Campus

,,Op de TU kan nooit wat, maar alles kan”

Sommigen herkennen hem misschien van een gastoptreden bij het zigeunerorkest Tata Mirando tijdens het Delfts grachtenconcert afgelopen zomer. Maar de meesten zullen hem kennen als de voormalig directeur van de Nederlandse Kabel Fabriek of als hoogleraar hoogspanningstechniek.

Rustig aan neemt de TU afscheid van een kleurrijk persoon, prof.dr.ir. F.H. Kreuger.

,,Beroemd, ja wat is beroemd. Einstein was beroemd. Maar ik? Binnen mijn vakgebied kennen ze me, maar daarbuiten niet, denk ik.” Kreuger is nuchter over zijn bekendheid. Ook de onderscheidingen aan de muur in zijn kantoor doet hij luchtig af met een ,,tja, soms krijg je zoiets voor je werk”.

Enige faam geniet hij echter wel degelijk. Niet voor niets wijdde het internationaal toonaangevende elektrotechnische tijdschrift van I triple E (IEEE, institute for electrical and electronic engineers) onlangs een dik boekwerk aan Kreuger en zijn werk. Op de voorkant prijkt een montagefoto van een dertig jaar jongere Kreuger in zigeunervest, vioolspelend in een landschap vol bliksems. ,,Dat vind ik wel een groot eerbewijs”, geeft hij toe.

Als je Kreuger ziet zitten, een man van tegen de zeventig in een net pak, is het moeilijk voor te stellen dat hij in zijn vrije tijd in een knalrood vest op het podium opzwepende zigeunermuziek uit zijn viool tovert. ,,Die kleding hoort bij de muziek. Net zoals de nodige grapjes”, verklaart Kreuger. Of misschien is het toch wel een beetje voor te stellen. De gymschoenen onder het pak verraden enige excentriciteit.

De bliksems op de foto van de IEEE transactions on dielectrics verwijzen naar zijn wetenschappelijke stokpaardje: partiële ontladingen. Een maatschappelijk relevant onderzoeksgebied, aangezien de isolatie van hoogspanningskabels en andere hoogspanningsapparatuur door dit verschijnsel kapot gaan. Kreuger: ,,Heel Nederland, zowel ondergronds als bovengronds, ligt er vol van, dus is het van belang te weten hoe dat werkt.”

Hij haalt een doorzichtig cilindervormig blok isolatiemateriaal uit de kast. Het lijkt alsof er een kleine bliksem in gevangen zit. ,,Op de punten waar een minuscuul gaatje in het materiaal zit, kunnen deze partiële ontladingen optreden en kan de isolatie doorslaan en dat is gevaarlijk”, zegt Kreuger. ,,Op die manier kan een hele stad zonder stroom komen te zitten. Toen ik met het onderzoek begon was er nog heel weinig bekend over partiële ontlading. Inmiddels is er een apparaat ontwikkeld dat deze gaatjes kan opsporen en zelfs analyseren.”
Hoogleraar

De carrière van de geboren Amsterdammer Kreuger begon aan de TU Delft. Na in 1954 te zijn afgestudeerd verbleef Kreuger enige tijd in het buitenland, een reden waarom hij nu nog steeds Zweeds spreekt. Eenmaal weer in Nederland vond Kreugerwerk bij de Nederlandse Kabel Fabriek in Delft. Als researchmedewerker was hij in de gelegenheid zijn doctorstitel te behalen. Bijna dertig jaar werkte Kreuger bij NKF waar hij langzaam opklom tot directeur.

Pas vlak voor zijn pensioen bij NKF werd hij hoogleraar aan de TU. ,,Ze hadden me al wel eerder gevraagd voor het hoogleraarschap. En ik wilde ook wel, maar alleen voor een deeltijd-aanstelling, want ik had nog een grote job te doen bij NKF, een reorganisatie. Dat parttime hoogleraarschap sneuvelde toen op bezuinigingsmaatregelen aan de TU.”

Misschien achteraf maar goed ook, want Kreuger zal al zijn energie nodig gehad hebben voor de grondige reorganisatie die NKF moest ondergaan. ,,De Japanners verkochten in die tijd kabels tegen metaalprijzen. En daar moesten wij tegen opboksen.”

