Opinie

Bestsellerauteur Crichton speelt een leep spelletje

Het milieu heeft het zwaar. Je daarover bezorgd maken hoort bij het contraproductieve gezeur uit de jaren zeventig, toen de linkse kerk het voor het zeggen had. Wie nu wil meetellen, moet een SUV voor zijn deur hebben.

Een gevoelige dreun krijgt de kwakkelende milieubeweging nu van de Amerikaanse bestsellerauteur Michael Crichton. Waar deze in zijn vorige ’technothrillers’ de angst voor technologische ontwikkelingen flink aanwakkerde (virologie in The Andromeda String, DNA-onderzoek in Jurassic Park, nanotechnologie in Prey) richt Crichton nu zijn pijlen de andere kant op: niet de technologie moet het ontgelden, maar degenen die deze trachten tegen te houden met gezeur over het milieu. Daarmee heeft Crichton zich pal achter het conservatieve Amerika van George W. Bush geschaard. De titel die hij zijn laatste boek meegaf, verhoogt de politieke lading: ‘Staat van angst.’ Een boek dat zo heet is geen thriller, maar een pamflet.

Crichton gebruikt zijn roman dan ook in de eerste plaats om een boodschap uit te dragen: de zogenaamde deskundigen die zich zorgen maken over het broeikaseffect en het ozongat zijn in het gunstigste geval oliedom, meestal doortrapt, en in sommige gevallen ronduit crimineel. Ze remmen de economische ontwikkeling met geld dat ze van naïeve burgers losweken. Niet alleen verstoort dat de Amerikaanse vooruitgangsdroom, uiteindelijk is de hele wereld daarvan de dupe.

‘Staat van angst’ bevat het scenario voor een Hollywood-thriller waarin een klein groepje dappere figuren het opneemt tegen een oppermachtige kongsi van gewetenloze milieuactivisten. De wereld dreigt slachtoffer te worden van ecoterroristen, die hun gelijk willen halen door zelf diverse milieurampen te veroorzaken. Ze proberen een enorme ijsberg van Antarctica te laten afbreken en een tsunami op te wekken. Zo hopen ze de angst aan te wakkeren en de milieulobby nog steviger in het zadel te verankeren. De goeden in de roman, onder wie een MIT-hoogleraar annex geheim agent, weten de snode plannen te verijdelen in een duizelingwekkende opeenvolging van smeuïge actiescÈnes. Binnen een paar etmalen worden daartoe over de hele wereld . Parijs, Antarctica, Arizona, IJsland, de Stille Oceaan . vele gevaren getrotseerd.

Tussen de actiescÈnes door wordt er gepraat. De helden brengen hun politieke inzichten vermetel onder woorden en bekvechten af en toe met de tegenstanders. Zoals bij Crichton gebruikelijk, is de informatiedichtheid van deze dia- en monologen ongewoon hoog. De argumenten zijn bovendien afkomstig uit echte wetenschappelijke literatuur, zoals uitgebreid in voetnoten wordt verantwoord. Zelfs bevat het boek een groot aantal eveneens aan de werkelijkheid ontleende grafieken, die bijvoorbeeld moeten aantonen dat de opwarming van de aarde een sprookje is.

Argumenten

Crichton speelt met dit alles een leep spelletje. De helden krijgen veel meer argumenten in de mond gelegd dan de milieuactivisten. Ze kennen de boeken van anti-milieupropagandisten zoals de Deen Björn Lomborg uit hun hoofd, terwijl de milieukliek er niets anders tegenoverstelt dan lege, verkalkte kretologie. Dat de helden in een thriller het gelijk aan hun kant krijgen is natuurlijk niet zo vreemd, maar door het gebruik van echte gegevens wil Crichton de lezer zo ver krijgen dat deze er ook zo over gaat denken. De Nederlandse uitgave, die in het kader van de Maand van het Spannende Boek prominent werd uitgebracht, draagt om dat te versterken als ondertitel: ‘Ze liegen u voor…’

Crichton schrijft als een tierelier. Maar zijn page turners worden bevolkt door buitengewoon irritante, volstrekt sjabloonachtige karakters. De helden beschikken over superieure eigenschappen en komen na veeleisende omwegen precies op tijd om verschrikkelijke rampen te voorkomen. In ‘Staat van angst’ zijn er extra veel van dit soort mannen, die allemaal erg op elkaar lijken en het verhaal nodeloos ingewikkeld maken. Ze worden aangevuld door een aantal al even irritante, intelligente en goed geproportioneerde blonde bimbo’s die voor een precies afgemeten hoeveelheid steriele seks zorgen. Het is nog een meevaller dat in ‘Staat van angst’ dit keer de hoogst vervelende, hyperintelligente kinderen ontbreken die Crichton meestal in zijn verhalen verwerkt.

De bad guys, de vermaledijde milieuaanhangers, zijn al even eendimensionaal. Voor Crichton zijn het allemaal halve debielen en gevaarlijke griezels. Voor de spanning hoef je dit boek dan ook niet te lezen. Waarvoor je het wel zou moeten lezen? Ik zou het eigenlijk niet weten.

