Campus

‘Kivi als levende wiki’

Met Micaela dos Ramos als directeur gaat het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (Kivi) een andere koers varen. Het moet weer bruisen aan de Haagse Prinsessegracht. Het kwaliteitskenmerk chartered engineer vervult daarbij een sleutelrol. Alle ingenieurs krijgen ermee te maken.

U hebt gezegd dat het ‘chartered engineerschap’ u na aan het hart ligt. Hoe dat zo?
“Ik heb het bedacht voor Nederland. Het is een structuur die in Engeland al lang bestaat. De vereniging vroeg mij wat er anders, handiger en beter kon als Kivi een veranderslag wil maken. Dat is waar Kivi mij voor aangetrokken heeft. De vereniging bestaat nu 167 jaar. Om de zoveel tijd moet je dan eens gaan herijken.”

Was de boel verstoft?
“Een beetje wel, laten we maar eerlijk zijn. De vraag was: kijk goed naar wat we doen en of dat niet handiger of beter kan. Ik heb toen met veel ingenieurs gesproken over wat Kivi voor hen kan betekenen. Een van de dingen die daaruit kwam was het begrip ‘registeringenieur’. Dat betekent dat er een beter profiel komt van ingenieurs voor betere erkenning en herkenning van de beroepsgroep. Ingenieurs benaderen dat vooral inhoudelijk. Zij willen handvaten krijgen om bij te blijven in de snel veranderende wereld van de technologie. Ingenieurs willen zich kunnen onderscheiden door hun vakkennis en zochten daar een middel voor.”

Een zichtbare meerwaarde zou je kunnen zeggen?
“Ja, zo kun je dat noemen. Kivi zit in een Europees verband van beroepsverenigingen voor ingenieurs. Een ander lid is Jon Prichard, de directeur van de Engelse Engineering Council. Prichard vertelde over hun systeem voor chartered engineers. Ik begreep toen dat het alle elementen heeft waar Kivi naar zocht. Het biedt de mogelijkheid tot het opzetten van nieuwe kennisgemeenschappen waarmee je mensen uit werkvelden bij elkaar brengt. Er zit ook een meester-gezelstructuur in waarbij de meer ervaren ingenieur een beginnende collega begeleidt. Zelf leren de ouderen van de nieuwe vakkennis die jonge collega’s meebrengen. Kennisgemeenschappen kunnen ook standaarden gaan bepalen en de laatste ontwikkelingen onder de aandacht brengen. De gemeenschappen bieden de mogelijkheid om met andere ingenieurs die zich verder willen ontwikkelen in contact te komen over veranderingen in het werkveld. Kijk, voor studenten maakt de universiteit duidelijk wat er van een ingenieur verwacht wordt. Na het afstuderen gaan de ontwikkelingen in het vak door, maar is er geen gestructureerde manier om daarvan op de hoogte te blijven. Laat staan dat er communicatie tussen verschillende vakgebieden zou bestaan.”

Zou dat Engelse systeem ook in Nederland werken?
“Vanuit de sondering was de wens naar boven gekomen dat ingenieurs zich op basis van vakbekwaamheid willen onderscheiden. Daarnaast zochten ze meer contact met collega-ingenieurs, betere maatschappelijke erkenning en doorgaande ontwikkeling in het vak. Daar kun je zelf iets voor opzetten, maar dan begin je vanaf nul.”

Als zoiets al ergens draait, ligt het voor de hand om je daarbij aan te sluiten natuurlijk.
“Ja, en bovendien sluit je je dan meteen aan bij een internationale standaard.”

Wanneer zijn de Engelsen daarmee begonnen?

“Dat was al in het begin van de vorige eeuw. Ze wilden een systeem om bij de ingenieurs het kaf van het koren te kunnen scheiden. Het is grappig dat die wens in onze geglobaliseerde wereld nu weer opduikt. Ingenieurs werken steeds vaker over de grenzen en opdrachtgevers zoeken zekerheid over iemands vakbekwaamheid. Dit is intussen het breedst verspreide systeem ter wereld, en het gebruik blijft groeien.”

Ik kan me ook voorstellen dat mensen die informatie op hun LinkedIn-pagina zetten.
“Ja, dat kan ook. Het aardige van een chartered engineer-systeem is dat je, net als bij LinkedIn, kunt vertellen wat je hebt gedaan. Maar wat LinkedIn niet biedt, en het chartered engineer- systeem wel, is dat ervaren collega’s je claims bevestigen en valideren. Bij je LinkedIn-pagina kun je van alles claimen en je kunt goedkeuringen krijgen van mensen die er niks vanaf weten. Ik wil niks afdoen aan LinkedIn, maar als je vakinhoudelijke borging en validatie zoekt, dan heb je een chartered engineer-systeem nodig.”

Wat zijn de ervaringen in Engeland met het systeem?
“Via het Britse Gemenebest heeft het systeem zich over de wereld verspreid. Er zijn vergelijkbare systemen, maar het Engelse systeem is het breedst verspreid vanwege de veroveringsgezindheid van het Britse rijk. Dat heeft toch ook zijn positieve kanten gehad.”

Sir James Hamilton schreef in een beoordeling van het Britse chartered engineering systeem dat verschillende kringen hun eigen criteria opzetten en waarschuwde dat het systeem complex dreigde te worden, onhandig en inconsistent. Dus een gecertificeerd werktuigbouwkundige of een gecertificeerde ontwerper zijn niet vergelijkbaar.
“Ik denk dat je verschillende disciplines nooit op een lijn krijgt omdat het verschillende vakgebieden zijn. Wat ze wel gemeenschappelijk hebben is een basis, in Engeland heet dat de ‘UK Standard for Professional Engineering Competence’ (kortweg UK-Spec) waarin het ingenieurswerk vanuit vijf domeinen wordt beschreven: kennis, ervaring, leiderschap, communicatie en maatschappelijke ethiek. Ongeacht je vak word je op die domeinen beoordeeld.”