Kreuger: ,,De reorganisatie viel me niet licht, maar aan de andere kant was het ook zo hard nodig. Het was een bedrijf dat de moeite waard was om te redden. Het is een beetje te vergelijken met Fokker. Onze branche had dezelfde gevoelswaarde als Fokker, namelijk die van een gerenommeerd Hollands bedrijf.”

Er zijn in die tijd veel kabelbedrijven gesneuveld in Europa, maar NKF heeft het overleefd. ,,Mijn opvolgers hebben er een ijzersterk bedrijf van gemaakt. Daar ben ik erg blij om”, zegt Kreuger. Na zijn pensioen als directeur is hij alsnog hoogleraar hoogspanningstechniek geworden. Hij volgde zijn promotor en afstudeerprofessor Heijn op.

,,De TU is maar een gek bedrijf”, vindt Kreuger. ,,Er kan nooit iets, maar alles kan. Er is altijd wel een regeltje waardoor een nieuw plan tegengehouden wordt. Maar als je iets echt wilt, blijkt er ontzettend veel te kunnen. Je verzint een andere regel of je begint gewoon. Het is een kwestie van doorzetten.”

In eerste instantie kwam Kreuger op de TU voor het onderwijs, maar langzaam maar zeker groeide er een ploegje medewerkers om hem heen waarmee hij van alles ging doen. Hij bleef twee jaar langer dan gepland. ,,We hadden nog geen opvolger toen ik 65 werd.”

Nu hij met emeritaat is, kan Kreuger zich gaan toeleggen op het schrijven van een boek over de zigeunermuziek. De technicus houdt van schrijven. ,,Graven in een bepaald onderwerp en dingen op een rij zetten. Dat vond ik al leuk als wetenschapper, en datzelfde plezier heb ik nu ook in het schrijven over mijn hobby.”
Zigeunermuziek

Kreuger heeft geen banden met de Balkan, waar de zigeunermuziek vandaan komt, maar wel met de muziek. ,,Als je er eenmaal warm voor loopt dan ben je verloren.” Zigeunermuziek is nog ouder dan de jazz. ,,Het stamt nog uit de tijd van Haydn en Mozart”, weet Kreuger. ,,De muziek wordt uit het hoofd gespeeld en is ook niet op papier te vinden. Ik kan dan ook bijna geen noot lezen.”

,,Mijn boek gaat over hoe dat in zijn werk gaat, als er niets op papier staat. Welke rol hebben de verschillende spelers? Ook verdiep ik me in hoe het komt dat zigeunermuziek klinkt als zigeunermuziek. Wat zijn de kenmerken van die muziek,welke soorten zijn er? Wat me op dit moment nog erg bezig houdt is de vraag waardoor Nederland, als enige land in Europa, naast professionele orkesten ook nog enkele tientallen amateurorkesten heeft.”

Het orkest van Kreuger is één van die amateurorkesten. Hij kent de orkestleden van de professionele Mirando’s persoonlijk. Onlangs heeft hij nog bandopnamen met hen gemaakt. ,,Hoewel ze het iedere dag doen kun je merken dat ze plezier hebben in muziek maken.”

Weinig leden van zigeunerorkesten zijn echte zigeuners. ,,Er zijn niet veel zigeuners meer sinds de Duitsers hier hebben huisgehouden”, zegt hij, met een boze ondertoon in zijn stem. ,,Dat is niet zo bekend in Nederland, maar zij vielen ook onder de rassen waar de Duitsers waanbeelden over hadden.” Na vier wetenschappelijke boeken wordt de verhandeling over zigeunermuziek Kreugers vijfde boek.

Afgelopen november nam de hoogleraar afscheid. Tata Mirando was op zijn receptie en Kreuger speelde weer mee. Hij is nog niet helemaal weg bij de TU. Niet dat hij geen afscheid kan nemen, maar hij heeft gewoon nog wat klussen te doen. ,,Ik moet nog een promovendus afleveren en er zijn nog wat kleine dingetjes die afgerond moeten worden. Een publicatietje hier en een jobje daar. Je loopt niet zomaar weg. Je moet alles wel afmaken. Tot twee weken geleden gaf ik nog colleges. Mijn opvolger kon toch moeilijk alles in één keer overnemen.”

Of hij de TU en de wetenschap zal missen? ,,Ach alles in het leven heeft zijn tijd. Ik kan dingen goed loslaten. Net als bij NKF. Op een gegeven moment moet je het weer aan je opvolgers overlaten.”

