Aanstaande zaterdag vindt in Rotterdam de tweede Dance Parade plaats. Belangstellenden kunnen ook terecht in de plaatselijke Kunsthal waar het tienjarig bestaan van house wordt herdacht.
1 Nighttown, 1990. foto: Gerard Wessel
Een echtpaar met een riedel jonge kinderen is er zichtbaar van onder de indruk. Met brede, onschuldige grijnzen nemen de leden van deze familie doorsnee bezit van de schapenvacht waarmee een chill out room in de Kunsthal is aangekleed. In de witte ruimte heerst een serene, sprookjesachtige sfeer die het gedrogeerde effect oproept van poeders en pillen. De geanimeerde pillen-dans van VJ Micha Klein, afgespeeld op vijf monitoren, op het ritme van opzwepende beats, werkt bij de vader op de lachspieren. Hij vindt het geweldig, evenals zijn kinderen. Of hij even enthousiast zal reageren als hij een echte houseparty bezoekt, is evenwel de vraag.
2 Voormalig hoofdkantoor Holland Amerika Lijn, 1990. foto: Cleo Campert
Het beeld dat de Kunsthal van tien jaar dance presenteert bestaat uit honderden flyers van feesten, gehouden in uitgaansgelegenheden als het Rotterdamse Nighttown en de Amsterdamse Roxy. Onlosmakelijk horen ze bij house, die aankondigingen van feesten. Er hangen ook tientallen foto’s van Cleo Campert en Gerard Wessel die housers in actie laten zien. Sommigen in extravagante kleding, anderen met pupillen zo groot als soepborden. Een vitrine met pillen – ‘collectie Regiopolitie Rotterdam’ – laat wat dat betreft niets te raden over. Maar de kick die mensen krijgen van urenlang housen, dat als het goed is een extatische climax bereikt, wordt niet overgebracht. De expositie toont alleen de buitenkant.
’10 jaar house, 10 jaar kankerherrie’, heeft een bezoeker met een zwarte viltstift op een houten wand in de Kunsthal geschreven. Voor mensen die house verfoeien of die er voor het eerst mee in aanraking komen is dat inderdaad de geijkte reactie – en waarschijnlijk ook die van vaderlief als die op een echt feest zou belanden en langdurig de vierkwartsmaat op zijn tere trommelvliezen hoorde dreunen. Daarom jammer dat de muziek en het hypnotiserende gevoel die deze kan opwekken niet overkomen in de Kunsthal. Dat is per definitie onmogelijk, tenzij er een echt feest wordt georganiseerd, maar een videoregistratie van een party, is toch wel het minste dat we mogen verwachten.
Bakermat
Gelukkig heeft de Kunsthal wel een dubbel-cd uitgebracht, een compilatie van tien jaar hoogtepunten van Nederlands materiaal, bezorgd door muziekrecensent en houseproducer Gert van Veen. De beide cd’s beperken zich tot de underground, zoals deze zich vanaf eind jaren tachtig ontwikkelde, met bijdragen uiteenlopend van Eddy de Clercq tot Junkie XL. Aancommerciële pophouse van groepen als 2 Unlimited is gelukkig voorbijgegaan. Hetzelfde geldt voor gabber-house, dat vooral tot wasdom is gekomen in het Rotterdamse, een fenomeen dat op zich een eigen tentoonstelling verdient – maar dan wel één die leeft.
3 Eddy de Clerq aan het werk in Roxy, 1991. foto: Cleo Campert
Muzikaal gezien volgen beide cd’s twee sporen die zich al vroeg aftekenden in de house-cultuur. De variant die strikt genomen ‘house’ is gaan heten heeft zijn bakermat in Chicago. Deze ritmische muziek, waarop wild en uitgelaten gedanst mocht worden, werd vooral gedraaid in plaatselijke gay-clubs als The Warehouse, waaraan het beestje ook zijn naam dankt. De andere tak, die wordt aangeduid met ‘techno’, heeft zijn wortels in Detroit. Deze bouwde voort op de elektronische muziek van de Duitse band Kraftwerk, gemengd met funk, zoals vertolkt door iemand als George Clinton.
