Over enkele weken ruimt hij het veld. Kees Berkhout is dan een jaar voorzitter geweest van de VSSD. ,,Het is moeilijk om in Delft wat gedaan te krijgen, maar dat geeft achteraf juist veel voldoening.”
De Delftse student kent de Vereniging voor Studie- en Studentenbelangen te Delft (VSSD) vooral van de jaarlijks verschijnende Méér-dan-Konsumentengids. ,,Een leidraad”, noemt voorzitter Kees Berkhout deze gratis uitgave, waarin bijna alle vakken uit het eerste en tweede jaar van de TU kritisch worden besproken. ,,We maken hiermee niet alleen de studenten wegwijs, maar willen ook de docenten bewust maken van de kwaliteit van hun colleges.”
Studentenvakbond VSSD – vijf student-bestuurders en een grote groep vrijwilligers – geeft daarnaast het Poenboek uit en houdt spreekuren over wonen, studiefinanciering en rechtspositie. Recente wapenfeiten zijn de kamerwinkel en regelingen voor IO’ers die gedupeerd werden door wijzigingen in het lesrooster.
,,Toch hebben we formeel geen macht”, relativeert Berkhout. ,,Maar de VSSD heeft wel drieduizend leden. En we zitten inhoudelijk zo goed in de materie, dat je nauwelijks om ons heen kunt.”
Sinds TU-studenten een eigen studentenraad hebben (in plaats van de universiteitsraad) is er een grotere overlap met het werk van de VSSD. Berkhout bevestigt dat: ,,De studentenraad gaat zich naast beleidsmatige zaken nu ook met praktische dingen bezig houden. De partijen, Oras en Aag, moeten zich nu profileren door middel van duidelijke winstpunten. Oras is nu bijvoorbeeld bezig met de voordelige verhuur van busjes aan studenten. Dat is typisch een VSSD-onderwerp.”
,,Er blijft wel verschil. De VSSD staat buiten de TU-organisatie. Daardoor zijn we onafhankelijker en kunnen makkelijker zeggen wat we willen.”
Kluwen
Berkhout vond het bestuursjaar zwaar, maar mooi. ,,Het hele bestuurswereldje is één grote kluwen van dezelfde mensen, die je overal tegenkomt, en die na een jaar ook allemaal weer weg zijn. Besturen is zwaar omdat je in Delft erg moeilijk iets voor elkaar krijgt. Het kost veel energie, maar als je dan uiteindelijk wat bereikt, geeft dat wel grote voldoening.”
,,Zo’n kamerwinkel opzetten, dat lijkt heel simpel. Maar er wordt zoveel overlegd, er zijn zoveel belanghebbende partijen – nog afgezien van de financiële aspecten. En als er wat bereikt is, wil iedereen er ook z’n stempel duidelijk op gedrukt zien. De TU is log en bureaucratisch, daarom is een effectief lobby-netwerk noodzaak.”
De VSSD wil zich op korte termijn bezighouden met studentenhuisvesting in TU-Noord. Volgens Berkhout heeft de TU de zorg daarvoor altijd op het bordje geschoven van studentenhuisvester Duwo en de VSSD. ,,Daar mag de TU nu weleens wat meer over nadenken”, vindt hij. ,,Je haalt elk jaar een hoop mensen naar de stad. Daar moet je verantwoordelijkheid voor durven nemen.”
Een ander speerpunt voor de komende periode is de docentenkwalificatie. Berkhout zou graag een goed beoordelingssysteem zien, waaraan ook consequenties verbonden kunnen worden. ,,De student is de afgelopen jaren in een keurslijf gedrukt. Op zich ben ik geen voorstander van een prestatiegerichte maatschappij, maar van studenten wordt nogal wat verwacht. Dan mag hij op zijn beurt ook goed onderwijs en goede docenten verwachten.”
