De komende weken kiezen de studenten hun vertegenwoordigers in de universiteitsraad. De gebruikelijke strijd tussen links en rechts loopt echter op zijn einde.
Steeds meer studenten-fracties gaan over tot verregaande samenwerking of zelfs fusie. Wellicht een reden voor de studentenorganisaties LSVb en ISO om ook de strijdbijl te begraven?
Even is er het deja-vugevoel, na lezing van het voorwoord van het LSVb beleidsplan 1995. In het eerste hoofdstuk wordt de lezer een beschouwing beloofd van het functioneren van de bond in zijn ‘maatschappelijke context’. ,,Getracht is een kijk op de langere termijn te werpen”, laten de auteurs weten, ,,om ontwikkelingen, doelen en goede voornemens ook een heldere context te geven.”
Heeft de LSVb weer last van linkse ideologie? Het valt mee. Veel verder dan de opmerking dat ‘sociale rechtvaardigheid’ nog altijd hoog in het vaandel van de bond staat, komt het betoog niet. Voor de rest beperkt het plan zich tot neutrale voornemens: praktische belangenbehartiging, dienstverlening en het bevorderen van contacten tussen studenten uit diverse organisaties. Niet echt strijdpunten om je als ‘linkse’ bond mee te profileren ten opzichte de ‘pragmatische’ concurrent ISO.
Het gaat hard de laatste tijd. De grootste lidbond van de LSVb, de VSSD uit Delft, liet in februari weten ,,dat het maar eens afgelopen moet zijn met het moddergevecht” tussen de twee landelijke studentenorganisaties. Om vervolgens een overleg te starten met het ISO. Volgens voorzitter Emiel Ramakers kunnen de landelijke bonden beter een voorbeeld nemen aan de Delftse bond. Radicale en behoudende studenten maken beiden deel uit van de VSSD. Verschillen van mening worden zoveel mogelijk binnenskamers uitgevochten.
Een-tweetje
Een week later kondigden de ‘linkse’ studentenbond ASVA en de ‘rechtse’ studentenorganisatie OBAS uit Amsterdam aan dat zij een fusie overwegen. Weer een week daarna werd bekend dat in Tilburg de progressieve PSF en het gematigde TSO gezamenlijk de verkiezingen voor een nieuwe universiteitsraad ingaan. Zelfs de traditioneel radicale studentenbond AKKU uit Nijmegen werkt tegenwoordig nauw samen met de studentenfracties PSF en ONS om het universiteitsbestuur van repliek te kunnen dienen. In Groningen hebben studenten bij de komende verkiezing zelfs helemaal geen keuze meer tussen links en rechts. Sorug en Grunk zijn er opgegaan in de gezamenlijke Studenten Fractie Groningen (SFG).
,,Afgelopen jaar zijn we al een lijstverbinding aangegaan omte experimenteren met de samenwerking”, zegt Alice Diels van de SFG. ,,We waren bang dat veel minder studenten zouden gaan stemmen door gebrek aan keuzemogelijkheden. Het tegendeel bleek waar. Bijna 45 procent is naar de stembus gegaan.” Ze is tevreden over de proef. ,,Als het gaat om studentenbelangen spelen politieke verschillen niet zo’n grote rol. Je hoort wel eens dat we de universitaire democratie om zeep helpen door nog maar met één partij de verkiezingen in te gaan, maar dat vind ik onzin. Democratie betekent wat mij betreft: als studenten gezamenlijk je stem laten horen.”
Toch blijven LSVb en ISO halsstarrig vasthouden aan hun gescheiden levens. ,,Samenwerken doen we al, maar over samengáán wordt zeker niet nagedacht”, zegt Arjan de Wilde. ,,De verschillen tussen ISO en LSVb zijn de laatste tijd genivelleerd, maar bij een fusie gaat veel te veel verloren. Door apart te blijven hou je elkaar scherp.”
LSVb-bestuurder Susanne van de Wateringen voelt al evenmin voor een fusie. ,,De verschillen zijn misschien niet meer zo goed zichtbaar. Maar het ISO is gewoon geen studentenvakbond. Ze beperken zich tot praten met Ritzen. Bovendien gaat de LSVb heel anders om met zijn standpunten. Het ISO is alleen uit op het sluiten van compromissen, wij zijn feller in ons verzet.” De laatste aanvaring ligt beide organisaties dan ook nog vers in het geheugen. In november liep de LSVb weg van de onderhandelingstafel met minister Ritzen, terwijl het ISO ,,graag een constructieve bijdrage wilde blijven leveren aan het verdere overleg.”