Toch waren het niet de zwarte grondleggers die hun nieuwe dansmuziek naar Nederland brachten, maar een groepje Engelsen. In de eerste week van september 1988, naar de zomer van 1967 ‘The Summer of Love’ genoemd, organiseerde de zogeheten Soho Connection drie feesten op verschillende locaties in Amsterdam. Vooralsnog kwamen er veel Engelsen op af die een trip hadden geboekt voor ‘Trance in Amsterdam’. Ofschoon het hier vrij snel aansloeg, werd house ook verguisd en door veel pop-liefhebbers beschouwd als een hype die (hopelijk) snel zou vervliegen.
Waterdrager
Dat house uiteindelijk een volwaardige muziekstroming zou worden, die zich voortdurend zou vernieuwen, hadden weinigen voorzien. De plaatjesdraaier van weleer, deze waterdrager van de disco die in het punktijdperk het laatste restje aanzien zou verspelen, ontpopte zich in de jaren negentig als een ster die de gemiddelde popmuzikant in de schaduw plaatste en dat ook merkte aan zijn bankrekening. Wereldwijs sloeg house aan en ook Nederlandse producers blazen een aardige partij mee. Dat niemand meer om house heen kan besefte twee jaar geleden ook Mojo die het initiatief nam tot New Frontier.
De house-cultuur is qua invloed vergelijkbaar met die van de hippies en de punks. Evenals beide andere jeugdstromingen ontketende de muziek een nieuwe uitgaanscultuur. Deze had niet alleen zijn weerslag op de mode, maar ook op het gebruik van drugs. Ongeveer tezelfdertijd met de opkomst van house, kwam het gebruik van de ‘lovedrug‘ XTC in zwang. Dansen op de vulkaan bleek voor velen alleen mogelijk met een pilletje achter de kiezen.
Dat er aan house een expositie is gewijd, kan het teken zijn dat het hoogtepunt nu echt voorbij is. Dat brave huisvaders zich zonder pilletje vermeien in een chill out room is veelzeggend, hoewel de goede man nog steeds niet weet wat hij heeft gemist. Ook het romantiseren van house, waarin hetsaamhorigheidsgevoel op de dansvloer wordt geprezen, is een uiting van teloorgang en natuurlijk misplaatst, want als dance iets voedt dan wel het ego. Samen dansen op je eigen kick. De stoffering van de leegte. ,,Wir sind Schaufensterpuppen”, zong Kraftwerk.
De tentoonstelling ‘Streetwise – Tien jaar Party, House & Dance’ is t/m 20 sept. te zien in de Kunsthal te Rotterdam.
,,
1 Nighttown, 1990. foto: Gerard Wessel
Een echtpaar met een riedel jonge kinderen is er zichtbaar van onder de indruk. Met brede, onschuldige grijnzen nemen de leden van deze familie doorsnee bezit van de schapenvacht waarmee een chill out room in de Kunsthal is aangekleed. In de witte ruimte heerst een serene, sprookjesachtige sfeer die het gedrogeerde effect oproept van poeders en pillen. De geanimeerde pillen-dans van VJ Micha Klein, afgespeeld op vijf monitoren, op het ritme van opzwepende beats, werkt bij de vader op de lachspieren. Hij vindt het geweldig, evenals zijn kinderen. Of hij even enthousiast zal reageren als hij een echte houseparty bezoekt, is evenwel de vraag.
