De komende jaren komen er tussen de vijftienhonderd en drieduizend bouwkundigen en civiel technisch ingenieurs te weinig op de arbeidsmarkt. Daardoor raakt ook het evenwicht tussen vraag en aanbod bij de overige technische opleidingen in het hbo en het wetenschappelijk onderwijs verstoord.
br />
Dat constateert het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt in een onderzoek naar de arbeidsmarktpositie van technisch opgeleiden. Vooral in het hoger onderwijs hebben de studenten die nu een technische opleiding volgen een grote kans op werk. Over het algemeen overtreft de vraag de komende jaren het aanbod. Dat is vooral zo bij bouwkundigen en civiel technisch ingenieurs. Er studeren weinig studenten af terwijl de vraag naar afgestudeerden met zo’n opleiding groot is. Dat komt met name door de hoge vervangingsvraag, aldus ROA. Om aan de vraag te voldoen zouden 40 tot 85 procent meer afgestudeerden nodig zijn.
Bij de andere opleidingen is min of meer sprake van een evenwicht tussen vraag en aanbod. Echter, door het tekort aan civiele technici en bouwkundigen gaan werkgevers op zoek naar technici uit andere opleidingen. Daardoor ontstaan ook hier weer knelpunten.
De verwachtingen zijn gebaseerd op voorzichtige prognoses van het CPB over de ontwikkeling van de economie. Van een grotere groei zullen rond de eeuwwisseling vooral afgestudeerden in elektrotechniek en informatica profiteren. Er zijn dan 19.000 wo-technici nodig, 4000 meer dan in het behoudende scenario. In het hbo kunnen dan 8000 extra afgestudeerden (totaal 26.500) aan de slag.
Dat afgestudeerde hbo- en wo-technici een zeer sterke positie hebben op de arbeidsmarkt, blijkt ook uit het ‘vut/wao- scenario’. Als de komende jaren een kwart minder mensen tussen de 50 en 59 zouden stoppen met werken, beïnvloedt dat nauwelijks de kansen van jonge technici.
Opvallend is dat de kansen van technisch opgeleiden sterk wisselen. Aan mbo-ers, die nu zelden werkloos zijn, zal rond 2000 een overschot van vijftien tot dertigduizend mensen ontstaan. Zij zullen vooral afgestudeerden uit het voorbereidend beroepsonderwijs verdringen. Technische hbo-ers waren in 1993 relatief het vaakst werkloos, volgens onderzoeker E. Wijnen als gevolg van de economische recessie en omdat zij zichzelf meer tijd gunnen om een passende baan te vinden. Nu de economie weer aantrekt, profiteren zij het meest. (HOP/P.E.)
De komende jaren komen er tussen de vijftienhonderd en drieduizend bouwkundigen en civiel technisch ingenieurs te weinig op de arbeidsmarkt. Daardoor raakt ook het evenwicht tussen vraag en aanbod bij de overige technische opleidingen in het hbo en het wetenschappelijk onderwijs verstoord.
Dat constateert het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt in een onderzoek naar de arbeidsmarktpositie van technisch opgeleiden. Vooral in het hoger onderwijs hebben de studenten die nu een technische opleiding volgen een grote kans op werk. Over het algemeen overtreft de vraag de komende jaren het aanbod. Dat is vooral zo bij bouwkundigen en civiel technisch ingenieurs. Er studeren weinig studenten af terwijl de vraag naar afgestudeerden met zo’n opleiding groot is. Dat komt met name door de hoge vervangingsvraag, aldus ROA. Om aan de vraag te voldoen zouden 40 tot 85 procent meer afgestudeerden nodig zijn.
Bij de andere opleidingen is min of meer sprake van een evenwicht tussen vraag en aanbod. Echter, door het tekort aan civiele technici en bouwkundigen gaan werkgevers op zoek naar technici uit andere opleidingen. Daardoor ontstaan ook hier weer knelpunten.
De verwachtingen zijn gebaseerd op voorzichtige prognoses van het CPB over de ontwikkeling van de economie. Van een grotere groei zullen rond de eeuwwisseling vooral afgestudeerden in elektrotechniek en informatica profiteren. Er zijn dan 19.000 wo-technici nodig, 4000 meer dan in het behoudende scenario. In het hbo kunnen dan 8000 extra afgestudeerden (totaal 26.500) aan de slag.
Dat afgestudeerde hbo- en wo-technici een zeer sterke positie hebben op de arbeidsmarkt, blijkt ook uit het ‘vut/wao- scenario’. Als de komende jaren een kwart minder mensen tussen de 50 en 59 zouden stoppen met werken, beïnvloedt dat nauwelijks de kansen van jonge technici.
Opvallend is dat de kansen van technisch opgeleiden sterk wisselen. Aan mbo-ers, die nu zelden werkloos zijn, zal rond 2000 een overschot van vijftien tot dertigduizend mensen ontstaan. Zij zullen vooral afgestudeerden uit het voorbereidend beroepsonderwijs verdringen. Technische hbo-ers waren in 1993 relatief het vaakst werkloos, volgens onderzoeker E. Wijnen als gevolg van de economische recessie en omdat zij zichzelf meer tijd gunnen om een passende baan te vinden. Nu de economie weer aantrekt, profiteren zij het meest. (HOP/P.E.)
Comments are closed.