Campus

In de marge

Trots toont Sten Vollebregt een aantal flesjes zelf gebrouwen bier. “Onze Franse serie. De Liberté, op 5 mei gebrouwen, was een meibock, Fraternité een Duits witbiertje en Egalité een Stout”, aldus de brouwmeester van het Delftsch Bonds Brouwers Gilde.

“En de Gelpener Polderwolf is onze Zuid-Hollandse imitatie van de Gulpener Korenwolf. Over die naamgeving moet je niet te serieus doen. Meestal is het een plotselinge ingeving.” De etiketten zijn creatief bij elkaar gefotoshopt (een afbeelding van Stalin siert de Egalité) door een van de bijna twintig leden van de ruim 25-jarige ondervereniging van ‘De Bond’. Op de woensdagavond laven zij zich in de zelfbeheerde kelderbar aan een van de veertig speciaalbieren of aan de eigen brouwsels.

“Meestal brouwen we hoeveelheden van 25 liter, dat zijn drie kratten. Er staat nu vijftig te rijpen van het komende DSB-lustrumbiertje, een Pale Ale.” Vollebregt maakt de sluiting los van het vat en houdt zijn neus boven de inhoud: “Ruikt sterk, dat wordt een goeie!”, klinkt het tevreden.

“Bier brouwen duurt een hele dag. We gebruiken de roerlepels en pannen uit de keuken. Het overige materiaal, zoals schrootmolen, hevelfilter, koelspiraal, is van ons zelf.” De recepten komen van internet of uit ‘het groot zelf bierbrouwboek’. “Het bottelen doen we met een speciaal kroonkurkapparaat. Dan moet het nog een maand nagisten in de fles.”

Het moment dat het eerste flesje wordt opengetrokken is altijd weer spannend: gaat ‘ie smaken, is het geworden zoals bedoeld? Vollebregt herinnert zich het succes van de ‘Eye Opener’: “Een perfecte Gulden Draeck-imitatie, je ogen sprongen ervan open.”

De brouwsels komen nooit verder dan de eigen kelderbar. “Het verhaal gaat dat de vorige brouwmeester eens het laatste pijpje aan iemand van een brouwerij liet proeven. Die wilde het recept kopen, maar de brouwmeester had dat niet genoteerd. Dat heeft hem zwaar gefustreerd.” (JT)

Trots toont Sten Vollebregt een aantal flesjes zelf gebrouwen bier. “Onze Franse serie. De Liberté, op 5 mei gebrouwen, was een meibock, Fraternité een Duits witbiertje en Egalité een Stout”, aldus de brouwmeester van het Delftsch Bonds Brouwers Gilde. “En de Gelpener Polderwolf is onze Zuid-Hollandse imitatie van de Gulpener Korenwolf. Over die naamgeving moet je niet te serieus doen. Meestal is het een plotselinge ingeving.” De etiketten zijn creatief bij elkaar gefotoshopt (een afbeelding van Stalin siert de Egalité) door een van de bijna twintig leden van de ruim 25-jarige ondervereniging van ‘De Bond’. Op de woensdagavond laven zij zich in de zelfbeheerde kelderbar aan een van de veertig speciaalbieren of aan de eigen brouwsels.

“Meestal brouwen we hoeveelheden van 25 liter, dat zijn drie kratten. Er staat nu vijftig te rijpen van het komende DSB-lustrumbiertje, een Pale Ale.” Vollebregt maakt de sluiting los van het vat en houdt zijn neus boven de inhoud: “Ruikt sterk, dat wordt een goeie!”, klinkt het tevreden.

“Bier brouwen duurt een hele dag. We gebruiken de roerlepels en pannen uit de keuken. Het overige materiaal, zoals schrootmolen, hevelfilter, koelspiraal, is van ons zelf.” De recepten komen van internet of uit ‘het groot zelf bierbrouwboek’. “Het bottelen doen we met een speciaal kroonkurkapparaat. Dan moet het nog een maand nagisten in de fles.”

Het moment dat het eerste flesje wordt opengetrokken is altijd weer spannend: gaat ‘ie smaken, is het geworden zoals bedoeld? Vollebregt herinnert zich het succes van de ‘Eye Opener’: “Een perfecte Gulden Draeck-imitatie, je ogen sprongen ervan open.”

De brouwsels komen nooit verder dan de eigen kelderbar. “Het verhaal gaat dat de vorige brouwmeester eens het laatste pijpje aan iemand van een brouwerij liet proeven. Die wilde het recept kopen, maar de brouwmeester had dat niet genoteerd. Dat heeft hem zwaar gefustreerd.” (JT)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.