2 Voormalig hoofdkantoor Holland Amerika Lijn, 1990. foto: Cleo Campert
Het beeld dat de Kunsthal van tien jaar dance presenteert bestaat uit honderden flyers van feesten, gehouden in uitgaansgelegenheden als het Rotterdamse Nighttown en de Amsterdamse Roxy. Onlosmakelijk horen ze bij house, die aankondigingen van feesten. Er hangen ook tientallen foto’s van Cleo Campert en Gerard Wessel die housers in actie laten zien. Sommigen in extravagante kleding, anderen met pupillen zo groot als soepborden. Een vitrine met pillen – ‘collectie Regiopolitie Rotterdam’ – laat wat dat betreft niets te raden over. Maar de kick die mensen krijgen van urenlang housen, dat als het goed is een extatische climax bereikt, wordt niet overgebracht. De expositie toont alleen de buitenkant.
’10 jaar house, 10 jaar kankerherrie’, heeft een bezoeker met een zwarte viltstift op een houten wand in de Kunsthal geschreven. Voor mensen die house verfoeien of die er voor het eerst mee in aanraking komen is dat inderdaad de geijkte reactie – en waarschijnlijk ook die van vaderlief als die op een echt feest zou belanden en langdurig de vierkwartsmaat op zijn tere trommelvliezen hoorde dreunen. Daarom jammer dat de muziek en het hypnotiserende gevoel die deze kan opwekken niet overkomen in de Kunsthal. Dat is per definitie onmogelijk, tenzij er een echt feest wordt georganiseerd, maar een videoregistratie van een party, is toch wel het minste dat we mogen verwachten.
Bakermat
Gelukkig heeft de Kunsthal wel een dubbel-cd uitgebracht, een compilatie van tien jaar hoogtepunten van Nederlands materiaal, bezorgd door muziekrecensent en houseproducer Gert van Veen. De beide cd’s beperken zich tot de underground, zoals deze zich vanaf eind jaren tachtig ontwikkelde, met bijdragen uiteenlopend van Eddy de Clercq tot Junkie XL. Aancommerciële pophouse van groepen als 2 Unlimited is gelukkig voorbijgegaan. Hetzelfde geldt voor gabber-house, dat vooral tot wasdom is gekomen in het Rotterdamse, een fenomeen dat op zich een eigen tentoonstelling verdient – maar dan wel één die leeft.
3 Eddy de Clerq aan het werk in Roxy, 1991. foto: Cleo Campert
Muzikaal gezien volgen beide cd’s twee sporen die zich al vroeg aftekenden in de house-cultuur. De variant die strikt genomen ‘house’ is gaan heten heeft zijn bakermat in Chicago. Deze ritmische muziek, waarop wild en uitgelaten gedanst mocht worden, werd vooral gedraaid in plaatselijke gay-clubs als The Warehouse, waaraan het beestje ook zijn naam dankt. De andere tak, die wordt aangeduid met ‘techno’, heeft zijn wortels in Detroit. Deze bouwde voort op de elektronische muziek van de Duitse band Kraftwerk, gemengd met funk, zoals vertolkt door iemand als George Clinton.
Toch waren het niet de zwarte grondleggers die hun nieuwe dansmuziek naar Nederland brachten, maar een groepje Engelsen. In de eerste week van september 1988, naar de zomer van 1967 ‘The Summer of Love’ genoemd, organiseerde de zogeheten Soho Connection drie feesten op verschillende locaties in Amsterdam. Vooralsnog kwamen er veel Engelsen op af die een trip hadden geboekt voor ‘Trance in Amsterdam’. Ofschoon het hier vrij snel aansloeg, werd house ook verguisd en door veel pop-liefhebbers beschouwd als een hype die (hopelijk) snel zou vervliegen.
Waterdrager
Dat house uiteindelijk een volwaardige muziekstroming zou worden, die zich voortdurend zou vernieuwen, hadden weinigen voorzien. De plaatjesdraaier van weleer, deze waterdrager van de disco die in het punktijdperk het laatste restje aanzien zou verspelen, ontpopte zich in de jaren negentig als een ster die de gemiddelde popmuzikant in de schaduw plaatste en dat ook merkte aan zijn bankrekening. Wereldwijs sloeg house aan en ook Nederlandse producers blazen een aardige partij mee. Dat niemand meer om house heen kan besefte twee jaar geleden ook Mojo die het initiatief nam tot New Frontier.
