Wetenschap

Biodiesel uit zeewier

Zeewiervelden in de Stille Zuidzee moeten ons in de toekomst van energie voorzien. Althans, dit wil het Delftse start-upbedrijfje Algenergy voor elkaar krijgen.

In de liften van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen hangen opmerkelijke papiertjes. Daarop staan schepen afgebeeld, die lijken op trawlers met visnetten. Ze varen rondjes over een groen vlindervormig veld op zee. Her en der steken buizen naar beneden. ‘Aanzuigen van nutriënten van grote diepte’, staat erbij geschreven. ‘Dit plan heeft een prijs gewonnen bij de New Venture Entrepeneur prijs’, is ook te lezen.

Het plan blijkt niet van civiel ingenieurs, maar van studente Jantien Herfst van de faculteit Techniek, Bestuur en Management. Zij is op zoek naar waterbouwkundigen die haar kunnen helpen met een haalbaarheidstudie naar de productie van biodiesel en ethanol uit zeewier. Speciaal daarvoor richtte ze onlangs met een paar andere studenten en pas-afgestudeerden het bedrijfje Algenergy op.

“Biodiesel uit zeewier heeft grote voordelen ten opzichte van biodiesel uit gewassen die op land worden verbouwd”, vertelt de studente, die over enkele weken afstudeert op een eerste verkenning van de markt voor biodiesel en de exploitatiemogelijkheden van algenakkers. “Op de oceaan heb je voldoende ruimte. Je concurreert niet met de voedselvoorziening. En je gebruikt geen zoet water.”

Het idee kreeg Herfst in de schoot geworpen van emeritus hoogleraar elektrotechniek prof.dr.ir. Fred Kreuger. Vorig jaar kreeg hij patent op zijn plan ‘Solar Power from the Sea’. “De techniek moet nog bewezen worden”, zegt hij, “maar volgens mijn conservatieve berekening kun je van duizend vierkante kilometer oceaan jaarlijks duizend ton olie oogsten.”

De velden moeten volgens hem komen op de Stille Oceaan,rond de evenaar. Daar heb je de Doldrums, gebieden waar nauwelijks wind is en ook bijna geen scheepvaart. Op velden van vijftig kilometer lengte kunnen schepen volgens de professor continu oogsten. Al oogstend zou een schip er vier dagen over doen om die afstand af te leggen. Als hij klaar is, is het wier van de familie laminaria, ook wel bekend als kelp, aan de andere kant weer voldoende gegroeid om opnieuw geoogst te worden.

Een van de studenten die Herfst heeft weten te strikken voor het project is Frank Pieterse van Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen. “De schepen die je op de flyer ziet, zijn een soort grasmaaiers”, vertelt hij. “Hoe we het wier kweken weten we nog niet”, zegt hij. “Misschien weven we het zeewier aan touwen. Het zou mooi zijn als we het wier boven water kunnen laten drogen voordat we het oogsten. Anders gaat er veel energie verloren bij het uitpersen van de olie. We hopen over drie jaar proeven te doen met stukken ter grootte van voetbalvelden. Die komen dicht bij de kust te liggen.”

Een andere uitdaging is het voeden van het wier. De planten hebben nutriënten nodig. Algenergy wil die uit diepere nutriëntenrijkere zeelagen oppompen. Dr.ir. Wouter van Winden, expert op het gebied van algenkweek in zoet water, heeft daar een hard hoofd in. “Ik denk dat de geschatte olieopbrengst uit zeewier een factor tien te hoog is. In vijvers kunnen we algen gecontroleerd kweken. Het water wordt goed geroerd en de nutriënten worden zorgvuldig toegevoegd. Op de oceaan kun je nooit zo gecontroleerd kweken. Het water hoeft maar een klein beetje te stromen en de nutriënten verdwijnen weer.”

Ook zet hij vraagtekens bij het fermentatieproces van de algen tot ethanol. “Het gaat om nogal behoorlijke volumes. Willen ze ethanolfabrieken op zee zetten?”

Dit probleem is één van de redenen waarom onderzoekers van de Wageningen Universiteit en Researchcentrum (WUR) en van het Energieonderzoek Centrum Nederland, die ook een plan hebben voor de kweek van algen op zee, besloten om zich op de Noordzee te richten. “Wij willen zeewier combineren met windmolenparken op zee, zodat we gebruik kunnen maken van reeds bestaande infrastructuur”, zegt Willem Brandenburg van het WUR. Door middel van vergisting willen ze biogas maken en daar elektriciteit mee opwekken. “Die elektriciteit kan dan via de elektriciteitskabels van de windmolens naar het vaste land.”

Maar ook Brandenburg moet zijn theorie nog bewijzen. “Als we ons eerste miljoen aan subsidie binnen is, beginnen we met een pilotproject.”

