat verbaasde me, omdat ik niet de meest indrukwekkende loopbaan had”, zegt Bakels. “Maar tijdens de kennismakingsgesprekken vroegen ze me een aantal technologische probleemstellingen op te lossen. Een vraag weet ik nog goed: stel je hebt een schuin, rond balkje, met een ander balkje erop in normale toestand. Er is zoveel frictie, dat het balkje niet wegglijdt. Wat gebeurt er als het balkje draait. Glijdt het dan naar beneden of juist niet? Die vragen vond ik erg leuk en hebben er waarschijnlijk ook voor gezorgd dat ze me toen aannamen.”
Maar ook die werkplek was niet voor eeuwig. Vele projecten bij verschillende bedrijven volgden. “Ik vind het nog steeds geweldig om met mijn werk bezig te zijn en om alles zo uit te pluizen, maar soms is het wel lastig om een eenmansbedrijf te zijn. Je moet steeds weer de boer op, dat maakt het financieel onzekerder dan als je een vaste baan hebt. Je hebt geen vaste collega’s, wat ik jammer vind als ik door een bedrijf word ingehuurd waar veel aardige mensen werken. Soms ben ik juist blij dat ik niet in vaste dienst zit, want het gaat er niet overal zo leuk aan toe. Bovendien is het ook leuk om veel contacten te hebben met veel verschillende mensen en met veel verschillende projecten bezig te zijn.”

,

Naam: Cor Bakels (62)
Woonplaats: Veenendaal
Verliefd/verloofd/getrouwd: Niet gehuwd
Afstudeerjaar:
1974
Afstudeerrichting:
Werktuigbouwkunde, voertuigtechniek, sectie automobieltechniek
Loopbaan:
Nadat Cor Bakels in 1974 afstudeerde werkte hij aan projecten voor verschillende bedrijven, vaak in opdracht van een detacheringsbureau. Hij werkte aan projecten bij Philips, DAF, de Röntgen Technische Dienst, Buvam, Koninklijke De Ruyter en Wernsen Engineering. In 1989 begon Bakels zijn eigen ingenieurs,- en adviesbureau, een eenmansbedrijf. Bedrijven zoals Philips en ASML huren hem in voor onderzoeks-, ontwikkelings- en mechanisatieprojecten. Bakels werkt aan eigen projecten, zoals de intelligente verkeersdrempel. Hij stuurde het idee ervoor in voor ‘de Vernufteling’, een prijs van De Ingenieur.

Cor Bakels is geen Willie Wortel. Hij rent niet net als de kraanvogel uit Donald Duck van hot naar her, waarbij de ene na de andere grootse uitvinding als een lampje boven zijn hoofd aan floept. Wie tot nieuwe vindingen wil komen, moet goed en lang nadenken over producteisen en hoe apparaten moeten functioneren, meent Bakels. Daarom pluist hij als een soort werktuigbouwkundige chirurg alle apparaten uit die onder zijn handen verbeterd moeten worden. Alle projecten onder zijn hoede worden zorgvuldig behandeld. Pas na lang nadenken volgt het eureka-moment.
“Ik vind het erg belangrijk om precies te weten van een klant wat de eisen zijn en waaraan een product of project precies moet voldoen”, zegt Bakels. “Als ik dat helemaal heb uitgewerkt, ga ik nadenken over alle functies in een apparaat. Hoe werkt het precies, en kunnen functies worden gecombineerd of kun je ze beter scheiden om een beter apparaat te krijgen?” Je kunt een apparaat pas verbeteren, als je helemaal begrijpt hoe en waarom alles functioneert, vindt de werktuigbouwkundige. “Ik denk dat elk apparaat in principe te verbeteren is.”

Ongeduld
Hij gaat naar boven om zijn theorie te onderbouwen met behulp van een voorbeeld van een verbeterd mechanisch onderdeel van een pick and place-machine, een apparaat om elektronische componenten op een moederboard te plaatsen. Philips gaf hem de opdracht dat onderdeel te verbeteren. Hij laat het mechanisme zien dat door de operator van de machine steeds weer handmatig moest worden bediend. Hij demonstreert het mechanisme dat stug klikt. “Het probleem was dat het mechaniek niet altijd goed werkte. De operator trok het soms uit ongeduld kapot, waardoor meteen de hele machine stil lag met productieverlies en dus hoge kosten als gevolg. Ik moest daarvoor een oplossing vinden door een betrouwbaar mechaniek te ontwikkelen. Ik heb daar nog een beveiliging aan toegevoegd, ook al was dat geen eis van Philips. Ik vond dat zelf belangrijk, en bedacht een beveiliging waardoor het niet meer stuk kon.”
Bakels laat twee verschillende oplossingen zien. Hij trekt aan het stuk metaal dat nu soepel klikt. Er lijkt een balpen in te zitten. “Klopt”, grijnst Bakels. “Want hoe kun je makkelijker schakelen dan met de techniek van een balpen? Soms zijn oplossingen heel simpel. En de beveiliging was ook heel makkelijk. Kijk, als je er hard aan trekt, dan schiet de pal los.” En dat gebeurt inderdaad bij hard doortrekken, waardoor het stuk metaal gewoon heel blijft en meteen weer terug schakelt.”
Uiteindelijk was de balpenvariant iets te duur en koos Bakels ervoor om de functies kracht en schakelen te combineren, in plaats van, zoals bij de balpenvariant, te scheiden. “Maar de beveiliging werkt op dezelfde manier. Uiteindelijk was de combinatie kracht en schakelen goedkoper en net zo goed.”
De oplossingen van Bakels lijken heel eenvoudig, met de balpen als ultiem voorbeeld. “Dat is ook zo”, zegt hij. “Maar het is heel moeilijk om iets eenvoudigs te bedenken wat ook kwaliteit heeft. Ingewikkelde oplossingen lijken misschien heel wat, maar vaak zijn het houtje-touwtje-oplossingen die mij als werktuigbouwkundige totaal niet bevredigen.”

