Een gouden WK-medaille plus een wereldrecord voor Mirte Kraaijkamp. Net als vorig jaar won de Laga-roeister met de lichte dames dubbelvier afgelopen week de wereldtitel. Meer eremetaal was er niet voor de nationale selectie die een hoog Delfts gehalte kende.
De resultaten op het afgelopen week in eigen land gehouden WK mogen teleurstellend zijn, er was toch één stralend lichtpunt: de lichte dames dubbelvier. Het kwartet, naast Kraaijkamp bestaand uit Lisa Wörner, Ilse Paulis (beiden van Nereus) en Maaike Head (Skadi), voer een indrukwekkende finalerace op de Amsterdamse Bosbaan. Alleen de Chinese ploeg lag, in een je-weet-maar-nooit-poging, na 500 meter heel even voor. Het Nederlandse viertal was op dat moment al bezig de, naar uiteindelijk bleek echte concurrentie op een vernederende achterstand te roeien. Na de twee kilometer gleed de boot in een nieuw wereldrecord van 6:15.95 door de finish, waarna zich een bekend studentikoos ritueel voordeed: leden van onder meer Laga die slechts gekleed in clubdas het water in sprongen om de vier kersverse wereldkampioenen persoonlijk de natte hand te komen schudden. De op bijna vier seconden achterstand als tweede eindigende Australische vrouwen moesten bij wijze van spreken nog binnenkomen.
Bij Laga waren ze uiteraard apetrots op de prestatie van hun clubgenote die vorig jaar in Zuid-Korea in dezelfde boot, met een deels andere bezetting, ook al wereldgoud binnenhaalde. Met Olivier Siegelaar als lid van de zware mannenvier had de Delftse vereniging nog meer reële hoop op eremetaal met een rood Laga-randje. Het ‘Holland Vier’ gedoopte vlaggenschip van de Nederlandse roeivloot voer als een van de favorieten geen slechte finalerace, maar moest na een spannend gevecht om brons en zilver toch met een vierde plaats genoegen nemen achter Groot-Britannië, Amerika en Australië.
“We hebben in Portugal een heel goed kamp gehad en het zat met de snelheid ook echt goed”, vertelde Siegelaar aan nlroei.nl. “Sinds we terug waren op de Bosbaan liep het steeds net niet. Het water was telkens lastig en we konden het goeie roeien niet meer vinden.”
Clubgenoot Conno Kuyt maakte met onder anderen Bart Lukkes van Proteus deel uit van de lichte dubbelvier die een knappe finaleplaats veroverde, maar in die eindstrijd als zesde eindigde. De ooit gevreesde mannenacht, met de Proteus-roeiers Sjoerd de Groot en stuurman Peter Wiersum, stelde hevig teleur. De boot eindigde in de heat als zesde, en werd vervolgens uitgeschakeld in de herkansingsrace. De Proteus-dames Chantal Achterberg en Ellen Hogerwerf sneuvelden met de damesdubbelvier eveneens voortijdig. De lichte mannenacht kende met de Proteeërs Roel Diekerhof op slag en Sander van Dijk op boeg, plus bouwkundestudent Sebastiaan van Kints in de gelederen, ook al een hoog Delfts gehalte. Het octet kwam in de finale als vierde door de finish, op grote achterstand van nummer drie, Turkije. De eveneens aan de TU ingeschreven Mitchell Steenman bereikte in de lichte mannentwee niet meer dan de B-finale.

Comments are closed.