,,Op landelijk niveau heeft de scheiding een functie”, zegt bestuurslid Peter Kievoet van de Amsterdamse OBAS. ,,De één stelt zich radicaal op, de ander blijft praten en maakt haalbare afspraken.” Een soort handig één-tweetje tussen de kwade en begripvolle partij, zoals bij politieverhoren in televisieseries vaak is te zien. ,,Maar op plaatselijk niveau wordt de druk te groot”, vindt hij. ,,Er is steeds minder geld, er komen minder leden en ze zijn korter actief. Als je aan belangenbehartiging wilt blijven doen moet je op dit moment wel samenwerken.” Een argument dat de LSVb en het ISO minder raakt. Zij beschikken over tamelijk riante subsidiepotten.
Trotskisme
Toch heeft ook de OBAS-bestuurder nog zijn twijfels bij de samenwerking met de plaatselijke ‘linkse’ concurrent. In 1990 meldde hij zich als eerstejaars student aanvankelijk aan bij de ASVA. Kievoet: ,,Ik kwam binnen in een vieze, donkere kelder, waar een klein clubje oudere en in zwart gehulde studenten me begon uit te horen over mijn kennis van het Trotskisme en andere linkse splinters. Toen ik daar niet onmiddellijk een antwoord op had, was dat niet best.” Bij de OBAS voelt hij zich duidelijk meer op zijn gemak. ,,De linkse hard core mag zijn weggezuiverd bij de ASVA, de sfeer is er nog steeds anders dan bij ons.”
Het lijkt de spijker op zijn kop: terwijl de politieke verschillen tussen ‘linkse’ en ‘rechtse’ studentenorganisaties zienderogen slinken blijven de verschillen in cultuur onverkort van kracht. Bij de LSVb gaat de discussie allang niet meer over de vraag of studenten links, linkser of noglinkser moeten zijn. En het ISO, bij zijn oprichting in 1973 nog overduidelijk omschreven als de ‘rechtse reactie’, gaat tegenwoordig even vrolijk als de LSVb de straat op om te protesteren tegen Ritzen. Maar vrienden, ho maar. Legerkistjes en kokerrok laten zich nu eenmaal moeilijk verenigen. Samenwerking tussen LSVb en ISO heeft nooit lang geduurd. In 1987 gingen beide bonden voor het eerst samen de straat op. Het ISO mocht de stoet van dertigduizend studenten als eerste toespreken. Met als gevolg dat zij ‘s avonds in het Journaal prominent in beeld kwamen als organisatoren van de grootste studentendemonstratie ooit. Het Fluit Deetman Terug van de concurrent denderde nog wekenlang na op de burelen van de LSVb. Aan de voorzichtige toenadering kwam snel een eind.
Jaarclub-jasje
Ook afgelopen jaar liep het weer mis. Na afloop van de ‘demofestatie’ in november vielen Kysia Hekster en Rogier Arntz van het ISO elkaar nog in de armen om de goede afloop te vieren. Dezelfde week hadden beide organisaties al weer slaande ruzie over hun strategie in het overleg met Ritzen. Heskster maakte Ritzen uit voor leugenaar. Voorzitter Nuyten van het ISO bood de minister daarop namens de studenten haar excuses aan. Een nieuw relletje was geboren.
,,Het zijn manieren om elkaar de loef af te steken”, zegt Alice Diels van de SFG uit Groningen. ,,Met inhoudelijke verschillen heeft het allemaal weinig te maken. Persoonlijk zou ik het beter vinden als er één landelijke bond komt. Dan sta je sterker. Nu proberen LSVb en ISO om een of andere reden alleen zichzelf in stand te houden. Het zal wel te maken hebben met de historische ballast die ze met zich met zich meeslepen. Op plaatselijk niveau hebben we daar minder last van. Je ziet bij ons wel eens iemand lopen in zijn jaarclub-jasje, maar veel invloed heeft zoiets niet. Het kost alleen tijd om dat bij anderen door te laten dringen.” Amsterdammer Peter Kievoet blijft echter sceptisch. ,,Ik heb het idee dat de linkse clubs de laatste jaren meer naar rechts zijn opgeschoven dan de rechtse clubs naar links. Maar meer dan de schijn van het moment is het niet. Studenten worden op het ogenblik van alle kanten onder vuur genomen. Dan moet je je noodgedwongen beperken tot het verdedigen van elementaire belangen. Je zult zien: als het wat rustiger wordt manifesteren de politieke verschillen zich vanzelf weer. En als dat niet gebeurt ontstaan er ter linker en rechterzijde nieuwe clubs. Dat is een politieke wetmatigheid.” (HOP/M.W.)
