Campus

Het belang van de fantasie

Als architect kwam hij slechts één keer aan de bak, maar zijn etsen brachten hem eeuwige roem. Van Giovanni Battista Piranesi zijn in Museum Boijmans Van Beuningen Rotterdam twee series prenten te zien: de ‘Vedute di Roma’ en de ‘Carceri’.

Als architect kwam hij slechts één keer aan de bak, maar zijn etsen brachten hem eeuwige roem. Van Giovanni Battista Piranesi zijn in Museum Boijmans Van Beuningen Rotterdam twee series prenten te zien: de ‘Vedute di Roma’ en de ‘Carceri’.


1 De Skeletten (
Klik voor grotere foto)

Een bezoek aan Rome is zeker voor architectuur- en kunstliefhebbers nog altijd een absolute must. Natuurlijk is de renaissancistische kunst uit Florence superbe, is het middeleeuwse stadsbeeld van Siena overweldigend en zijn de Byzantijnse kerken in Ravenna het summum, maar Rome heeft het allemaal. Geen stad getuigt met zoveel allure van de geschiedenis van de westerse cultuur dan Rome, waar elke tijd zijn sporen heeft nagelaten.

Hoewel lang niet alles is opgegraven, ligt een flink deel van Rome’s verleden nu aan onze voeten, misschien naar onze normen ietwat verwaarloosd, maar in elk geval toonbaar en door archeologen minutieus gedateerd en beschreven. De reisgidsen hebben het voor ons samengevat en illustraties van de monumenten zijn te verkrijgen in alle uithoeken van de wereld. We kennen Rome zogezegd al lang voordat we er zijn geweest.

In de tijd van Giovanni Battista Piranesi lag dat anders. Toen deze zoon van een Venetiaanse steenhouwer in 1720 werd geboren, lagen Pompeï en Herculaneum nog bedolven onder een metersdikke laag vulkanische as. De oudheid was weliswaar al lang herontdekt, maar de Duitse archeoloog Winckelmann moest zijn invloedrijke ‘Geschichte der Kunst des Altertums’ (1764) nog schrijven. Wel al waren er toeristen, vooral welgestelde Engelsen die een Grand Tour maakten langs de Italiaanse kunststeden.


2 St Pieterplein (
Klik voor grotere foto)
Kurkmodellen

Hoe Rome er in die tijd uitzag, daarvan geven de 135 etsen die Piranesi vanaf 1748 tot aan zijn dood in 1778 maakte onder de titel ‘Vedute di Roma’, een fascinerend beeld. De prenten van stadsgezichten die in Boijmans zijn te zien, waaronder het Forum Romanum, het Colosseum en het Pantheon, zijn geëtst in een barokke, overvloedige stijl. Het onkruid woekert tussen de steenklompen, er rijdt een koets door de modder, er scharrelen wat bedelaars onder de muren, er vaart een roeibootje over de Tiber. Tegen de achtergrond van deze figuurtjes met hun onbeduidende bezigheden, zijn de vervallen monumenten indrukwekkend groots.

De Romeinse stadsgezichten van Piranesi waren erg populair bij toeristen, die ze als souvenir mee naar huis namen. Hetzelfde gold indertijd voor kurkmodellen van de monumenten, waarvan er in Boijmans ook twee prachtexemplaren staan tentoongesteld: de Tempel van de Sibille en de Tempel van Minerva Medica, beide van Antonio Chichi. Kwetsbare creaties, maar licht en daardoor gemakkelijk te vervoeren, die trouwens ook dienst deden in het onderwijs.

Gegrepen door de Romeinse oudheid begon Piranesi zich te verdiepen in de archeologie, die door de opgravingen in Herculaneum in 1738 en in Pompeï tien jaar later een nieuwe impuls kreeg. Piranesi hadals architect vooral interesse in de constructie van bouwwerken. Het mondde uit in de ambitieuze publicatie ‘Le Antichità Romane’ (1756), waarin hij inging op vele aquaducten, tempels, triomfbogen, thermen en graftomben en die hij verluchtte met prenten.

Intussen van de ster van Winckelmann, die een lofzang hield op de eenvoud en de grandeur van de Griekse kunst, aan het firmament verschenen. Piranesi was het niet met zijn opvattingen eens en publiceerde ‘Della Magnificenza ed Architettura de Romani’. Volgens hem was de Romeinse kunst en architectuur geen zouteloze imitatie van de Griekse, zoals Winckelmann beweerde, maar kwam deze voort uit de inheemse, Etruskische cultuur. De polemiek zette zich nog enkele jaren voort. Piranesi brak een lans voor het belang van de fantasie en de vrijheid in het ontwerpen.


