Campus

Een kantelend rolstoelplatform tegen rugklachten

De vergrijzing stelt tandartsen voor een groot probleem. Het is geen sinecure om ouderen die in een rolstoel zitten in de juiste behandelpositie krijgen.

Het Rotterdamse Centrum voor Reuma en Revalidatie heeft een oplossing. Met de ‘tuimelaar’ worden patiënten met rolstoel en al gekanteld.

Was het begin vorige eeuw nog chic om je van al je tanden te ontdoen en met een kunstgebit door het leven te gaan, tegenwoordig zou men je voor gek verklaren. Tandartsen hebben de kunst van het boren en vullen nu immers aardig onder de knie. Het resultaat is duidelijk zichtbaar: steeds meer ouderen hebben nog hun eigen tanden.

Maar de vakmannen dreigen zich nu in hun eigen vingers te snijden. Ouderen met echte tanden die in een rolstoel belanden . en dat zijn er door de verbeterde tandheelkundige zorg en de vergrijzing steeds meer – zijn namelijk niet de makkelijkste patiënten. Zeker niet als hun bovengebit in het geding is.

“Het is soms ontzettend improviseren”, zegt tandarts Frans Rooijakkers. “We zijn opgeleid om zittend te werken, terwijl de patiënt achterover ligt op een tandartsstoel. Als iemand niet uit zijn rolstoel kan, moeten we andere, vreemde werkhoudingen aannemen, waardoor onze ruggen eraan gaan.”

Het Rotterdamse Centrum voor Reuma en Revalidatie, waar Rooijakkers een dag in de week werkt, heeft een oplossing gevonden voor dit ergonomisch probleem. Samen met ingenieurs van het Erasmus Medisch Centrum, een ontwerpbureau en de Delftse industrieel ontwerper prof.ir. Daan van Eijk, maakte het de zogenaamde Universele Rolstoel Manipulator, ook wel de ‘tuimelaar’ genoemd. Het is een kantelbaar, in de vloer verzonken, platform. De wielen van de rolstoel worden er met pinnen aan vastgeklonken. Met een afstandsbediening kan de tandarts de rolstoel, inclusief patiënt, vervolgens achterover kantelen. Het centrum heeft de uitvinding onlangs gepatenteerd.

“Je kunt wel jaren nadenken over een handige manier om mensen van uit hun rolstoel op de tandartsstoel te krijgen”, zegt Van Eijk. “Maar de hele rolstoel kantelen, dat is veel slimmer. Uit ons onderzoek is gebleken dat je de stoel tot wel zeventig graden kunt kiepen zonder dat het oncomfortabel wordt voor de patiënt. Door deze draaiing en het feit dat het platform in de grond wegzakt, kan de tandarts zittend de patiënt behandelen. Doordat het apparaat helemaal in de grond verdwijnt, kan de ruimte daarna ook voor andere doeleinden gebruikt worden.”

Een revalidatiecentrum dat zelf apparatuur ontwikkelt en patenten aanvraagt, dat is op zijn zachts gezegd uitzonderlijk. “Nee, het is gestoord”, zegt Tom Bank, bestuurslid van het revalidatiecentrum. “Maar dan wel prettig gestoord, natuurlijk.” Directeur Wim van Deventer valt hem bij: “Als je in de zorg wat geld terug kunt verdienen, is dat mooi meegenomen. We zijn dan ook van plan de tuimelaar verder te ontwikkelen.”

Maar om geld is het Van Deventer niet voornamelijk te doen. “We zijn een revalidatiecentrum. Kiespijn leidt af van het revalidatieproces. Bovendien hadden we geen keus. De voorzitter van de bewonersvereniging, een ernstig gehandicapte vrouw die geen vin meer kan verroeren, kon geen tandheelkundige hulp meer krijgen. ‘Los het maar op’, zei ze tegen ons. We hebben gegoogled, maar er bleek nog geen oplossing te bestaan.”

Van Deventer en Bank hadden verwacht dat de industrie direct op de tuimelaar zou springen. Gezien de vergrijzing en het feit dat mensen hun gebit langer houden, zou daar toch wel een markt voor moeten zijn, redeneerden ze. Maar van een stormloop is vooralsnog geen sprake. Ergens vindt Bank dit ook wel logisch: verpleeghuizen maken zich al dertig jaar geen zorgen over tandheelkundige hulp. Tot voor kort had iedereen toch een kunstgebit.”