Met de verplichte studieplanning is Berkhout het niet eens. ,,Het voorgestelde systeem is te rigide. We kregen een klacht van een student die bovennominaal loopt en door dit systeem belemmerd wordt. Zo ga je niet om met excellente studenten. In sommige gevallen ben ik voor een verplichte planning, maar we zijn geen hbo-opleiding. Studenten zijn zelfstandig genoeg om zelf voor die planning te zorgen. Het lijkt er op dat verplichte studieplanning vooral handig is voor de TU zelf.”
Over de betrokkenheid en actiebereidheid van studenten is Berkhout niet positief. ,,De grootste betrokkenheid is er tegenwoordig wel af. Er is geen idealisme meer, maar ik moet eerlijk zeggen dat ik ook niet iemand ben van idealen. De bewogenheid van studenten met hun eigen positie, hun eigen zaak, is daarentegen wel groter geworden.”
Hakblok
Al voor het rapport van de commissie-Hermans kwam de VSSD met haar eigen ideeën over vernieuwingen in het stelsel van studiefinanciering, het ‘Delftse Stelsel’. Met het regeerakkoord van Paars-2 lijkt alle hoop op een verbetering van het stelsel vervlogen. Berkhout: ,,Ik had goede hoop, en ik neem aan dat Hermans nog steeds voorstander is van veranderingen. Misschien heeft hij de creativiteit om binnen de beperkte grenzen toch nog iets te doen aan de prestatiebeurs. Maar of hij daarvoor voldoende politicus is?”
,,Het beleid van Ritzen in de afgelopen jaren klopt van geen kant. Ik ben niet tegen prestaties van studenten. Een tempobeurs vind ik niet dramatisch. Maar de prestatiebeurs wel. Dan laat je studenten zeven jaar zwemmen om vervolgens hard af te rekenen. Dat lijkt lekker vrij, maar die vrijheid is schijn, want op het eind ligt het hakblok.”
,,Je kunt Ritzen verwijten dat hij bij het begin van zijn ambtsperiode niet voldoende geld heeft binnengehaald, en daarnaast veel heeft bezuinigd. Zijn voorganger, Deetman, kreeg voor minder bezuinigingen veel meer kritiek. Dat geeft aan dat Ritzen een echte politicus is. Maar het kan ook zijn dat de student van tegenwoordig de maatregelen makkelijker slikt.”
De Delftse student kent de Vereniging voor Studie- en Studentenbelangen te Delft (VSSD) vooral van de jaarlijks verschijnende Méér-dan-Konsumentengids. ,,Een leidraad”, noemt voorzitter Kees Berkhout deze gratis uitgave, waarin bijna alle vakken uit het eerste en tweede jaar van de TU kritisch worden besproken. ,,We maken hiermee niet alleen de studenten wegwijs, maar willen ook de docenten bewust maken van de kwaliteit van hun colleges.”
Studentenvakbond VSSD – vijf student-bestuurders en een grote groep vrijwilligers – geeft daarnaast het Poenboek uit en houdt spreekuren over wonen, studiefinanciering en rechtspositie. Recente wapenfeiten zijn de kamerwinkel en regelingen voor IO’ers die gedupeerd werden door wijzigingen in het lesrooster.
,,Toch hebben we formeel geen macht”, relativeert Berkhout. ,,Maar de VSSD heeft wel drieduizend leden. En we zitten inhoudelijk zo goed in de materie, dat je nauwelijks om ons heen kunt.”
Sinds TU-studenten een eigen studentenraad hebben (in plaats van de universiteitsraad) is er een grotere overlap met het werk van de VSSD. Berkhout bevestigt dat: ,,De studentenraad gaat zich naast beleidsmatige zaken nu ook met praktische dingen bezig houden. De partijen, Oras en Aag, moeten zich nu profileren door middel van duidelijke winstpunten. Oras is nu bijvoorbeeld bezig met de voordelige verhuur van busjes aan studenten. Dat is typisch een VSSD-onderwerp.”
,,Er blijft wel verschil. De VSSD staat buiten de TU-organisatie. Daardoor zijn we onafhankelijker en kunnen makkelijker zeggen wat we willen.”