3 Het Colosseum (
Klik voor grotere foto)
Kerkers

Dat laatste devies hoefde hij zichzelf niet in te prenten. Ofschoon hij daarvoor al enkele grotteschi had getekend, fantasievolle variaties op bestaande Romeinse ruïnes, bereikte zijn ets-talent een hoogtepunt in de serie ‘Carceri’, Italiaans voor ‘kerkers’, waaraan hij rond 1749 begon te werken. De composities waren geïnspireerd op decorontwerpen. Vanuit een laag gezichtspunt etste hij gigantische ondergrondse ruimten, zonder echte gevangenen, maar wel met ketens en folterwerktuigen. Er is zo’n overdaad van trappen en gewelven dat de wirwar van lijnen bijna abstract overkomt.

Opmerkelijk aan de werkwijze van Piranesi was dat hij de tekeningen à l’improviste, zonder voorstudie of hulplijnen, met een etsnaald in de dunne waslaag op de metalen platen aanbracht. De tijdsduur waarin de plaat vervolgens in een zuurbad wordt gedompeld, bepalend voor de diepte van de uitgebeten lijn en de intensiteit van het zwart op de prent, wist hij perfect te manipuleren. Ook doordat hij naast de etsnaald andere graveerinstrumenten gebruikte, vertonen zijn etsen een grote variëteit in de dikte van de lijnen, waardoor de prenten fijnzinnig gedetailleerd overkomen.

Dat de ‘Carceri’ de duistere verbeeldingswereld oproepen van een auteur als Edgar Allan Poe is niet vreemd. Al gauw werd Piranesi ingelijfd door de romantici, die hem beschouwden als een belangrijk voorloper. Niet alleen schrijvers als Hugo en Beaudelaire en architecten als Ledoux en Boullée zijn schatplichtig aan hem, zelfs het decor van Fritz Lang’s film ‘Metropolis’ lijkt rechtstreeks ontleend aan de kerkers van Piranesi. Het vernuftige lijnenspel van zijn architectuurvisioenen inspireerde ook de graficus M.C. Escher, over wie overigens volgende maand in de Kunsthal een grote expositie van start gaat.


4 De gotische boog eerste staat. (
Klik voor grotere foto)

Piranesi kreeg in 1764 nog een opdracht voor de verbouwing en decoratie van de Santa Maria del Priorato op de Aventijn. Hij ontwierp tevens de toegangspoort tot het plein, dat nu vooral bekend is om het sleutelgat, waardoor precies de koepel van de Sint Pieter is te zien. Kennelijk een geste naar toeristen, waarvan velen, aangestoken door zijn monumentale stadsgezichten, naar Rome waren gereisd. Of een goedmakertje, want menig toerist was teleurgesteld in de Eeuwige Stad, omdat de monumenten op de prenten van Piranesi in werkelijkheid een stuk minder imposant bleken.

De tentoonstelling van prenten van Piranesi is t/m 25 okt. te zien in Museum Boijmans Van Beuningen Rotterdam.

,,,

Als architect kwam hij slechts één keer aan de bak, maar zijn etsen brachten hem eeuwige roem. Van Giovanni Battista Piranesi zijn in Museum Boijmans Van Beuningen Rotterdam twee series prenten te zien: de ‘Vedute di Roma’ en de ‘Carceri’.


1 De Skeletten (
Klik voor grotere foto)

Een bezoek aan Rome is zeker voor architectuur- en kunstliefhebbers nog altijd een absolute must. Natuurlijk is de renaissancistische kunst uit Florence superbe, is het middeleeuwse stadsbeeld van Siena overweldigend en zijn de Byzantijnse kerken in Ravenna het summum, maar Rome heeft het allemaal. Geen stad getuigt met zoveel allure van de geschiedenis van de westerse cultuur dan Rome, waar elke tijd zijn sporen heeft nagelaten.

Hoewel lang niet alles is opgegraven, ligt een flink deel van Rome’s verleden nu aan onze voeten, misschien naar onze normen ietwat verwaarloosd, maar in elk geval toonbaar en door archeologen minutieus gedateerd en beschreven. De reisgidsen hebben het voor ons samengevat en illustraties van de monumenten zijn te verkrijgen in alle uithoeken van de wereld. We kennen Rome zogezegd al lang voordat we er zijn geweest.

