Campus

Waardevol bezit

Zelfs wanneer het regent is Oxford een wondermooie en aangename universiteitsstad. De Engelsen hebben altijd begrepen dat studeren meer is dan vermalen worden in een kennismolen om er als identieke ingenieurtjes onder druk uitgeperst te worden.

br />
Ons college van bestuur wil dat de studies niet alleen resulteren in veel snel veranderende state of the art-kennis, maar ook in een academisch attitude en in maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het college moet zich afvragen welke omstandigheden bijdragen tot deze gewenste effecten. Collega’s in Oxford realiseren zich dat de fysieke en culturele omgeving daarin een belangrijke rol speelt.

Delft bezit een prachtige campus op het noordelijke deel van de TU-wijk, voorbij de brug over het Rijn-Schiekanaal tot het Jaffa-kerkhof. Bijna niemand is zich hiervan bewust. En dus missen we de kans op aansluiting bij onze traditie en historie, en met de oude stad.

In Harvard, Michigan, Stanford en Yale weet men dat de ambiance van het grootste belang is. Niet de stookkosten van de oude gebouwen zijn van eerste importantie, maar de vraag of de omgeving aanzet tot creativiteit, productiviteit en vooral belangstelling voor wat anderen denken en doen.

Willen we een verzameling karakterloze werkplekken van 11 m2 in spiegelende cubussen langs een uitvalsweg naar nergens? Of willen we een spannende universiteit? Onlangs heb ik de studievereniging Stylos aangezet tot het uitschrijven van een prijsvraag: wat maakt een universiteits(stad) tot een aantrekkelijke plaats om te studeren en te leven, welke mogelijkheden bieden de beschikbare gebouwen, buitenruimten en terreinen van de TU om Delft tot een spannende universitaire gemeenschap te maken, wie is het meest geschikt om het ontwerp te beoordelen? Om deelname de moeite waard te maken heb ik een aanzienlijk bedrag aan prijzengeld beschikbaar gesteld.

Nu was ik niet de enige met een dergelijk initiatief. Polis, het podium voor Stedebouwkunde zoekt op dit moment sponsors voor een stedebouwkundige prijsvraag voor de TU-wijk. De voorgestelde jury bestaat uitsluitend uit Delftenaren. Zo komen we wel erg dicht bij de karikatuur van de botte ingenieur met een bord voor zijn kop, want er zijn nog wel een paar disciplines van waaruit je zoiets kunt beoordelen: filosofie, geschiedenis, management, literatuur, antropologie. Met die attitude zit de TU nu in de Wippolder en heeft zij nauwelijks een relatie met de stad Delft.

Bij het ontwerpen van de nieuwe universiteitsbibliotheek is een kans gemist om zo’n brug te slaan tussen stad en universiteit. Er is nu, achter de Aula, die bunker van Bakema, gekozen voor nòg een kostbaar prestigeobject, voor een efficiënte opslagplaats met een gestroomlijnd uitleen- en innameproces. Wat echter nodig is, is een omgeving waarin zowel studenten als ‘burgers’ aangezet worden zich geestelijk te verrijken en ontdekkingstochten te maken door de boeken. Wat Donner en vele mega-bookstores in Amerika al lang weten,dringt nauwelijks door tot onze bibliotheken: er moet een aantrekkelijke atmosfeer heersen.

In de binnenhoek van het oude Technische Physicagebouw aan het Mijnbouwplein is dit alles te realiseren. Veel studeergelegenheid in ruimten die tot de fantasie spreken, een grand café zoals in Hotel New York, een boekwinkel met de allure van Donner, een muziekhandel, een copyshop, bioscopen en nog meer zaken die bijdragen tot de levendigheid en integratie van universiteit en stad.

Dit alles dan als onderdeel van een klassieke campus waar faculteiten, medewerkers en studenten met elkaar werken in een omgeving die werkelijk ‘Delfts’ is. Maar voor wie de waarde van een universiteit niet kent is alles te duur.

