Campus

PSOR

Bij Civiel borrelen ze al vroeg. Het is nog voor vieren als het faculteitscafé opengaat. Een groen scheidingswandje op de begaande grond verhult een weinig ‘betonnerige’ bruine kroeg.

Met de muziek van Doe Maar op de achtergrond genieten enkele stamgasten, vooral personeelsleden, van hun wekelijkse afzakkertje. Veel studenten zijn nog niet te signaleren. Het blijft bij een enkele afstudeerder die het vandaag niet meer zag zitten.

,,Het wordt drukker als straks de jaarlijkse commissieborrel begint”, vertelt Mark Veenma, de voorzitter van het PSOR-bestuur. ,,De afkorting staat voor Personeel en Studenten Ontspannings Ruimte. Maar het is gewoon een café, hoor”, voegt hij er aan toe. ,,Vorig jaar is-ie grondig verbouwd, met als resultaat een riante borrelruimte, die door een schuifwand tot vergaderzaal getransformeerd kan worden.”

In tegenstelling tot de rest van het gebouw, bestaat de inrichting vooral uit donkerbruin hout. Verder is PSOR in het bezit van een splinternieuwe tap en kan er gebiljart worden. Zoals Veenma al zegt: ,,We streven ernaar om van deze ruimte een echte bruine kroeg te maken.” Maar er zijn meer plannen die op uitvoering wachten. ,,Voorlopig zijn er alleen zakjes chips verkrijgbaar als versnapering. Dit willen we uitbreiden met de verkoop van tosti’s. Ook een frituur staat op ons verlanglijstje. Verder zijn we bezig met de herinvoering van het metertje bier.”

De verantwoording en het beheer van het café ligt in handen van het PSOR-bestuur. Deze commissie bestaat uit negen personen, waarvan vier studenten. Rob Vos is één van de studenten in de commissie en zit daarnaast ook in het bestuur van de studievereniging van Civiele Techniek, Het Gezelschap ”Practische Studie”. ,,Veel mensen noemen PS en PSOR ten onrechte in één adem, door de overeenkomstige afkorting. In feite heeft de studievereniging niets te maken met het faculteitscafé. De PSOR-commissie regelt een hoop activiteiten zonder toedoen van PS. Zo organiseren we de bijna traditionele Heineken-excursie, vieren we Sinterklaas met de kinderen van personeelsleden, hebben we Karaoke-avonden en is er een jaarlijks tappers-uitje.”

Elke donderdag van half vier tot acht zijn de deuren geopend. Veenma: ,,We gaan ook wel eens tot een uurtje of tien door, maar dat is wel het uiterste.” Vos herinnert Veenma aan de keer dat er doorgeborreld werd tot twaalf uur. ,,Oh ja”, lacht Veenma. ,,De bewaking kwam ons tegemoet toen we wilden vertrekken. We hadden het bewegingsalarm af laten gaan.”

Normaliter is het aantal studenten dat het café bezoekt op een paar handen te tellen, bekennen de twee organisatoren. ,,Het is heel moeilijk de studenten uit de sociëteit te krijgen om ze te laten borrelen bij PSOR. Maar door dit soort avonden, waar veel commissieleden naartoe komen, hopen we wat studenten te enthousiasmeren.”

Tegen zessen is het spitsuur. De meeste personeelsleden zijnondertussen al vertrokken. Studenten hebben hun plaats aan de bar overgenomen. Achter de bar staat een vrouwelijke tapper. ,,Er zijn veel vrouwen die hier tappen”, legt ze uit. ,,Ik doe het samen met wat vriendinnetjes. Zo zie je het personeel ook eens van een andere kant.” Om hieraan toe te voegen: ,,Doordat je het personeel kent, krijg je ook sneller wat gedaan.”

Een gemis voor veel studenten blijkt de lage opkomst van hoogleraren. ,,Je kunt nooit ‘ns lekker doorlullen met je prof, over de Erasmusbrug of zo”, vindt de oud-voorzitter van PS. ,,Er zijn er wel een paar die een wekelijkse PSOR-gang hebben, maar dat zijn er te weinig, vind ik.”

De meningen over het café lopen uiteen. Een persoon die voor het eerst voet zet in het faculteitscafé, heeft zijn mening meteen klaar over de ruimte. Hij kijkt wat rond en stelt dan voor aan een comissiegenoot: ,,Ga je mee, dan gaan we naar de Bouwpub.” Een andere bezoeker is het niet eens met deze opmerking. ,,Het is in ieder geval geen lokaal waar een geïmproviseerde bar in is gezet”, vindt hij. Weer een ander vindt de ‘tent wel oké’, maar geeft te kennen dat het café wat ‘coole rap’ mist.

Rond een uurtje of acht eindigt de borrel. De meesten gaan huiswaarts om een hapje te eten. Maar de echte die-hards fietsen richting sociëteit om verder te borrelen.