In de tijd van Giovanni Battista Piranesi lag dat anders. Toen deze zoon van een Venetiaanse steenhouwer in 1720 werd geboren, lagen Pompeï en Herculaneum nog bedolven onder een metersdikke laag vulkanische as. De oudheid was weliswaar al lang herontdekt, maar de Duitse archeoloog Winckelmann moest zijn invloedrijke ‘Geschichte der Kunst des Altertums’ (1764) nog schrijven. Wel al waren er toeristen, vooral welgestelde Engelsen die een Grand Tour maakten langs de Italiaanse kunststeden.


2 St Pieterplein (
Klik voor grotere foto)
Kurkmodellen

Hoe Rome er in die tijd uitzag, daarvan geven de 135 etsen die Piranesi vanaf 1748 tot aan zijn dood in 1778 maakte onder de titel ‘Vedute di Roma’, een fascinerend beeld. De prenten van stadsgezichten die in Boijmans zijn te zien, waaronder het Forum Romanum, het Colosseum en het Pantheon, zijn geëtst in een barokke, overvloedige stijl. Het onkruid woekert tussen de steenklompen, er rijdt een koets door de modder, er scharrelen wat bedelaars onder de muren, er vaart een roeibootje over de Tiber. Tegen de achtergrond van deze figuurtjes met hun onbeduidende bezigheden, zijn de vervallen monumenten indrukwekkend groots.

De Romeinse stadsgezichten van Piranesi waren erg populair bij toeristen, die ze als souvenir mee naar huis namen. Hetzelfde gold indertijd voor kurkmodellen van de monumenten, waarvan er in Boijmans ook twee prachtexemplaren staan tentoongesteld: de Tempel van de Sibille en de Tempel van Minerva Medica, beide van Antonio Chichi. Kwetsbare creaties, maar licht en daardoor gemakkelijk te vervoeren, die trouwens ook dienst deden in het onderwijs.

Gegrepen door de Romeinse oudheid begon Piranesi zich te verdiepen in de archeologie, die door de opgravingen in Herculaneum in 1738 en in Pompeï tien jaar later een nieuwe impuls kreeg. Piranesi hadals architect vooral interesse in de constructie van bouwwerken. Het mondde uit in de ambitieuze publicatie ‘Le Antichità Romane’ (1756), waarin hij inging op vele aquaducten, tempels, triomfbogen, thermen en graftomben en die hij verluchtte met prenten.

Intussen van de ster van Winckelmann, die een lofzang hield op de eenvoud en de grandeur van de Griekse kunst, aan het firmament verschenen. Piranesi was het niet met zijn opvattingen eens en publiceerde ‘Della Magnificenza ed Architettura de Romani’. Volgens hem was de Romeinse kunst en architectuur geen zouteloze imitatie van de Griekse, zoals Winckelmann beweerde, maar kwam deze voort uit de inheemse, Etruskische cultuur. De polemiek zette zich nog enkele jaren voort. Piranesi brak een lans voor het belang van de fantasie en de vrijheid in het ontwerpen.


3 Het Colosseum (
Klik voor grotere foto)
Kerkers

Dat laatste devies hoefde hij zichzelf niet in te prenten. Ofschoon hij daarvoor al enkele grotteschi had getekend, fantasievolle variaties op bestaande Romeinse ruïnes, bereikte zijn ets-talent een hoogtepunt in de serie ‘Carceri’, Italiaans voor ‘kerkers’, waaraan hij rond 1749 begon te werken. De composities waren geïnspireerd op decorontwerpen. Vanuit een laag gezichtspunt etste hij gigantische ondergrondse ruimten, zonder echte gevangenen, maar wel met ketens en folterwerktuigen. Er is zo’n overdaad van trappen en gewelven dat de wirwar van lijnen bijna abstract overkomt.

Opmerkelijk aan de werkwijze van Piranesi was dat hij de tekeningen à l’improviste, zonder voorstudie of hulplijnen, met een etsnaald in de dunne waslaag op de metalen platen aanbracht. De tijdsduur waarin de plaat vervolgens in een zuurbad wordt gedompeld, bepalend voor de diepte van de uitgebeten lijn en de intensiteit van het zwart op de prent, wist hij perfect te manipuleren. Ook doordat hij naast de etsnaald andere graveerinstrumenten gebruikte, vertonen zijn etsen een grote variëteit in de dikte van de lijnen, waardoor de prenten fijnzinnig gedetailleerd overkomen.