De house-cultuur is qua invloed vergelijkbaar met die van de hippies en de punks. Evenals beide andere jeugdstromingen ontketende de muziek een nieuwe uitgaanscultuur. Deze had niet alleen zijn weerslag op de mode, maar ook op het gebruik van drugs. Ongeveer tezelfdertijd met de opkomst van house, kwam het gebruik van de ‘lovedrug‘ XTC in zwang. Dansen op de vulkaan bleek voor velen alleen mogelijk met een pilletje achter de kiezen.
Dat er aan house een expositie is gewijd, kan het teken zijn dat het hoogtepunt nu echt voorbij is. Dat brave huisvaders zich zonder pilletje vermeien in een chill out room is veelzeggend, hoewel de goede man nog steeds niet weet wat hij heeft gemist. Ook het romantiseren van house, waarin hetsaamhorigheidsgevoel op de dansvloer wordt geprezen, is een uiting van teloorgang en natuurlijk misplaatst, want als dance iets voedt dan wel het ego. Samen dansen op je eigen kick. De stoffering van de leegte. ,,Wir sind Schaufensterpuppen”, zong Kraftwerk.
De tentoonstelling ‘Streetwise – Tien jaar Party, House & Dance’ is t/m 20 sept. te zien in de Kunsthal te Rotterdam.
1 Nighttown, 1990. foto: Gerard Wessel
Een echtpaar met een riedel jonge kinderen is er zichtbaar van onder de indruk. Met brede, onschuldige grijnzen nemen de leden van deze familie doorsnee bezit van de schapenvacht waarmee een chill out room in de Kunsthal is aangekleed. In de witte ruimte heerst een serene, sprookjesachtige sfeer die het gedrogeerde effect oproept van poeders en pillen. De geanimeerde pillen-dans van VJ Micha Klein, afgespeeld op vijf monitoren, op het ritme van opzwepende beats, werkt bij de vader op de lachspieren. Hij vindt het geweldig, evenals zijn kinderen. Of hij even enthousiast zal reageren als hij een echte houseparty bezoekt, is evenwel de vraag.
2 Voormalig hoofdkantoor Holland Amerika Lijn, 1990. foto: Cleo Campert
Het beeld dat de Kunsthal van tien jaar dance presenteert bestaat uit honderden flyers van feesten, gehouden in uitgaansgelegenheden als het Rotterdamse Nighttown en de Amsterdamse Roxy. Onlosmakelijk horen ze bij house, die aankondigingen van feesten. Er hangen ook tientallen foto’s van Cleo Campert en Gerard Wessel die housers in actie laten zien. Sommigen in extravagante kleding, anderen met pupillen zo groot als soepborden. Een vitrine met pillen – ‘collectie Regiopolitie Rotterdam’ – laat wat dat betreft niets te raden over. Maar de kick die mensen krijgen van urenlang housen, dat als het goed is een extatische climax bereikt, wordt niet overgebracht. De expositie toont alleen de buitenkant.
’10 jaar house, 10 jaar kankerherrie’, heeft een bezoeker met een zwarte viltstift op een houten wand in de Kunsthal geschreven. Voor mensen die house verfoeien of die er voor het eerst mee in aanraking komen is dat inderdaad de geijkte reactie – en waarschijnlijk ook die van vaderlief als die op een echt feest zou belanden en langdurig de vierkwartsmaat op zijn tere trommelvliezen hoorde dreunen. Daarom jammer dat de muziek en het hypnotiserende gevoel die deze kan opwekken niet overkomen in de Kunsthal. Dat is per definitie onmogelijk, tenzij er een echt feest wordt georganiseerd, maar een videoregistratie van een party, is toch wel het minste dat we mogen verwachten.