Bas van Dijk

Bij Civiel borrelen ze al vroeg. Het is nog voor vieren als het faculteitscafé opengaat. Een groen scheidingswandje op de begaande grond verhult een weinig ‘betonnerige’ bruine kroeg. Met de muziek van Doe Maar op de achtergrond genieten enkele stamgasten, vooral personeelsleden, van hun wekelijkse afzakkertje. Veel studenten zijn nog niet te signaleren. Het blijft bij een enkele afstudeerder die het vandaag niet meer zag zitten.

,,Het wordt drukker als straks de jaarlijkse commissieborrel begint”, vertelt Mark Veenma, de voorzitter van het PSOR-bestuur. ,,De afkorting staat voor Personeel en Studenten Ontspannings Ruimte. Maar het is gewoon een café, hoor”, voegt hij er aan toe. ,,Vorig jaar is-ie grondig verbouwd, met als resultaat een riante borrelruimte, die door een schuifwand tot vergaderzaal getransformeerd kan worden.”

In tegenstelling tot de rest van het gebouw, bestaat de inrichting vooral uit donkerbruin hout. Verder is PSOR in het bezit van een splinternieuwe tap en kan er gebiljart worden. Zoals Veenma al zegt: ,,We streven ernaar om van deze ruimte een echte bruine kroeg te maken.” Maar er zijn meer plannen die op uitvoering wachten. ,,Voorlopig zijn er alleen zakjes chips verkrijgbaar als versnapering. Dit willen we uitbreiden met de verkoop van tosti’s. Ook een frituur staat op ons verlanglijstje. Verder zijn we bezig met de herinvoering van het metertje bier.”

De verantwoording en het beheer van het café ligt in handen van het PSOR-bestuur. Deze commissie bestaat uit negen personen, waarvan vier studenten. Rob Vos is één van de studenten in de commissie en zit daarnaast ook in het bestuur van de studievereniging van Civiele Techniek, Het Gezelschap ”Practische Studie”. ,,Veel mensen noemen PS en PSOR ten onrechte in één adem, door de overeenkomstige afkorting. In feite heeft de studievereniging niets te maken met het faculteitscafé. De PSOR-commissie regelt een hoop activiteiten zonder toedoen van PS. Zo organiseren we de bijna traditionele Heineken-excursie, vieren we Sinterklaas met de kinderen van personeelsleden, hebben we Karaoke-avonden en is er een jaarlijks tappers-uitje.”

Elke donderdag van half vier tot acht zijn de deuren geopend. Veenma: ,,We gaan ook wel eens tot een uurtje of tien door, maar dat is wel het uiterste.” Vos herinnert Veenma aan de keer dat er doorgeborreld werd tot twaalf uur. ,,Oh ja”, lacht Veenma. ,,De bewaking kwam ons tegemoet toen we wilden vertrekken. We hadden het bewegingsalarm af laten gaan.”

Normaliter is het aantal studenten dat het café bezoekt op een paar handen te tellen, bekennen de twee organisatoren. ,,Het is heel moeilijk de studenten uit de sociëteit te krijgen om ze te laten borrelen bij PSOR. Maar door dit soort avonden, waar veel commissieleden naartoe komen, hopen we wat studenten te enthousiasmeren.”

Tegen zessen is het spitsuur. De meeste personeelsleden zijnondertussen al vertrokken. Studenten hebben hun plaats aan de bar overgenomen. Achter de bar staat een vrouwelijke tapper. ,,Er zijn veel vrouwen die hier tappen”, legt ze uit. ,,Ik doe het samen met wat vriendinnetjes. Zo zie je het personeel ook eens van een andere kant.” Om hieraan toe te voegen: ,,Doordat je het personeel kent, krijg je ook sneller wat gedaan.”

Een gemis voor veel studenten blijkt de lage opkomst van hoogleraren. ,,Je kunt nooit ‘ns lekker doorlullen met je prof, over de Erasmusbrug of zo”, vindt de oud-voorzitter van PS. ,,Er zijn er wel een paar die een wekelijkse PSOR-gang hebben, maar dat zijn er te weinig, vind ik.”

De meningen over het café lopen uiteen. Een persoon die voor het eerst voet zet in het faculteitscafé, heeft zijn mening meteen klaar over de ruimte. Hij kijkt wat rond en stelt dan voor aan een comissiegenoot: ,,Ga je mee, dan gaan we naar de Bouwpub.” Een andere bezoeker is het niet eens met deze opmerking. ,,Het is in ieder geval geen lokaal waar een geïmproviseerde bar in is gezet”, vindt hij. Weer een ander vindt de ‘tent wel oké’, maar geeft te kennen dat het café wat ‘coole rap’ mist.

Rond een uurtje of acht eindigt de borrel. De meesten gaan huiswaarts om een hapje te eten. Maar de echte die-hards fietsen richting sociëteit om verder te borrelen.

Bas van Dijk

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.