Education

Terug bij het oude vakgebied

Hij heeft scheikunde gestudeerd in Leiden, maar werkt nu als medewerker personeel en organisatie. Toevalligerwijs wél bij de subfaculteit Scheikunde.

Hij heeft scheikunde gestudeerd in Leiden, maar werkt nu als medewerker personeel en organisatie. Toevalligerwijs wél bij de subfaculteit Scheikunde.

Pieter van Dooren is één van de jonge academici die de TU iedere jaar aanstelt. ,,Voor mij was het aan het einde van mijn studie duidelijk dat ik geen wetenschappelijk onderzoeker wilde worden. Heel lang, heel diep iets heel kleins bestuderen, is niets voor mij.”

Wat hij dan wel wilde, wist Van Dooren eigenlijk niet. Door activiteiten naast zijn studie was hem duidelijk geworden dat hij organisatie en management eveneens interessant vond. Een wervingsadvertentie voor jonge academici van de TU Delft en TU Eindhoven bood uitkomst. Hij reageerde, kwam door de selectieprocedure en kon bij beide instellingen aan de slag. ,,Ik heb voor Delft gekozen omdat de projecten mij het meeste aanspraken.”

Hij belandde op het hoofdbureau bij de staf personeel en organisatie. Hiervoor organiseerde hij het overleg tussen de hoofden P&O van de faculteiten en de staf. Daarnaast was hij secretaris van de werkgroep ‘Ken- en Stuurgetallen voor P&O-beleid’. Een interessante werkgroep volgens Van Dooren, omdat daar voor het eerst richtlijnen en streefgetallen werden vastgesteld om de doelstellingen van P&O meetbaar te maken.

,,Het waren boeiende discussies over het doel en de richting van P&O. Lange tijd is in de non-profit sector het personeelsbeleid niet echt serieus genomen. Het was bijvoorbeeld gebruikelijk dat mensen jarenlang in dezelfde functie zaten. Doorstroming was niet aan de orde. Vandaag de dag wordt daar meer aandacht aan besteed. Het vaststellen van stuurgetallen geeft je houvast. Je legt statistisch vast wat je doel is en wanneer je dat denkt te bereiken.”

Op dit moment is Van Dooren weer terug bij zijn oude ‘liefde’, Scheikunde. Hij is er niet van overtuigd dat zijn scheikundige achtergrond een pré was bij de aanstelling voor zijn huidige functie. Later merkt hij op dat zijn scheikundige kennis soms wel een voordeel is. ,,Als de wetenschappelijke staf over projecten en onderzoeken spreekt, begrijp ik ongeveer waar zij het over hebben. Dat maakt de communicatie makkelijker.”

Zijn taak op dit moment is het inventariseren van oude functies en het maken van nieuwe beschrijvingen. Daarnaast verzorgt hij de communicatie over de reorganisatie. Ook is hij sinds kort aanspreekpunt voor een deel van de medewerkers met problemen op of vragen over de werkplek. ,,Leuk werk, waarbij je dichtbij de mensen staat.”

Het regelmatige contact met zijn ‘collega-jonge-academici’ vindt hij uitermate stimulerend. ,,Tijdens onze lunchbijeenkomsten praat je met elkaar over de aanpak van projecten. Ook bel ik tussendoor wel eens iemand op. Zo’n netwerk is heel belangrijk omdat je in het begin veel van een organisatie moet leren. Meer input is alleen maar beter.”

Alleen blijft één vraag in de lucht hangen: is P&O-beleid zo makkelijk dat je het met iedere willekeurige studie kan doen? Zelfs scheikunde? ,,Dat lijkt wel zo. Het is zeker nietmakkelijk, maar wel een vak dat je goed in de praktijk kunt leren. Overigens heb ik vorig jaar een P&O-cursus gevolgd en lees ik tegenwoordig de vakbladen.”

Zijn scheikunde-achtergrond biedt hem ook voordelen. ,,Ik ben niet zo bang voor cijfers en vind het minder moeilijk om een financiële berekening voor een plan te bekijken of te maken.”