De komende weken kiezen de studenten hun vertegenwoordigers in de universiteitsraad. De gebruikelijke strijd tussen links en rechts loopt echter op zijn einde. Steeds meer studenten-fracties gaan over tot verregaande samenwerking of zelfs fusie. Wellicht een reden voor de studentenorganisaties LSVb en ISO om ook de strijdbijl te begraven?
Even is er het deja-vugevoel, na lezing van het voorwoord van het LSVb beleidsplan 1995. In het eerste hoofdstuk wordt de lezer een beschouwing beloofd van het functioneren van de bond in zijn ‘maatschappelijke context’. ,,Getracht is een kijk op de langere termijn te werpen”, laten de auteurs weten, ,,om ontwikkelingen, doelen en goede voornemens ook een heldere context te geven.”
Heeft de LSVb weer last van linkse ideologie? Het valt mee. Veel verder dan de opmerking dat ‘sociale rechtvaardigheid’ nog altijd hoog in het vaandel van de bond staat, komt het betoog niet. Voor de rest beperkt het plan zich tot neutrale voornemens: praktische belangenbehartiging, dienstverlening en het bevorderen van contacten tussen studenten uit diverse organisaties. Niet echt strijdpunten om je als ‘linkse’ bond mee te profileren ten opzichte de ‘pragmatische’ concurrent ISO.
Het gaat hard de laatste tijd. De grootste lidbond van de LSVb, de VSSD uit Delft, liet in februari weten ,,dat het maar eens afgelopen moet zijn met het moddergevecht” tussen de twee landelijke studentenorganisaties. Om vervolgens een overleg te starten met het ISO. Volgens voorzitter Emiel Ramakers kunnen de landelijke bonden beter een voorbeeld nemen aan de Delftse bond. Radicale en behoudende studenten maken beiden deel uit van de VSSD. Verschillen van mening worden zoveel mogelijk binnenskamers uitgevochten.
Een-tweetje
Een week later kondigden de ‘linkse’ studentenbond ASVA en de ‘rechtse’ studentenorganisatie OBAS uit Amsterdam aan dat zij een fusie overwegen. Weer een week daarna werd bekend dat in Tilburg de progressieve PSF en het gematigde TSO gezamenlijk de verkiezingen voor een nieuwe universiteitsraad ingaan. Zelfs de traditioneel radicale studentenbond AKKU uit Nijmegen werkt tegenwoordig nauw samen met de studentenfracties PSF en ONS om het universiteitsbestuur van repliek te kunnen dienen. In Groningen hebben studenten bij de komende verkiezing zelfs helemaal geen keuze meer tussen links en rechts. Sorug en Grunk zijn er opgegaan in de gezamenlijke Studenten Fractie Groningen (SFG).
,,Afgelopen jaar zijn we al een lijstverbinding aangegaan omte experimenteren met de samenwerking”, zegt Alice Diels van de SFG. ,,We waren bang dat veel minder studenten zouden gaan stemmen door gebrek aan keuzemogelijkheden. Het tegendeel bleek waar. Bijna 45 procent is naar de stembus gegaan.” Ze is tevreden over de proef. ,,Als het gaat om studentenbelangen spelen politieke verschillen niet zo’n grote rol. Je hoort wel eens dat we de universitaire democratie om zeep helpen door nog maar met één partij de verkiezingen in te gaan, maar dat vind ik onzin. Democratie betekent wat mij betreft: als studenten gezamenlijk je stem laten horen.”
Toch blijven LSVb en ISO halsstarrig vasthouden aan hun gescheiden levens. ,,Samenwerken doen we al, maar over samengáán wordt zeker niet nagedacht”, zegt Arjan de Wilde. ,,De verschillen tussen ISO en LSVb zijn de laatste tijd genivelleerd, maar bij een fusie gaat veel te veel verloren. Door apart te blijven hou je elkaar scherp.”
LSVb-bestuurder Susanne van de Wateringen voelt al evenmin voor een fusie. ,,De verschillen zijn misschien niet meer zo goed zichtbaar. Maar het ISO is gewoon geen studentenvakbond. Ze beperken zich tot praten met Ritzen. Bovendien gaat de LSVb heel anders om met zijn standpunten. Het ISO is alleen uit op het sluiten van compromissen, wij zijn feller in ons verzet.” De laatste aanvaring ligt beide organisaties dan ook nog vers in het geheugen. In november liep de LSVb weg van de onderhandelingstafel met minister Ritzen, terwijl het ISO ,,graag een constructieve bijdrage wilde blijven leveren aan het verdere overleg.”