Dat de ‘Carceri’ de duistere verbeeldingswereld oproepen van een auteur als Edgar Allan Poe is niet vreemd. Al gauw werd Piranesi ingelijfd door de romantici, die hem beschouwden als een belangrijk voorloper. Niet alleen schrijvers als Hugo en Beaudelaire en architecten als Ledoux en Boullée zijn schatplichtig aan hem, zelfs het decor van Fritz Lang’s film ‘Metropolis’ lijkt rechtstreeks ontleend aan de kerkers van Piranesi. Het vernuftige lijnenspel van zijn architectuurvisioenen inspireerde ook de graficus M.C. Escher, over wie overigens volgende maand in de Kunsthal een grote expositie van start gaat.


4 De gotische boog eerste staat. (
Klik voor grotere foto)

Piranesi kreeg in 1764 nog een opdracht voor de verbouwing en decoratie van de Santa Maria del Priorato op de Aventijn. Hij ontwierp tevens de toegangspoort tot het plein, dat nu vooral bekend is om het sleutelgat, waardoor precies de koepel van de Sint Pieter is te zien. Kennelijk een geste naar toeristen, waarvan velen, aangestoken door zijn monumentale stadsgezichten, naar Rome waren gereisd. Of een goedmakertje, want menig toerist was teleurgesteld in de Eeuwige Stad, omdat de monumenten op de prenten van Piranesi in werkelijkheid een stuk minder imposant bleken.

De tentoonstelling van prenten van Piranesi is t/m 25 okt. te zien in Museum Boijmans Van Beuningen Rotterdam.

Als architect kwam hij slechts één keer aan de bak, maar zijn etsen brachten hem eeuwige roem. Van Giovanni Battista Piranesi zijn in Museum Boijmans Van Beuningen Rotterdam twee series prenten te zien: de ‘Vedute di Roma’ en de ‘Carceri’.


1 De Skeletten (
Klik voor grotere foto)

Een bezoek aan Rome is zeker voor architectuur- en kunstliefhebbers nog altijd een absolute must. Natuurlijk is de renaissancistische kunst uit Florence superbe, is het middeleeuwse stadsbeeld van Siena overweldigend en zijn de Byzantijnse kerken in Ravenna het summum, maar Rome heeft het allemaal. Geen stad getuigt met zoveel allure van de geschiedenis van de westerse cultuur dan Rome, waar elke tijd zijn sporen heeft nagelaten.

Hoewel lang niet alles is opgegraven, ligt een flink deel van Rome’s verleden nu aan onze voeten, misschien naar onze normen ietwat verwaarloosd, maar in elk geval toonbaar en door archeologen minutieus gedateerd en beschreven. De reisgidsen hebben het voor ons samengevat en illustraties van de monumenten zijn te verkrijgen in alle uithoeken van de wereld. We kennen Rome zogezegd al lang voordat we er zijn geweest.

In de tijd van Giovanni Battista Piranesi lag dat anders. Toen deze zoon van een Venetiaanse steenhouwer in 1720 werd geboren, lagen Pompeï en Herculaneum nog bedolven onder een metersdikke laag vulkanische as. De oudheid was weliswaar al lang herontdekt, maar de Duitse archeoloog Winckelmann moest zijn invloedrijke ‘Geschichte der Kunst des Altertums’ (1764) nog schrijven. Wel al waren er toeristen, vooral welgestelde Engelsen die een Grand Tour maakten langs de Italiaanse kunststeden.


2 St Pieterplein (
Klik voor grotere foto)
Kurkmodellen

Hoe Rome er in die tijd uitzag, daarvan geven de 135 etsen die Piranesi vanaf 1748 tot aan zijn dood in 1778 maakte onder de titel ‘Vedute di Roma’, een fascinerend beeld. De prenten van stadsgezichten die in Boijmans zijn te zien, waaronder het Forum Romanum, het Colosseum en het Pantheon, zijn geëtst in een barokke, overvloedige stijl. Het onkruid woekert tussen de steenklompen, er rijdt een koets door de modder, er scharrelen wat bedelaars onder de muren, er vaart een roeibootje over de Tiber. Tegen de achtergrond van deze figuurtjes met hun onbeduidende bezigheden, zijn de vervallen monumenten indrukwekkend groots.