Angèle Steentjes

Hij heeft scheikunde gestudeerd in Leiden, maar werkt nu als medewerker personeel en organisatie. Toevalligerwijs wél bij de subfaculteit Scheikunde.

Pieter van Dooren is één van de jonge academici die de TU iedere jaar aanstelt. ,,Voor mij was het aan het einde van mijn studie duidelijk dat ik geen wetenschappelijk onderzoeker wilde worden. Heel lang, heel diep iets heel kleins bestuderen, is niets voor mij.”

Wat hij dan wel wilde, wist Van Dooren eigenlijk niet. Door activiteiten naast zijn studie was hem duidelijk geworden dat hij organisatie en management eveneens interessant vond. Een wervingsadvertentie voor jonge academici van de TU Delft en TU Eindhoven bood uitkomst. Hij reageerde, kwam door de selectieprocedure en kon bij beide instellingen aan de slag. ,,Ik heb voor Delft gekozen omdat de projecten mij het meeste aanspraken.”

Hij belandde op het hoofdbureau bij de staf personeel en organisatie. Hiervoor organiseerde hij het overleg tussen de hoofden P&O van de faculteiten en de staf. Daarnaast was hij secretaris van de werkgroep ‘Ken- en Stuurgetallen voor P&O-beleid’. Een interessante werkgroep volgens Van Dooren, omdat daar voor het eerst richtlijnen en streefgetallen werden vastgesteld om de doelstellingen van P&O meetbaar te maken.

,,Het waren boeiende discussies over het doel en de richting van P&O. Lange tijd is in de non-profit sector het personeelsbeleid niet echt serieus genomen. Het was bijvoorbeeld gebruikelijk dat mensen jarenlang in dezelfde functie zaten. Doorstroming was niet aan de orde. Vandaag de dag wordt daar meer aandacht aan besteed. Het vaststellen van stuurgetallen geeft je houvast. Je legt statistisch vast wat je doel is en wanneer je dat denkt te bereiken.”

Op dit moment is Van Dooren weer terug bij zijn oude ‘liefde’, Scheikunde. Hij is er niet van overtuigd dat zijn scheikundige achtergrond een pré was bij de aanstelling voor zijn huidige functie. Later merkt hij op dat zijn scheikundige kennis soms wel een voordeel is. ,,Als de wetenschappelijke staf over projecten en onderzoeken spreekt, begrijp ik ongeveer waar zij het over hebben. Dat maakt de communicatie makkelijker.”

Zijn taak op dit moment is het inventariseren van oude functies en het maken van nieuwe beschrijvingen. Daarnaast verzorgt hij de communicatie over de reorganisatie. Ook is hij sinds kort aanspreekpunt voor een deel van de medewerkers met problemen op of vragen over de werkplek. ,,Leuk werk, waarbij je dichtbij de mensen staat.”

Het regelmatige contact met zijn ‘collega-jonge-academici’ vindt hij uitermate stimulerend. ,,Tijdens onze lunchbijeenkomsten praat je met elkaar over de aanpak van projecten. Ook bel ik tussendoor wel eens iemand op. Zo’n netwerk is heel belangrijk omdat je in het begin veel van een organisatie moet leren. Meer input is alleen maar beter.”

Alleen blijft één vraag in de lucht hangen: is P&O-beleid zo makkelijk dat je het met iedere willekeurige studie kan doen? Zelfs scheikunde? ,,Dat lijkt wel zo. Het is zeker nietmakkelijk, maar wel een vak dat je goed in de praktijk kunt leren. Overigens heb ik vorig jaar een P&O-cursus gevolgd en lees ik tegenwoordig de vakbladen.”

Zijn scheikunde-achtergrond biedt hem ook voordelen. ,,Ik ben niet zo bang voor cijfers en vind het minder moeilijk om een financiële berekening voor een plan te bekijken of te maken.”

Angèle Steentjes

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.