Voor welke vakgebieden begint Kivi met dit systeem?
“Waarschijnlijk beginnen we met vijf vakgebieden: energie, civiele techniek, maritieme en offshore techniek, hightech systems en materialen”

Stel, ik heb na mijn afstuderen een jaar of drie werkervaring opgedaan en ik heb wel belangstelling om chartered engineer te worden. Hoe gaat dat in zijn werk?
“Om te beginnen moet je minimaal vier jaar werkervaring hebben. Dan stuur je je cv in. Afhankelijk van je vakgebied wordt er dan iemand binnen dat vakgebied benaderd als mentor. Die gaat je helpen om je portfolio op te stellen inclusief postacademische scholing die je gevolgd hebt en de maatschappelijke inbedding van je werk. Met je mentor bespreek je ook je gewenste ontwikkeltraject. Dan volgt er een jaar waarin je eens per maand met je mentor spreekt over je vak, je competenties en of je in aanmerking komt voor chartership. Je mentor haakt aan bij de werkzaamheden waar jij je mee bezighoudt. Bedrijven als Shell en Royal HaskoningDHV bouwen dat traject in binnen de bedrijfsopleidingen. Aan het einde van dat jaar maak je een verslag waarna een examen volgt. Dat examen wordt afgenomen door je mentor en iemand anders uit je vak die iets verder weg staat van wat jij precies doet. Je mentor bepaalt je vakinhoudelijke competenties en de andere examinator beoordeelt de maatschappelijke inbedding. Als zij tevreden zijn sturen ze hun beoordeling samen met je portfolio door naar een examencommissie die bevoegd is je te charteren.”

Maar dat is niet voor altijd.
“Nee, want je moet laten zien dat je bijblijft in je vak. Dat is helemaal niet vreemd. Veel andere vakgebieden hebben dat ook en nergens gaan de veranderingen zo snel als in de techniek. Dus is het van belang dat je kunt aantonen dat je de ontwikkelingen in je vakgebied volgt.”

Het systeem vraagt een forse tijdsinvestering van de kandidaten, maar ook van de mentoren. Waar haalt u die vandaan?
“De mentoren zijn vrijwilligers uit de vereniging. In andere landen is de vraag naar mentoren nooit de beperkende factor geweest.”

Zoekt de vereniging daarvoor ervaren senior ingenieurs?
“Ja, ze moeten er zin in hebben om een kandidaat een jaar lang te begeleiden. Het blijkt dat ingenieurs het leuk vinden om op die manier met hun vak bezig te zijn. Ze geven kennis door, maar leren ook nieuwe dingen van hun jongere collega’s. De Engelsen zeggen dat het rewarding is om te doen.”

Vorig jaar zei u dat u verwachtte dit jaar de eerste chartered engineers te kunnen benoemen in de civiele techniek en de procestechniek. Gaat dat lukken?
“Ja, na de zomer gaan we dat doen. Bij de civiele techniek bestaat grote belangstelling, dat wordt waarschijnlijk inderdaad de eerste.”

Is het chartered engineerschap alleen voor Kivi-leden?
“Ja.”

Het ledental is al jarenlang stabiel rond de twintigduizend. Verwacht u hierdoor een toename van het aantal leden?
“Ik verwacht dat veel mensen belangstelling zullen hebben om chartered engineer te worden, onder wie veel van onze leden. Zij die dat niet zijn, kunnen besluiten alsnog lid te worden. Overal waar dit systeem werkt is het gekoppeld aan een beroepsvereniging omdat je steunt op de infrastructuur van de vereniging en op alle vrijwilligers en de inhoudelijke kennis van die club. De vereniging stuwt ook de doorgaande professionele doorontwikkeling. Voor anderen, zoals ook de TU, biedt dat kansen omdat er een kritische massa gaat ontstaan voor postacademisch onderwijs. De vereniging heeft daar een centrale rol in, dan is het niet vreemd dat je daar lid van moet zijn.”

Dat is niet vreemd, nee. Maar verwacht u een groei van Kivi?
“Ik verwacht dat het ledental toeneemt omdat ik denk dat mensen van buiten de vereniging ook belangstelling hebben voor zo’n chartered engineer systeem. En ik verwacht ook een behoorlijke inhoudelijke verdieping die zich binnen de vakafdelingen afspeelt en tussen de personen. Ik zie echt een levende wiki voor me.”

Cv
Cv

Cv

Micaela dos Ramos werd op 17 mei 1965 geboren in Nijmegen. In 1984 ging ze chemische technologie studeren aan de TU Delft. Halverwege haar studie stapte ze over naar de Universiteit van Amsterdam waar ze in 1992 afstudeerde op chemische technologie. Ze werkte in het onderwijs totdat ze werd gevraagd voor het management van het onderzoeksinstituut Nyfer van Nijenrode. Haar werk ging steeds meer toe naar hoe mensen te helpen hun kennis en vaardigheden te vergroten. Als ingenieur bleef ze een ontwerper binnen organisaties. Toen ze hoorde dat Kivi een directeur zocht, wilde ze die functie om te helpen de eigen beroepsgroep verder te ontwikkelen. Ze begon twee jaar geleden als directeur.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.