,,Op landelijk niveau heeft de scheiding een functie”, zegt bestuurslid Peter Kievoet van de Amsterdamse OBAS. ,,De één stelt zich radicaal op, de ander blijft praten en maakt haalbare afspraken.” Een soort handig één-tweetje tussen de kwade en begripvolle partij, zoals bij politieverhoren in televisieseries vaak is te zien. ,,Maar op plaatselijk niveau wordt de druk te groot”, vindt hij. ,,Er is steeds minder geld, er komen minder leden en ze zijn korter actief. Als je aan belangenbehartiging wilt blijven doen moet je op dit moment wel samenwerken.” Een argument dat de LSVb en het ISO minder raakt. Zij beschikken over tamelijk riante subsidiepotten.
Trotskisme
Toch heeft ook de OBAS-bestuurder nog zijn twijfels bij de samenwerking met de plaatselijke ‘linkse’ concurrent. In 1990 meldde hij zich als eerstejaars student aanvankelijk aan bij de ASVA. Kievoet: ,,Ik kwam binnen in een vieze, donkere kelder, waar een klein clubje oudere en in zwart gehulde studenten me begon uit te horen over mijn kennis van het Trotskisme en andere linkse splinters. Toen ik daar niet onmiddellijk een antwoord op had, was dat niet best.” Bij de OBAS voelt hij zich duidelijk meer op zijn gemak. ,,De linkse hard core mag zijn weggezuiverd bij de ASVA, de sfeer is er nog steeds anders dan bij ons.”
Het lijkt de spijker op zijn kop: terwijl de politieke verschillen tussen ‘linkse’ en ‘rechtse’ studentenorganisaties zienderogen slinken blijven de verschillen in cultuur onverkort van kracht. Bij de LSVb gaat de discussie allang niet meer over de vraag of studenten links, linkser of noglinkser moeten zijn. En het ISO, bij zijn oprichting in 1973 nog overduidelijk omschreven als de ‘rechtse reactie’, gaat tegenwoordig even vrolijk als de LSVb de straat op om te protesteren tegen Ritzen. Maar vrienden, ho maar. Legerkistjes en kokerrok laten zich nu eenmaal moeilijk verenigen. Samenwerking tussen LSVb en ISO heeft nooit lang geduurd. In 1987 gingen beide bonden voor het eerst samen de straat op. Het ISO mocht de stoet van dertigduizend studenten als eerste toespreken. Met als gevolg dat zij ‘s avonds in het Journaal prominent in beeld kwamen als organisatoren van de grootste studentendemonstratie ooit. Het Fluit Deetman Terug van de concurrent denderde nog wekenlang na op de burelen van de LSVb. Aan de voorzichtige toenadering kwam snel een eind.
Jaarclub-jasje
Ook afgelopen jaar liep het weer mis. Na afloop van de ‘demofestatie’ in november vielen Kysia Hekster en Rogier Arntz van het ISO elkaar nog in de armen om de goede afloop te vieren. Dezelfde week hadden beide organisaties al weer slaande ruzie over hun strategie in het overleg met Ritzen. Heskster maakte Ritzen uit voor leugenaar. Voorzitter Nuyten van het ISO bood de minister daarop namens de studenten haar excuses aan. Een nieuw relletje was geboren.
,,Het zijn manieren om elkaar de loef af te steken”, zegt Alice Diels van de SFG uit Groningen. ,,Met inhoudelijke verschillen heeft het allemaal weinig te maken. Persoonlijk zou ik het beter vinden als er één landelijke bond komt. Dan sta je sterker. Nu proberen LSVb en ISO om een of andere reden alleen zichzelf in stand te houden. Het zal wel te maken hebben met de historische ballast die ze met zich met zich meeslepen. Op plaatselijk niveau hebben we daar minder last van. Je ziet bij ons wel eens iemand lopen in zijn jaarclub-jasje, maar veel invloed heeft zoiets niet. Het kost alleen tijd om dat bij anderen door te laten dringen.” Amsterdammer Peter Kievoet blijft echter sceptisch. ,,Ik heb het idee dat de linkse clubs de laatste jaren meer naar rechts zijn opgeschoven dan de rechtse clubs naar links. Maar meer dan de schijn van het moment is het niet. Studenten worden op het ogenblik van alle kanten onder vuur genomen. Dan moet je je noodgedwongen beperken tot het verdedigen van elementaire belangen. Je zult zien: als het wat rustiger wordt manifesteren de politieke verschillen zich vanzelf weer. En als dat niet gebeurt ontstaan er ter linker en rechterzijde nieuwe clubs. Dat is een politieke wetmatigheid.” (HOP/M.W.)
![](https://delta.tudelft.nl/wp-content/uploads/2023/08/Delta_favicon.png)
Comments are closed.