Uit onderzoek is gebleken dat je de rolstoel tot wel zeventig graden kunt kiepen zonder dat het oncomfortabel wordt voor de patiënt. (Foto: G. Kannegieter)

Was het begin vorige eeuw nog chic om je van al je tanden te ontdoen en met een kunstgebit door het leven te gaan, tegenwoordig zou men je voor gek verklaren. Tandartsen hebben de kunst van het boren en vullen nu immers aardig onder de knie. Het resultaat is duidelijk zichtbaar: steeds meer ouderen hebben nog hun eigen tanden.

Maar de vakmannen dreigen zich nu in hun eigen vingers te snijden. Ouderen met echte tanden die in een rolstoel belanden . en dat zijn er door de verbeterde tandheelkundige zorg en de vergrijzing steeds meer – zijn namelijk niet de makkelijkste patiënten. Zeker niet als hun bovengebit in het geding is.

“Het is soms ontzettend improviseren”, zegt tandarts Frans Rooijakkers. “We zijn opgeleid om zittend te werken, terwijl de patiënt achterover ligt op een tandartsstoel. Als iemand niet uit zijn rolstoel kan, moeten we andere, vreemde werkhoudingen aannemen, waardoor onze ruggen eraan gaan.”

Het Rotterdamse Centrum voor Reuma en Revalidatie, waar Rooijakkers een dag in de week werkt, heeft een oplossing gevonden voor dit ergonomisch probleem. Samen met ingenieurs van het Erasmus Medisch Centrum, een ontwerpbureau en de Delftse industrieel ontwerper prof.ir. Daan van Eijk, maakte het de zogenaamde Universele Rolstoel Manipulator, ook wel de ‘tuimelaar’ genoemd. Het is een kantelbaar, in de vloer verzonken, platform. De wielen van de rolstoel worden er met pinnen aan vastgeklonken. Met een afstandsbediening kan de tandarts de rolstoel, inclusief patiënt, vervolgens achterover kantelen. Het centrum heeft de uitvinding onlangs gepatenteerd.

“Je kunt wel jaren nadenken over een handige manier om mensen van uit hun rolstoel op de tandartsstoel te krijgen”, zegt Van Eijk. “Maar de hele rolstoel kantelen, dat is veel slimmer. Uit ons onderzoek is gebleken dat je de stoel tot wel zeventig graden kunt kiepen zonder dat het oncomfortabel wordt voor de patiënt. Door deze draaiing en het feit dat het platform in de grond wegzakt, kan de tandarts zittend de patiënt behandelen. Doordat het apparaat helemaal in de grond verdwijnt, kan de ruimte daarna ook voor andere doeleinden gebruikt worden.”

Een revalidatiecentrum dat zelf apparatuur ontwikkelt en patenten aanvraagt, dat is op zijn zachts gezegd uitzonderlijk. “Nee, het is gestoord”, zegt Tom Bank, bestuurslid van het revalidatiecentrum. “Maar dan wel prettig gestoord, natuurlijk.” Directeur Wim van Deventer valt hem bij: “Als je in de zorg wat geld terug kunt verdienen, is dat mooi meegenomen. We zijn dan ook van plan de tuimelaar verder te ontwikkelen.”

Maar om geld is het Van Deventer niet voornamelijk te doen. “We zijn een revalidatiecentrum. Kiespijn leidt af van het revalidatieproces. Bovendien hadden we geen keus. De voorzitter van de bewonersvereniging, een ernstig gehandicapte vrouw die geen vin meer kan verroeren, kon geen tandheelkundige hulp meer krijgen. ‘Los het maar op’, zei ze tegen ons. We hebben gegoogled, maar er bleek nog geen oplossing te bestaan.”

Van Deventer en Bank hadden verwacht dat de industrie direct op de tuimelaar zou springen. Gezien de vergrijzing en het feit dat mensen hun gebit langer houden, zou daar toch wel een markt voor moeten zijn, redeneerden ze. Maar van een stormloop is vooralsnog geen sprake. Ergens vindt Bank dit ook wel logisch: verpleeghuizen maken zich al dertig jaar geen zorgen over tandheelkundige hulp. Tot voor kort had iedereen toch een kunstgebit.”

Uit onderzoek is gebleken dat je de rolstoel tot wel zeventig graden kunt kiepen zonder dat het oncomfortabel wordt voor de patiënt. (Foto: G. Kannegieter)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.