De Romeinse stadsgezichten van Piranesi waren erg populair bij toeristen, die ze als souvenir mee naar huis namen. Hetzelfde gold indertijd voor kurkmodellen van de monumenten, waarvan er in Boijmans ook twee prachtexemplaren staan tentoongesteld: de Tempel van de Sibille en de Tempel van Minerva Medica, beide van Antonio Chichi. Kwetsbare creaties, maar licht en daardoor gemakkelijk te vervoeren, die trouwens ook dienst deden in het onderwijs.

Gegrepen door de Romeinse oudheid begon Piranesi zich te verdiepen in de archeologie, die door de opgravingen in Herculaneum in 1738 en in Pompeï tien jaar later een nieuwe impuls kreeg. Piranesi hadals architect vooral interesse in de constructie van bouwwerken. Het mondde uit in de ambitieuze publicatie ‘Le Antichità Romane’ (1756), waarin hij inging op vele aquaducten, tempels, triomfbogen, thermen en graftomben en die hij verluchtte met prenten.

Intussen van de ster van Winckelmann, die een lofzang hield op de eenvoud en de grandeur van de Griekse kunst, aan het firmament verschenen. Piranesi was het niet met zijn opvattingen eens en publiceerde ‘Della Magnificenza ed Architettura de Romani’. Volgens hem was de Romeinse kunst en architectuur geen zouteloze imitatie van de Griekse, zoals Winckelmann beweerde, maar kwam deze voort uit de inheemse, Etruskische cultuur. De polemiek zette zich nog enkele jaren voort. Piranesi brak een lans voor het belang van de fantasie en de vrijheid in het ontwerpen.


3 Het Colosseum (
Klik voor grotere foto)
Kerkers

Dat laatste devies hoefde hij zichzelf niet in te prenten. Ofschoon hij daarvoor al enkele grotteschi had getekend, fantasievolle variaties op bestaande Romeinse ruïnes, bereikte zijn ets-talent een hoogtepunt in de serie ‘Carceri’, Italiaans voor ‘kerkers’, waaraan hij rond 1749 begon te werken. De composities waren geïnspireerd op decorontwerpen. Vanuit een laag gezichtspunt etste hij gigantische ondergrondse ruimten, zonder echte gevangenen, maar wel met ketens en folterwerktuigen. Er is zo’n overdaad van trappen en gewelven dat de wirwar van lijnen bijna abstract overkomt.

Opmerkelijk aan de werkwijze van Piranesi was dat hij de tekeningen à l’improviste, zonder voorstudie of hulplijnen, met een etsnaald in de dunne waslaag op de metalen platen aanbracht. De tijdsduur waarin de plaat vervolgens in een zuurbad wordt gedompeld, bepalend voor de diepte van de uitgebeten lijn en de intensiteit van het zwart op de prent, wist hij perfect te manipuleren. Ook doordat hij naast de etsnaald andere graveerinstrumenten gebruikte, vertonen zijn etsen een grote variëteit in de dikte van de lijnen, waardoor de prenten fijnzinnig gedetailleerd overkomen.

Dat de ‘Carceri’ de duistere verbeeldingswereld oproepen van een auteur als Edgar Allan Poe is niet vreemd. Al gauw werd Piranesi ingelijfd door de romantici, die hem beschouwden als een belangrijk voorloper. Niet alleen schrijvers als Hugo en Beaudelaire en architecten als Ledoux en Boullée zijn schatplichtig aan hem, zelfs het decor van Fritz Lang’s film ‘Metropolis’ lijkt rechtstreeks ontleend aan de kerkers van Piranesi. Het vernuftige lijnenspel van zijn architectuurvisioenen inspireerde ook de graficus M.C. Escher, over wie overigens volgende maand in de Kunsthal een grote expositie van start gaat.


4 De gotische boog eerste staat. (
Klik voor grotere foto)

Piranesi kreeg in 1764 nog een opdracht voor de verbouwing en decoratie van de Santa Maria del Priorato op de Aventijn. Hij ontwierp tevens de toegangspoort tot het plein, dat nu vooral bekend is om het sleutelgat, waardoor precies de koepel van de Sint Pieter is te zien. Kennelijk een geste naar toeristen, waarvan velen, aangestoken door zijn monumentale stadsgezichten, naar Rome waren gereisd. Of een goedmakertje, want menig toerist was teleurgesteld in de Eeuwige Stad, omdat de monumenten op de prenten van Piranesi in werkelijkheid een stuk minder imposant bleken.

De tentoonstelling van prenten van Piranesi is t/m 25 okt. te zien in Museum Boijmans Van Beuningen Rotterdam.