Bakermat
Gelukkig heeft de Kunsthal wel een dubbel-cd uitgebracht, een compilatie van tien jaar hoogtepunten van Nederlands materiaal, bezorgd door muziekrecensent en houseproducer Gert van Veen. De beide cd’s beperken zich tot de underground, zoals deze zich vanaf eind jaren tachtig ontwikkelde, met bijdragen uiteenlopend van Eddy de Clercq tot Junkie XL. Aancommerciële pophouse van groepen als 2 Unlimited is gelukkig voorbijgegaan. Hetzelfde geldt voor gabber-house, dat vooral tot wasdom is gekomen in het Rotterdamse, een fenomeen dat op zich een eigen tentoonstelling verdient – maar dan wel één die leeft.
3 Eddy de Clerq aan het werk in Roxy, 1991. foto: Cleo Campert
Muzikaal gezien volgen beide cd’s twee sporen die zich al vroeg aftekenden in de house-cultuur. De variant die strikt genomen ‘house’ is gaan heten heeft zijn bakermat in Chicago. Deze ritmische muziek, waarop wild en uitgelaten gedanst mocht worden, werd vooral gedraaid in plaatselijke gay-clubs als The Warehouse, waaraan het beestje ook zijn naam dankt. De andere tak, die wordt aangeduid met ‘techno’, heeft zijn wortels in Detroit. Deze bouwde voort op de elektronische muziek van de Duitse band Kraftwerk, gemengd met funk, zoals vertolkt door iemand als George Clinton.
Toch waren het niet de zwarte grondleggers die hun nieuwe dansmuziek naar Nederland brachten, maar een groepje Engelsen. In de eerste week van september 1988, naar de zomer van 1967 ‘The Summer of Love’ genoemd, organiseerde de zogeheten Soho Connection drie feesten op verschillende locaties in Amsterdam. Vooralsnog kwamen er veel Engelsen op af die een trip hadden geboekt voor ‘Trance in Amsterdam’. Ofschoon het hier vrij snel aansloeg, werd house ook verguisd en door veel pop-liefhebbers beschouwd als een hype die (hopelijk) snel zou vervliegen.
Waterdrager
Dat house uiteindelijk een volwaardige muziekstroming zou worden, die zich voortdurend zou vernieuwen, hadden weinigen voorzien. De plaatjesdraaier van weleer, deze waterdrager van de disco die in het punktijdperk het laatste restje aanzien zou verspelen, ontpopte zich in de jaren negentig als een ster die de gemiddelde popmuzikant in de schaduw plaatste en dat ook merkte aan zijn bankrekening. Wereldwijs sloeg house aan en ook Nederlandse producers blazen een aardige partij mee. Dat niemand meer om house heen kan besefte twee jaar geleden ook Mojo die het initiatief nam tot New Frontier.
De house-cultuur is qua invloed vergelijkbaar met die van de hippies en de punks. Evenals beide andere jeugdstromingen ontketende de muziek een nieuwe uitgaanscultuur. Deze had niet alleen zijn weerslag op de mode, maar ook op het gebruik van drugs. Ongeveer tezelfdertijd met de opkomst van house, kwam het gebruik van de ‘lovedrug‘ XTC in zwang. Dansen op de vulkaan bleek voor velen alleen mogelijk met een pilletje achter de kiezen.
Dat er aan house een expositie is gewijd, kan het teken zijn dat het hoogtepunt nu echt voorbij is. Dat brave huisvaders zich zonder pilletje vermeien in een chill out room is veelzeggend, hoewel de goede man nog steeds niet weet wat hij heeft gemist. Ook het romantiseren van house, waarin hetsaamhorigheidsgevoel op de dansvloer wordt geprezen, is een uiting van teloorgang en natuurlijk misplaatst, want als dance iets voedt dan wel het ego. Samen dansen op je eigen kick. De stoffering van de leegte. ,,Wir sind Schaufensterpuppen”, zong Kraftwerk.
De tentoonstelling ‘Streetwise – Tien jaar Party, House & Dance’ is t/m 20 sept. te zien in de Kunsthal te Rotterdam.
Comments are closed.