Verkeersdrempel
Een ander goed voorbeeld van een goed doordachte, simpele oplossing is de intelligente verkeersdrempel die Bakels instuurde voor ‘de Vernufteling’, een prijs van vakblad De Ingenieur. “Ik erger me altijd rot aan al die verkeersdrempels. Ze zijn zo irritant”, zegt Bakels. “Vooral die bij mij in de buurt. Ze zijn zo hoog dat als je niet uitkijkt, je de voorkant van je auto kapot rijdt.” Daarom bedacht hij een intelligente verkeersdrempel, die kan inveren als de automobilist zich aan de maximum toegestane snelheid houdt. “Op die manier word je als automobilist voor je gedrag beloond. Dat lijkt mij nuttiger dan bestraffen.”
De techniek hield hij ook simpel. Een laser meet de snelheid van het naderende voertuig. Als een auto bijvoorbeeld niet harder gaat dan vijftig kilometer per uur, dan blijft de drempel elastisch met behulp van een opstaande bladveer. De veer blokkeert wanneer te snel wordt gereden. De blokkering werkt door middel van een simpel mechanisme met een aantal schuin staande pallen en blokjes. “Iemand schreef mij: waarom maak je het systeem niet hydraulisch, maar mechanisch is beter. Je bent dan minder afhankelijk van omgevingsfactoren zoals de temperatuur. En de bediening kost toch al heel weinig energie.”
Een intelligente drempel is niet nieuw, in Drenthe bestaat hij al. “Maar dat is een idioot systeem, want die drempel komt pas omhoog als je te snel gaat. Dat levert bizarre verkeerssituaties op. Volgens mij kun je het beter andersom doen.”
Veel mensen zijn enthousiast over het ontwerp van Bakels, maar er zijn nog geen intelligente drempels besteld. “Dat is jammer, want ik denk dat ze erg nuttig zijn. Ik kan ze niet zelf laten maken, want daar heb ik het geld niet voor. Ik ben op zoek naar een investeerder.”
Met lobbyen en acquisitie heeft Bakels tijdens zijn loopbaan veel ervaring opgedaan. Nadat hij in 1974 klaar was met zijn studie had hij moeite om een vaste baan te vinden. Van 1974 tot 1989 werkte hij bij veel verschillende bedrijven, aan veel verschillende projecten. “Misschien omdat ik, met bijna tien jaar, lang over mijn studie heb gedaan. Mijn studententijd was leuk. Toen lag er nog niet veel druk achter om af te studeren en was er veel vrijheid en blijheid met veel bioscoopbezoek. Misschien dat ze mij daardoor iets te oud vonden. Maar misschien had ik minder geluk dan anderen.”
In 1989 kreeg hij er genoeg van om uitgezonden te worden door bureaus en begon hij zijn eigen zaak. “Ik had er simpelweg genoeg van dat die bureaus zoveel geld aan mij verdienden.”
Maar een eigen zaak beginnen vond Bakels ook moeilijk. “Ik heb nooit advertenties gezet maar altijd bedrijven gebeld. Vooral in het begin was dat ontzettend spannend, omdat je dan nog niet zo goed weet hoe je een opdracht kan binnenhalen. Het zorgde voor veel druk waardoor gesprekken soms gespannen waren. Nu weet ik dat je altijd jezelf moet zijn en normaal moet doen en niet overdreven beleefd.”
Ondanks zijn versnipperde loopbaan werd Bakels ingehuurd door het prestigieuze bedrijf ASML. “Dat verbaasde me, omdat ik niet de meest indrukwekkende loopbaan had”, zegt Bakels. “Maar tijdens de kennismakingsgesprekken vroegen ze me een aantal technologische probleemstellingen op te lossen. Een vraag weet ik nog goed: stel je hebt een schuin, rond balkje, met een ander balkje erop in normale toestand. Er is zoveel frictie, dat het balkje niet wegglijdt. Wat gebeurt er als het balkje draait. Glijdt het dan naar beneden of juist niet? Die vragen vond ik erg leuk en hebben er waarschijnlijk ook voor gezorgd dat ze me toen aannamen.”
Maar ook die werkplek was niet voor eeuwig. Vele projecten bij verschillende bedrijven volgden. “Ik vind het nog steeds geweldig om met mijn werk bezig te zijn en om alles zo uit te pluizen, maar soms is het wel lastig om een eenmansbedrijf te zijn. Je moet steeds weer de boer op, dat maakt het financieel onzekerder dan als je een vaste baan hebt. Je hebt geen vaste collega’s, wat ik jammer vind als ik door een bedrijf word ingehuurd waar veel aardige mensen werken. Soms ben ik juist blij dat ik niet in vaste dienst zit, want het gaat er niet overal zo leuk aan toe. Bovendien is het ook leuk om veel contacten te hebben met veel verschillende mensen en met veel verschillende projecten bezig te zijn.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.