Onderwijs

Bouwkundeonderwijs goed,

maar mist verplichte stageVergeleken met andere Europese opleidingen zijn de Nederlandse opleidingen tot architect en stedebouwkundige van een goed niveau, maar een praktijkstage zou verplicht onderdeel van de opleiding tot architect moeten worden en de stedebouwer kan toe met minder technisch onderricht.

br />
Dat concluderen onderzoekers van de Universiteit van York, die in opdracht van de Rijksgebouwendienst en in samenwerking met het ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschappen een internationaal vergelijkend onderzoek hebben verricht naar 52 architectuur- en stedebouwopleidingen in vijf Europese landen. Aanleiding daartoe waren de twijfels over de kwaliteit van het onderwijs en de roep om een vijfjarige cursusduur.

De belangrijkste bevinding is dat het bouwkundeonderwijs aan de TU’s op gelijke hoogte staat met het onderwijs in andere Europese landen, behalve dat het in de opleiding tot architect ontbreekt aan praktijk en in het stedebouwonderwijs aan planning en management in plaats van ontwerpen. Van de TUD-studenten loopt ongeveer een derde vrijwillig stage.

In de landen werden grote verschillen geconstateerd in de wijze waarop het beroep georganiseerd is en in de rol en de plichten van beroepsbeoefenaren. De rol van de architect varieert van het volledig leiden en begeleiden van het bouwproces (Spanje) tot alleen het aanleveren van het ontwerp (Frankrijk). Stedebouwkunde is in het ene land een zaak van architecten (Spanje) en in andere landen een op zichzelf staande discipline (Engeland en Nederland). (H.O.)

Henk Orsel

maar mist verplichte stage

Vergeleken met andere Europese opleidingen zijn de Nederlandse opleidingen tot architect en stedebouwkundige van een goed niveau, maar een praktijkstage zou verplicht onderdeel van de opleiding tot architect moeten worden en de stedebouwer kan toe met minder technisch onderricht.

Dat concluderen onderzoekers van de Universiteit van York, die in opdracht van de Rijksgebouwendienst en in samenwerking met het ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschappen een internationaal vergelijkend onderzoek hebben verricht naar 52 architectuur- en stedebouwopleidingen in vijf Europese landen. Aanleiding daartoe waren de twijfels over de kwaliteit van het onderwijs en de roep om een vijfjarige cursusduur.

De belangrijkste bevinding is dat het bouwkundeonderwijs aan de TU’s op gelijke hoogte staat met het onderwijs in andere Europese landen, behalve dat het in de opleiding tot architect ontbreekt aan praktijk en in het stedebouwonderwijs aan planning en management in plaats van ontwerpen. Van de TUD-studenten loopt ongeveer een derde vrijwillig stage.

In de landen werden grote verschillen geconstateerd in de wijze waarop het beroep georganiseerd is en in de rol en de plichten van beroepsbeoefenaren. De rol van de architect varieert van het volledig leiden en begeleiden van het bouwproces (Spanje) tot alleen het aanleveren van het ontwerp (Frankrijk). Stedebouwkunde is in het ene land een zaak van architecten (Spanje) en in andere landen een op zichzelf staande discipline (Engeland en Nederland). (H.O.)

Henk Orsel

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.