Michael Crichton, ‘Staat van angst’. Vertaald door Hugo Kuipers. Oorspronkelijke titel: State of fear. Luitingh. ISBN 90 245 5609 0. 495 p., 19,90 euro.

Een gevoelige dreun krijgt de kwakkelende milieubeweging nu van de Amerikaanse bestsellerauteur Michael Crichton. Waar deze in zijn vorige ’technothrillers’ de angst voor technologische ontwikkelingen flink aanwakkerde (virologie in The Andromeda String, DNA-onderzoek in Jurassic Park, nanotechnologie in Prey) richt Crichton nu zijn pijlen de andere kant op: niet de technologie moet het ontgelden, maar degenen die deze trachten tegen te houden met gezeur over het milieu. Daarmee heeft Crichton zich pal achter het conservatieve Amerika van George W. Bush geschaard. De titel die hij zijn laatste boek meegaf, verhoogt de politieke lading: ‘Staat van angst.’ Een boek dat zo heet is geen thriller, maar een pamflet.

Crichton gebruikt zijn roman dan ook in de eerste plaats om een boodschap uit te dragen: de zogenaamde deskundigen die zich zorgen maken over het broeikaseffect en het ozongat zijn in het gunstigste geval oliedom, meestal doortrapt, en in sommige gevallen ronduit crimineel. Ze remmen de economische ontwikkeling met geld dat ze van naïeve burgers losweken. Niet alleen verstoort dat de Amerikaanse vooruitgangsdroom, uiteindelijk is de hele wereld daarvan de dupe.

‘Staat van angst’ bevat het scenario voor een Hollywood-thriller waarin een klein groepje dappere figuren het opneemt tegen een oppermachtige kongsi van gewetenloze milieuactivisten. De wereld dreigt slachtoffer te worden van ecoterroristen, die hun gelijk willen halen door zelf diverse milieurampen te veroorzaken. Ze proberen een enorme ijsberg van Antarctica te laten afbreken en een tsunami op te wekken. Zo hopen ze de angst aan te wakkeren en de milieulobby nog steviger in het zadel te verankeren. De goeden in de roman, onder wie een MIT-hoogleraar annex geheim agent, weten de snode plannen te verijdelen in een duizelingwekkende opeenvolging van smeuïge actiescÈnes. Binnen een paar etmalen worden daartoe over de hele wereld . Parijs, Antarctica, Arizona, IJsland, de Stille Oceaan . vele gevaren getrotseerd.

Tussen de actiescÈnes door wordt er gepraat. De helden brengen hun politieke inzichten vermetel onder woorden en bekvechten af en toe met de tegenstanders. Zoals bij Crichton gebruikelijk, is de informatiedichtheid van deze dia- en monologen ongewoon hoog. De argumenten zijn bovendien afkomstig uit echte wetenschappelijke literatuur, zoals uitgebreid in voetnoten wordt verantwoord. Zelfs bevat het boek een groot aantal eveneens aan de werkelijkheid ontleende grafieken, die bijvoorbeeld moeten aantonen dat de opwarming van de aarde een sprookje is.

Argumenten

Crichton speelt met dit alles een leep spelletje. De helden krijgen veel meer argumenten in de mond gelegd dan de milieuactivisten. Ze kennen de boeken van anti-milieupropagandisten zoals de Deen Björn Lomborg uit hun hoofd, terwijl de milieukliek er niets anders tegenoverstelt dan lege, verkalkte kretologie. Dat de helden in een thriller het gelijk aan hun kant krijgen is natuurlijk niet zo vreemd, maar door het gebruik van echte gegevens wil Crichton de lezer zo ver krijgen dat deze er ook zo over gaat denken. De Nederlandse uitgave, die in het kader van de Maand van het Spannende Boek prominent werd uitgebracht, draagt om dat te versterken als ondertitel: ‘Ze liegen u voor…’

Crichton schrijft als een tierelier. Maar zijn page turners worden bevolkt door buitengewoon irritante, volstrekt sjabloonachtige karakters. De helden beschikken over superieure eigenschappen en komen na veeleisende omwegen precies op tijd om verschrikkelijke rampen te voorkomen. In ‘Staat van angst’ zijn er extra veel van dit soort mannen, die allemaal erg op elkaar lijken en het verhaal nodeloos ingewikkeld maken. Ze worden aangevuld door een aantal al even irritante, intelligente en goed geproportioneerde blonde bimbo’s die voor een precies afgemeten hoeveelheid steriele seks zorgen. Het is nog een meevaller dat in ‘Staat van angst’ dit keer de hoogst vervelende, hyperintelligente kinderen ontbreken die Crichton meestal in zijn verhalen verwerkt.

De bad guys, de vermaledijde milieuaanhangers, zijn al even eendimensionaal. Voor Crichton zijn het allemaal halve debielen en gevaarlijke griezels. Voor de spanning hoef je dit boek dan ook niet te lezen. Waarvoor je het wel zou moeten lezen? Ik zou het eigenlijk niet weten.

Michael Crichton, ‘Staat van angst’. Vertaald door Hugo Kuipers. Oorspronkelijke titel: State of fear. Luitingh. ISBN 90 245 5609 0. 495 p., 19,90 euro.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.