Uit meterslange kelp wil het bedrijf Algenergy olie persen voor de productie van biodiesel (Foto: Stef Maruch)

In de liften van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen hangen opmerkelijke papiertjes. Daarop staan schepen afgebeeld, die lijken op trawlers met visnetten. Ze varen rondjes over een groen vlindervormig veld op zee. Her en der steken buizen naar beneden. ‘Aanzuigen van nutriënten van grote diepte’, staat erbij geschreven. ‘Dit plan heeft een prijs gewonnen bij de New Venture Entrepeneur prijs’, is ook te lezen.

Het plan blijkt niet van civiel ingenieurs, maar van studente Jantien Herfst van de faculteit Techniek, Bestuur en Management. Zij is op zoek naar waterbouwkundigen die haar kunnen helpen met een haalbaarheidstudie naar de productie van biodiesel en ethanol uit zeewier. Speciaal daarvoor richtte ze onlangs met een paar andere studenten en pas-afgestudeerden het bedrijfje Algenergy op.

“Biodiesel uit zeewier heeft grote voordelen ten opzichte van biodiesel uit gewassen die op land worden verbouwd”, vertelt de studente, die over enkele weken afstudeert op een eerste verkenning van de markt voor biodiesel en de exploitatiemogelijkheden van algenakkers. “Op de oceaan heb je voldoende ruimte. Je concurreert niet met de voedselvoorziening. En je gebruikt geen zoet water.”

Het idee kreeg Herfst in de schoot geworpen van emeritus hoogleraar elektrotechniek prof.dr.ir. Fred Kreuger. Vorig jaar kreeg hij patent op zijn plan ‘Solar Power from the Sea’. “De techniek moet nog bewezen worden”, zegt hij, “maar volgens mijn conservatieve berekening kun je van duizend vierkante kilometer oceaan jaarlijks duizend ton olie oogsten.”

De velden moeten volgens hem komen op de Stille Oceaan,rond de evenaar. Daar heb je de Doldrums, gebieden waar nauwelijks wind is en ook bijna geen scheepvaart. Op velden van vijftig kilometer lengte kunnen schepen volgens de professor continu oogsten. Al oogstend zou een schip er vier dagen over doen om die afstand af te leggen. Als hij klaar is, is het wier van de familie laminaria, ook wel bekend als kelp, aan de andere kant weer voldoende gegroeid om opnieuw geoogst te worden.

Een van de studenten die Herfst heeft weten te strikken voor het project is Frank Pieterse van Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen. “De schepen die je op de flyer ziet, zijn een soort grasmaaiers”, vertelt hij. “Hoe we het wier kweken weten we nog niet”, zegt hij. “Misschien weven we het zeewier aan touwen. Het zou mooi zijn als we het wier boven water kunnen laten drogen voordat we het oogsten. Anders gaat er veel energie verloren bij het uitpersen van de olie. We hopen over drie jaar proeven te doen met stukken ter grootte van voetbalvelden. Die komen dicht bij de kust te liggen.”

Een andere uitdaging is het voeden van het wier. De planten hebben nutriënten nodig. Algenergy wil die uit diepere nutriëntenrijkere zeelagen oppompen. Dr.ir. Wouter van Winden, expert op het gebied van algenkweek in zoet water, heeft daar een hard hoofd in. “Ik denk dat de geschatte olieopbrengst uit zeewier een factor tien te hoog is. In vijvers kunnen we algen gecontroleerd kweken. Het water wordt goed geroerd en de nutriënten worden zorgvuldig toegevoegd. Op de oceaan kun je nooit zo gecontroleerd kweken. Het water hoeft maar een klein beetje te stromen en de nutriënten verdwijnen weer.”

Ook zet hij vraagtekens bij het fermentatieproces van de algen tot ethanol. “Het gaat om nogal behoorlijke volumes. Willen ze ethanolfabrieken op zee zetten?”

Dit probleem is één van de redenen waarom onderzoekers van de Wageningen Universiteit en Researchcentrum (WUR) en van het Energieonderzoek Centrum Nederland, die ook een plan hebben voor de kweek van algen op zee, besloten om zich op de Noordzee te richten. “Wij willen zeewier combineren met windmolenparken op zee, zodat we gebruik kunnen maken van reeds bestaande infrastructuur”, zegt Willem Brandenburg van het WUR. Door middel van vergisting willen ze biogas maken en daar elektriciteit mee opwekken. “Die elektriciteit kan dan via de elektriciteitskabels van de windmolens naar het vaste land.”

Maar ook Brandenburg moet zijn theorie nog bewijzen. “Als we ons eerste miljoen aan subsidie binnen is, beginnen we met een pilotproject.”

Uit meterslange kelp wil het bedrijf Algenergy olie persen voor de productie van biodiesel (Foto: Stef Maruch)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.