Joyce Ouwerkerk

Sommigen herkennen hem misschien van een gastoptreden bij het zigeunerorkest Tata Mirando tijdens het Delfts grachtenconcert afgelopen zomer. Maar de meesten zullen hem kennen als de voormalig directeur van de Nederlandse Kabel Fabriek of als hoogleraar hoogspanningstechniek. Rustig aan neemt de TU afscheid van een kleurrijk persoon, prof.dr.ir. F.H. Kreuger.

,,Beroemd, ja wat is beroemd. Einstein was beroemd. Maar ik? Binnen mijn vakgebied kennen ze me, maar daarbuiten niet, denk ik.” Kreuger is nuchter over zijn bekendheid. Ook de onderscheidingen aan de muur in zijn kantoor doet hij luchtig af met een ,,tja, soms krijg je zoiets voor je werk”.

Enige faam geniet hij echter wel degelijk. Niet voor niets wijdde het internationaal toonaangevende elektrotechnische tijdschrift van I triple E (IEEE, institute for electrical and electronic engineers) onlangs een dik boekwerk aan Kreuger en zijn werk. Op de voorkant prijkt een montagefoto van een dertig jaar jongere Kreuger in zigeunervest, vioolspelend in een landschap vol bliksems. ,,Dat vind ik wel een groot eerbewijs”, geeft hij toe.

Als je Kreuger ziet zitten, een man van tegen de zeventig in een net pak, is het moeilijk voor te stellen dat hij in zijn vrije tijd in een knalrood vest op het podium opzwepende zigeunermuziek uit zijn viool tovert. ,,Die kleding hoort bij de muziek. Net zoals de nodige grapjes”, verklaart Kreuger. Of misschien is het toch wel een beetje voor te stellen. De gymschoenen onder het pak verraden enige excentriciteit.

De bliksems op de foto van de IEEE transactions on dielectrics verwijzen naar zijn wetenschappelijke stokpaardje: partiële ontladingen. Een maatschappelijk relevant onderzoeksgebied, aangezien de isolatie van hoogspanningskabels en andere hoogspanningsapparatuur door dit verschijnsel kapot gaan. Kreuger: ,,Heel Nederland, zowel ondergronds als bovengronds, ligt er vol van, dus is het van belang te weten hoe dat werkt.”

Hij haalt een doorzichtig cilindervormig blok isolatiemateriaal uit de kast. Het lijkt alsof er een kleine bliksem in gevangen zit. ,,Op de punten waar een minuscuul gaatje in het materiaal zit, kunnen deze partiële ontladingen optreden en kan de isolatie doorslaan en dat is gevaarlijk”, zegt Kreuger. ,,Op die manier kan een hele stad zonder stroom komen te zitten. Toen ik met het onderzoek begon was er nog heel weinig bekend over partiële ontlading. Inmiddels is er een apparaat ontwikkeld dat deze gaatjes kan opsporen en zelfs analyseren.”
Hoogleraar

De carrière van de geboren Amsterdammer Kreuger begon aan de TU Delft. Na in 1954 te zijn afgestudeerd verbleef Kreuger enige tijd in het buitenland, een reden waarom hij nu nog steeds Zweeds spreekt. Eenmaal weer in Nederland vond Kreugerwerk bij de Nederlandse Kabel Fabriek in Delft. Als researchmedewerker was hij in de gelegenheid zijn doctorstitel te behalen. Bijna dertig jaar werkte Kreuger bij NKF waar hij langzaam opklom tot directeur.

Pas vlak voor zijn pensioen bij NKF werd hij hoogleraar aan de TU. ,,Ze hadden me al wel eerder gevraagd voor het hoogleraarschap. En ik wilde ook wel, maar alleen voor een deeltijd-aanstelling, want ik had nog een grote job te doen bij NKF, een reorganisatie. Dat parttime hoogleraarschap sneuvelde toen op bezuinigingsmaatregelen aan de TU.”

Misschien achteraf maar goed ook, want Kreuger zal al zijn energie nodig gehad hebben voor de grondige reorganisatie die NKF moest ondergaan. ,,De Japanners verkochten in die tijd kabels tegen metaalprijzen. En daar moesten wij tegen opboksen.”

