Utrechts uit! De droom van een Delftse man. Bier en vrouwen. Vrouwen met wijn. Op zaterdagavond, en waarschijnlijk ook op iedere doordeweekse avond, is het feest in Utrecht. Leuk lachende meisjes in korte rokjes stralen je tegemoet.
Behalve als je de weg niet weet. “Je sta’a’t nu op het Lucas Bolwerk”, legt een meisje vol ongenoegen uit. Ik zoek door naar nummer 8, waar Unitas zich bevindt.
Gelukkig zijn ze niet allemaal zo ongeduldig en ongezellig. Binnen in de studentensociëteit is het eigenlijk precies hetzelfde als in Delft, maar dan dia-negatief. De stank in het gebouw, de vestjes van ‘het bestuur’, de voor een feest geverfde muren en het interieur. Het is allemaal niet te onderscheiden van elke andere studententent, alleen is het in Utrecht een all female party. Gelukkig hebben deze studentes de tupperwareleeftijd nog niet bereikt, en ook voor babyshowers is het te vroeg, maar verder wordt er gezongen, gegiecheld en geroddeld. Ik ben op een afstudeerfeestje van twee vriendinnen. Wanneer hun jaarclub hen toezingt laten de meiden niets onbesproken. Zuiver zingen ze, op de melodie van onschuldig ‘Onbewoond Eiland’ over het ochtendhumeur van de één, de slechte kledingsmaak en ongesteldheidskuren van de ander. “Als Maaike weer bloedt, doe het dan goed en geef haar een appelflap.” Vervolgens worden alle desbetreffende ex-vriendjes flink afgekraakt. De arme jongens zijn ook aanwezig en weten niet zo goed hoe ze moeten reageren. Ik raak aan de praat met een van de exen: “Hoe dan ook, ik ben blij dat die menstruatieperikelen van Maaike eindelijk eens zijn uitgesproken! Het is echt zo waar!” Ik ben er niet blij om, het interesseert me helemaal niets, maar ja, misschien gaat het zo, met een overschot aan vrouwen.
Er wordt niet zoveel gedanst, maar uiteindelijk weet ik een van de weinige jongens te strikken. Later op de avond raak ik met mijn danspartner verwikkeld in een gesprek over politiek. Voor mij het teken om ergens anders heen te gaan.
De doorzakkroeg waar wij terecht komen doet niet onder voor Speakers. Op de hit ‘Kom maar konijntje, kom maar wiebelen’ staat iedereen te stampen. Net zoals bij de andere Nederlandse knallers. Utrecht heeft er zin in. We leren de ‘four points dance techniek’ die absoluut niet verward mag worden met de ‘five points’-variant. Het wordt een late avond. Maar als we naar huis gaan is er nergens een snackbar te vinden zo goed als de Alev. En op dat moment ben ik blij dat ik in Delft woon. Dit gevoel duurt echter niet zo lang, de treinreis daarentegen des te meer.(CD)
Weet je een feest? Mail
De droom van een Delftse man. Bier en vrouwen. Vrouwen met wijn. Op zaterdagavond, en waarschijnlijk ook op iedere doordeweekse avond, is het feest in Utrecht. Leuk lachende meisjes in korte rokjes stralen je tegemoet. Behalve als je de weg niet weet. “Je sta’a’t nu op het Lucas Bolwerk”, legt een meisje vol ongenoegen uit. Ik zoek door naar nummer 8, waar Unitas zich bevindt.
Gelukkig zijn ze niet allemaal zo ongeduldig en ongezellig. Binnen in de studentensociëteit is het eigenlijk precies hetzelfde als in Delft, maar dan dia-negatief. De stank in het gebouw, de vestjes van ‘het bestuur’, de voor een feest geverfde muren en het interieur. Het is allemaal niet te onderscheiden van elke andere studententent, alleen is het in Utrecht een all female party. Gelukkig hebben deze studentes de tupperwareleeftijd nog niet bereikt, en ook voor babyshowers is het te vroeg, maar verder wordt er gezongen, gegiecheld en geroddeld. Ik ben op een afstudeerfeestje van twee vriendinnen. Wanneer hun jaarclub hen toezingt laten de meiden niets onbesproken. Zuiver zingen ze, op de melodie van onschuldig ‘Onbewoond Eiland’ over het ochtendhumeur van de één, de slechte kledingsmaak en ongesteldheidskuren van de ander. “Als Maaike weer bloedt, doe het dan goed en geef haar een appelflap.” Vervolgens worden alle desbetreffende ex-vriendjes flink afgekraakt. De arme jongens zijn ook aanwezig en weten niet zo goed hoe ze moeten reageren. Ik raak aan de praat met een van de exen: “Hoe dan ook, ik ben blij dat die menstruatieperikelen van Maaike eindelijk eens zijn uitgesproken! Het is echt zo waar!” Ik ben er niet blij om, het interesseert me helemaal niets, maar ja, misschien gaat het zo, met een overschot aan vrouwen.
Er wordt niet zoveel gedanst, maar uiteindelijk weet ik een van de weinige jongens te strikken. Later op de avond raak ik met mijn danspartner verwikkeld in een gesprek over politiek. Voor mij het teken om ergens anders heen te gaan.
De doorzakkroeg waar wij terecht komen doet niet onder voor Speakers. Op de hit ‘Kom maar konijntje, kom maar wiebelen’ staat iedereen te stampen. Net zoals bij de andere Nederlandse knallers. Utrecht heeft er zin in. We leren de ‘four points dance techniek’ die absoluut niet verward mag worden met de ‘five points’-variant. Het wordt een late avond. Maar als we naar huis gaan is er nergens een snackbar te vinden zo goed als de Alev. En op dat moment ben ik blij dat ik in Delft woon. Dit gevoel duurt echter niet zo lang, de treinreis daarentegen des te meer.(CD)
Weet je een feest? Mail
Comments are closed.