Kluwen
Berkhout vond het bestuursjaar zwaar, maar mooi. ,,Het hele bestuurswereldje is één grote kluwen van dezelfde mensen, die je overal tegenkomt, en die na een jaar ook allemaal weer weg zijn. Besturen is zwaar omdat je in Delft erg moeilijk iets voor elkaar krijgt. Het kost veel energie, maar als je dan uiteindelijk wat bereikt, geeft dat wel grote voldoening.”
,,Zo’n kamerwinkel opzetten, dat lijkt heel simpel. Maar er wordt zoveel overlegd, er zijn zoveel belanghebbende partijen – nog afgezien van de financiële aspecten. En als er wat bereikt is, wil iedereen er ook z’n stempel duidelijk op gedrukt zien. De TU is log en bureaucratisch, daarom is een effectief lobby-netwerk noodzaak.”
De VSSD wil zich op korte termijn bezighouden met studentenhuisvesting in TU-Noord. Volgens Berkhout heeft de TU de zorg daarvoor altijd op het bordje geschoven van studentenhuisvester Duwo en de VSSD. ,,Daar mag de TU nu weleens wat meer over nadenken”, vindt hij. ,,Je haalt elk jaar een hoop mensen naar de stad. Daar moet je verantwoordelijkheid voor durven nemen.”
Een ander speerpunt voor de komende periode is de docentenkwalificatie. Berkhout zou graag een goed beoordelingssysteem zien, waaraan ook consequenties verbonden kunnen worden. ,,De student is de afgelopen jaren in een keurslijf gedrukt. Op zich ben ik geen voorstander van een prestatiegerichte maatschappij, maar van studenten wordt nogal wat verwacht. Dan mag hij op zijn beurt ook goed onderwijs en goede docenten verwachten.”
Met de verplichte studieplanning is Berkhout het niet eens. ,,Het voorgestelde systeem is te rigide. We kregen een klacht van een student die bovennominaal loopt en door dit systeem belemmerd wordt. Zo ga je niet om met excellente studenten. In sommige gevallen ben ik voor een verplichte planning, maar we zijn geen hbo-opleiding. Studenten zijn zelfstandig genoeg om zelf voor die planning te zorgen. Het lijkt er op dat verplichte studieplanning vooral handig is voor de TU zelf.”
Over de betrokkenheid en actiebereidheid van studenten is Berkhout niet positief. ,,De grootste betrokkenheid is er tegenwoordig wel af. Er is geen idealisme meer, maar ik moet eerlijk zeggen dat ik ook niet iemand ben van idealen. De bewogenheid van studenten met hun eigen positie, hun eigen zaak, is daarentegen wel groter geworden.”
Hakblok
Al voor het rapport van de commissie-Hermans kwam de VSSD met haar eigen ideeën over vernieuwingen in het stelsel van studiefinanciering, het ‘Delftse Stelsel’. Met het regeerakkoord van Paars-2 lijkt alle hoop op een verbetering van het stelsel vervlogen. Berkhout: ,,Ik had goede hoop, en ik neem aan dat Hermans nog steeds voorstander is van veranderingen. Misschien heeft hij de creativiteit om binnen de beperkte grenzen toch nog iets te doen aan de prestatiebeurs. Maar of hij daarvoor voldoende politicus is?”
,,Het beleid van Ritzen in de afgelopen jaren klopt van geen kant. Ik ben niet tegen prestaties van studenten. Een tempobeurs vind ik niet dramatisch. Maar de prestatiebeurs wel. Dan laat je studenten zeven jaar zwemmen om vervolgens hard af te rekenen. Dat lijkt lekker vrij, maar die vrijheid is schijn, want op het eind ligt het hakblok.”
,,Je kunt Ritzen verwijten dat hij bij het begin van zijn ambtsperiode niet voldoende geld heeft binnengehaald, en daarnaast veel heeft bezuinigd. Zijn voorganger, Deetman, kreeg voor minder bezuinigingen veel meer kritiek. Dat geeft aan dat Ritzen een echte politicus is. Maar het kan ook zijn dat de student van tegenwoordig de maatregelen makkelijker slikt.”

Comments are closed.