Kreuger: ,,De reorganisatie viel me niet licht, maar aan de andere kant was het ook zo hard nodig. Het was een bedrijf dat de moeite waard was om te redden. Het is een beetje te vergelijken met Fokker. Onze branche had dezelfde gevoelswaarde als Fokker, namelijk die van een gerenommeerd Hollands bedrijf.”

Er zijn in die tijd veel kabelbedrijven gesneuveld in Europa, maar NKF heeft het overleefd. ,,Mijn opvolgers hebben er een ijzersterk bedrijf van gemaakt. Daar ben ik erg blij om”, zegt Kreuger. Na zijn pensioen als directeur is hij alsnog hoogleraar hoogspanningstechniek geworden. Hij volgde zijn promotor en afstudeerprofessor Heijn op.

,,De TU is maar een gek bedrijf”, vindt Kreuger. ,,Er kan nooit iets, maar alles kan. Er is altijd wel een regeltje waardoor een nieuw plan tegengehouden wordt. Maar als je iets echt wilt, blijkt er ontzettend veel te kunnen. Je verzint een andere regel of je begint gewoon. Het is een kwestie van doorzetten.”

In eerste instantie kwam Kreuger op de TU voor het onderwijs, maar langzaam maar zeker groeide er een ploegje medewerkers om hem heen waarmee hij van alles ging doen. Hij bleef twee jaar langer dan gepland. ,,We hadden nog geen opvolger toen ik 65 werd.”

Nu hij met emeritaat is, kan Kreuger zich gaan toeleggen op het schrijven van een boek over de zigeunermuziek. De technicus houdt van schrijven. ,,Graven in een bepaald onderwerp en dingen op een rij zetten. Dat vond ik al leuk als wetenschapper, en datzelfde plezier heb ik nu ook in het schrijven over mijn hobby.”
Zigeunermuziek

Kreuger heeft geen banden met de Balkan, waar de zigeunermuziek vandaan komt, maar wel met de muziek. ,,Als je er eenmaal warm voor loopt dan ben je verloren.” Zigeunermuziek is nog ouder dan de jazz. ,,Het stamt nog uit de tijd van Haydn en Mozart”, weet Kreuger. ,,De muziek wordt uit het hoofd gespeeld en is ook niet op papier te vinden. Ik kan dan ook bijna geen noot lezen.”

,,Mijn boek gaat over hoe dat in zijn werk gaat, als er niets op papier staat. Welke rol hebben de verschillende spelers? Ook verdiep ik me in hoe het komt dat zigeunermuziek klinkt als zigeunermuziek. Wat zijn de kenmerken van die muziek,welke soorten zijn er? Wat me op dit moment nog erg bezig houdt is de vraag waardoor Nederland, als enige land in Europa, naast professionele orkesten ook nog enkele tientallen amateurorkesten heeft.”

Het orkest van Kreuger is één van die amateurorkesten. Hij kent de orkestleden van de professionele Mirando’s persoonlijk. Onlangs heeft hij nog bandopnamen met hen gemaakt. ,,Hoewel ze het iedere dag doen kun je merken dat ze plezier hebben in muziek maken.”

Weinig leden van zigeunerorkesten zijn echte zigeuners. ,,Er zijn niet veel zigeuners meer sinds de Duitsers hier hebben huisgehouden”, zegt hij, met een boze ondertoon in zijn stem. ,,Dat is niet zo bekend in Nederland, maar zij vielen ook onder de rassen waar de Duitsers waanbeelden over hadden.” Na vier wetenschappelijke boeken wordt de verhandeling over zigeunermuziek Kreugers vijfde boek.

Afgelopen november nam de hoogleraar afscheid. Tata Mirando was op zijn receptie en Kreuger speelde weer mee. Hij is nog niet helemaal weg bij de TU. Niet dat hij geen afscheid kan nemen, maar hij heeft gewoon nog wat klussen te doen. ,,Ik moet nog een promovendus afleveren en er zijn nog wat kleine dingetjes die afgerond moeten worden. Een publicatietje hier en een jobje daar. Je loopt niet zomaar weg. Je moet alles wel afmaken. Tot twee weken geleden gaf ik nog colleges. Mijn opvolger kon toch moeilijk alles in één keer overnemen.”

Of hij de TU en de wetenschap zal missen? ,,Ach alles in het leven heeft zijn tijd. Ik kan dingen goed loslaten. Net als bij NKF. Op een gegeven moment moet je het weer aan je opvolgers overlaten.”

Joyce Ouwerkerk

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.