Opinie

Andere woordvoerders

In hun brief ‘Vakbonden en odc’s’ kennen de woordvoerders van de bonden mij een status toe die ik niet bezit. Het odc-CiTG heeft geen formele briefschrijver; elk lid dat op mijn schrijfsels wordt aangesproken kan zeggen: ‘Oh, maar dat was Maas en die gaat wel vaker uit z’n dak’.

br />
Overigens is de brief van de bonden de eerste negatieve reactie die ik op mijn stukje (Delta 32) mocht ontvangen.

Nu even serieus. Bij de behandeling van de MOD-organisatieplannen van augustus had het Lokaal Overleg zijn mening kant en klaar en gecommuniceerd in Delta, haast nog voor de betrokken odc’s die plannen ontvangen hadden. Wanneer het LO nu de nieuwe versie van die plannen niet wilde behandelen zonder odc-advies, is dat een belangrijke mentaliteitsverbetering. Maar als het LO zo’n odc-advies dan voornamelijk gebruikt als negatief voor het eigen advies, en ‘doorgaan’ zegt waar het odc zei ‘stoppen’, komen wij niet echt verder.

Met de MUB is een abrupt einde gemaakt aan een kwart eeuw hoogwaardig democratisch zelfbestuur van de universiteiten. Daarmee kwam het soort hiërarchische bureaucratie waarin, aan de TU Delft, een reorganisatieproces als de MOD van bovenaf kon worden opgelegd en doorgevoerd; een proces dat de integriteit van de wetenschappelijke disciplines op het spel zet. En dat volgens mij bij een democratische besluitvorming door een solide meerderheid van het TU-personeel zou zijn afgewezen.

Binnen de MUB’se verhoudingen is de democratische mogelijkheid om het modieus-autoritaire integraal management bij te stellen vrijwel beperkt tot de door de bonden gedomineerde gremia, als de odc’s, de ondernemingsraad en het Lokaal Overleg. Zolang het LO weigert z’n standpunten af te stemmen op die van zijn achterbannen en zich blijft opstellen als een gremium dat alleen aan zichzelf verantwoording schuldig is, dienen, naar mijn mening, die achterbannen om te zien naar andere woordvoerders.

K. Maas, lid van odc-CiTG

In hun brief ‘Vakbonden en odc’s’ kennen de woordvoerders van de bonden mij een status toe die ik niet bezit. Het odc-CiTG heeft geen formele briefschrijver; elk lid dat op mijn schrijfsels wordt aangesproken kan zeggen: ‘Oh, maar dat was Maas en die gaat wel vaker uit z’n dak’.

Overigens is de brief van de bonden de eerste negatieve reactie die ik op mijn stukje (Delta 32) mocht ontvangen.

Nu even serieus. Bij de behandeling van de MOD-organisatieplannen van augustus had het Lokaal Overleg zijn mening kant en klaar en gecommuniceerd in Delta, haast nog voor de betrokken odc’s die plannen ontvangen hadden. Wanneer het LO nu de nieuwe versie van die plannen niet wilde behandelen zonder odc-advies, is dat een belangrijke mentaliteitsverbetering. Maar als het LO zo’n odc-advies dan voornamelijk gebruikt als negatief voor het eigen advies, en ‘doorgaan’ zegt waar het odc zei ‘stoppen’, komen wij niet echt verder.

Met de MUB is een abrupt einde gemaakt aan een kwart eeuw hoogwaardig democratisch zelfbestuur van de universiteiten. Daarmee kwam het soort hiërarchische bureaucratie waarin, aan de TU Delft, een reorganisatieproces als de MOD van bovenaf kon worden opgelegd en doorgevoerd; een proces dat de integriteit van de wetenschappelijke disciplines op het spel zet. En dat volgens mij bij een democratische besluitvorming door een solide meerderheid van het TU-personeel zou zijn afgewezen.

Binnen de MUB’se verhoudingen is de democratische mogelijkheid om het modieus-autoritaire integraal management bij te stellen vrijwel beperkt tot de door de bonden gedomineerde gremia, als de odc’s, de ondernemingsraad en het Lokaal Overleg. Zolang het LO weigert z’n standpunten af te stemmen op die van zijn achterbannen en zich blijft opstellen als een gremium dat alleen aan zichzelf verantwoording schuldig is, dienen, naar mijn mening, die achterbannen om te zien naar andere woordvoerders.

K. Maas, lid van odc-CiTG

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.