Jan Koolhaas

Zelfs wanneer het regent is Oxford een wondermooie en aangename universiteitsstad. De Engelsen hebben altijd begrepen dat studeren meer is dan vermalen worden in een kennismolen om er als identieke ingenieurtjes onder druk uitgeperst te worden.

Ons college van bestuur wil dat de studies niet alleen resulteren in veel snel veranderende state of the art-kennis, maar ook in een academisch attitude en in maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het college moet zich afvragen welke omstandigheden bijdragen tot deze gewenste effecten. Collega’s in Oxford realiseren zich dat de fysieke en culturele omgeving daarin een belangrijke rol speelt.

Delft bezit een prachtige campus op het noordelijke deel van de TU-wijk, voorbij de brug over het Rijn-Schiekanaal tot het Jaffa-kerkhof. Bijna niemand is zich hiervan bewust. En dus missen we de kans op aansluiting bij onze traditie en historie, en met de oude stad.

In Harvard, Michigan, Stanford en Yale weet men dat de ambiance van het grootste belang is. Niet de stookkosten van de oude gebouwen zijn van eerste importantie, maar de vraag of de omgeving aanzet tot creativiteit, productiviteit en vooral belangstelling voor wat anderen denken en doen.

Willen we een verzameling karakterloze werkplekken van 11 m2 in spiegelende cubussen langs een uitvalsweg naar nergens? Of willen we een spannende universiteit? Onlangs heb ik de studievereniging Stylos aangezet tot het uitschrijven van een prijsvraag: wat maakt een universiteits(stad) tot een aantrekkelijke plaats om te studeren en te leven, welke mogelijkheden bieden de beschikbare gebouwen, buitenruimten en terreinen van de TU om Delft tot een spannende universitaire gemeenschap te maken, wie is het meest geschikt om het ontwerp te beoordelen? Om deelname de moeite waard te maken heb ik een aanzienlijk bedrag aan prijzengeld beschikbaar gesteld.

Nu was ik niet de enige met een dergelijk initiatief. Polis, het podium voor Stedebouwkunde zoekt op dit moment sponsors voor een stedebouwkundige prijsvraag voor de TU-wijk. De voorgestelde jury bestaat uitsluitend uit Delftenaren. Zo komen we wel erg dicht bij de karikatuur van de botte ingenieur met een bord voor zijn kop, want er zijn nog wel een paar disciplines van waaruit je zoiets kunt beoordelen: filosofie, geschiedenis, management, literatuur, antropologie. Met die attitude zit de TU nu in de Wippolder en heeft zij nauwelijks een relatie met de stad Delft.

Bij het ontwerpen van de nieuwe universiteitsbibliotheek is een kans gemist om zo’n brug te slaan tussen stad en universiteit. Er is nu, achter de Aula, die bunker van Bakema, gekozen voor nòg een kostbaar prestigeobject, voor een efficiënte opslagplaats met een gestroomlijnd uitleen- en innameproces. Wat echter nodig is, is een omgeving waarin zowel studenten als ‘burgers’ aangezet worden zich geestelijk te verrijken en ontdekkingstochten te maken door de boeken. Wat Donner en vele mega-bookstores in Amerika al lang weten,dringt nauwelijks door tot onze bibliotheken: er moet een aantrekkelijke atmosfeer heersen.

In de binnenhoek van het oude Technische Physicagebouw aan het Mijnbouwplein is dit alles te realiseren. Veel studeergelegenheid in ruimten die tot de fantasie spreken, een grand café zoals in Hotel New York, een boekwinkel met de allure van Donner, een muziekhandel, een copyshop, bioscopen en nog meer zaken die bijdragen tot de levendigheid en integratie van universiteit en stad.

Dit alles dan als onderdeel van een klassieke campus waar faculteiten, medewerkers en studenten met elkaar werken in een omgeving die werkelijk ‘Delfts’ is. Maar voor wie de waarde van een universiteit niet kent is alles te duur.

Jan Koolhaas

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.