De plannen voor een beperkt aantal brede profielen bij de universitaire bètastudies zijn een stap in de goede richting, vindt stichting Axis.
Share
Toch zou directeur Willem van Oosterom het anders aanpakken.
Eind vorige maand lekte bij de universitaire koepelorganisatie Vsnu een vertrouwelijk rapport uit over de toekomst van de exacte studies. Daarin stelt de commissie-Sminia voor de traditionele disciplines zoals biologie, scheikunde en technische studierichtingen om te bouwen tot drie ‘profielen’, althans in de bachelorfase. Pas in de masterfase zou specialisatie moeten volgen. De drie profielen zouden zijn: ‘levenswetenschappen en technologie’, ‘natuurwetenschappen en technologie’ en ’technische informatica’. Het nieuwe type bètastudie zou al vanaf 2005 moeten bestaan.
De plannen van de commissie-Sminia komen voor Axis-directeur Van Oosterom niet uit de lucht vallen. De belangstelling voor bètaopleidingen is al jaren dramatisch, en minister Hermans dringt er bij de universiteiten al lang op aan iets te bedenken om de noodlijdende studies uit het moeras te trekken.
Sommige opleidingen hebben meer dan honderd personeelsleden tegen vijftien eerstejaars studenten. ,,De plannen lijken nu echter te veel ingegeven door de bedrijfsvoering. Op zich is daar niks mis mee, maar er zou ook meer inhoudelijk nagedacht moeten worden”, vindt Van Oosterom.
Van Oosterom vindt de plannen van de universiteiten ‘niet ambitieus genoeg’. Volgens recent onderzoek dreigt zestig procent van de bedrijven in Nederland zijn research mede vanwege het tekort aan personeel naar het buitenland te verplaatsen. ,,De bètastudies worden nu alleen nog bevolkt door de vaste kern van belangstellenden. Het plan-Sminia ademt de geest van ‘houden wat we hebben’. Dat is niet genoeg.”
Affiniteit
Van Oosterom waardeert het initiatief – geen misverstand daarover. Maar toch: als hij bij de commissie-Sminia betrokken was geweest, zouden de plannen voor brede bètaprofielen bij de universiteiten er heel anders hebben uitgezien. Volgens zijn stichting Axis sluit het model niet aan op de belevingswereld van de aankomende student. ,,Veel jongeren maken geen keuze voor een bepaalde discipline, ze kiezen op grond van affiniteit met een wereldje.”
De voormalig topambtenaar op het ministerie van Onderwijs staat nu ruim vier jaar aan het hoofd van de stichting, die vanuit het kantoor van MKB Nederland in Delft onderzoek doet naar de beste manier om jongeren te interesseren voor een exacte studie. Met redelijk succes, zegt hij zelf. De ‘bètawaaier’ van de Universiteit Utrecht, die met steun van Axis is opgezet, oogst lof. De studenten kunnen bij die interdisciplinaire opleiding kiezen uit afstudeerrichtingen als structuurbiologie, biofysica of geneesmiddelenchemie.
De Utrechtse bètawaaier laat zien wat Van Oosterom voor ogen staat. Brede studies die gericht zijn op ‘werelden’, in dit geval de medische gecombineerd met informatica. ,,De plannen van de VSNU-commissie zijn te disciplinair gericht”, vindt Van Oostrom. Het begint breed, daarna kun je specialiseren in scheikunde of biologie. ,,Jongeren krijgen zo al gauw het gevoel dat ze in een fuik zwemmen.”
Palet
Studenten moeten kunnen kiezen voor een oriëntatie in plaats van een discipline. ,,In het hbo zijn vijftig verschillende technische studies, in het mbo vierhonderdvijftig. Die studies zijn meestal heel specifiek, maar niet iedere student kan zo’n specifieke keuze maken.” Van Oosterom vindt dat de universiteiten met die benadering zouden moeten breken.
In zijn visie kiest de student voor een ‘wereld’. Die bestaat uit een breed palet aan studierichtingen, en is niet zozeer gericht op een bepaald vakgebied, maar op een bepaald werkterrein. Zo kan hij zich voorstellen dat de TU Delft een ‘wereld’ Transport en Communicatie aanbiedt, waarbinnen de student bijvoorbeeld vliegtuigbouwkunde kiest.
Het lesprogramma moet aansluiten bij die benadering. Dus niet alleen colleges, maar veel contact met mensen uit de arbeidsmarkt die met de studenten praten over actuele vraagstukken op hun werkterrein.
De plannen van de commissie-Sminia zijn nog slechts een concept. Vooral de drie technische universiteiten hebben kritiek op de voorstellen. Ook de Stichting Axis is inmiddels met universiteitenvereniging VSNU in gesprek om nog een duit in het zakje toe doen voor de plannen definitief worden. (HOP)
De plannen voor een beperkt aantal brede profielen bij de universitaire bètastudies zijn een stap in de goede richting, vindt stichting Axis. Toch zou directeur Willem van Oosterom het anders aanpakken.
Eind vorige maand lekte bij de universitaire koepelorganisatie Vsnu een vertrouwelijk rapport uit over de toekomst van de exacte studies. Daarin stelt de commissie-Sminia voor de traditionele disciplines zoals biologie, scheikunde en technische studierichtingen om te bouwen tot drie ‘profielen’, althans in de bachelorfase. Pas in de masterfase zou specialisatie moeten volgen. De drie profielen zouden zijn: ‘levenswetenschappen en technologie’, ‘natuurwetenschappen en technologie’ en ’technische informatica’. Het nieuwe type bètastudie zou al vanaf 2005 moeten bestaan.
De plannen van de commissie-Sminia komen voor Axis-directeur Van Oosterom niet uit de lucht vallen. De belangstelling voor bètaopleidingen is al jaren dramatisch, en minister Hermans dringt er bij de universiteiten al lang op aan iets te bedenken om de noodlijdende studies uit het moeras te trekken.
Sommige opleidingen hebben meer dan honderd personeelsleden tegen vijftien eerstejaars studenten. ,,De plannen lijken nu echter te veel ingegeven door de bedrijfsvoering. Op zich is daar niks mis mee, maar er zou ook meer inhoudelijk nagedacht moeten worden”, vindt Van Oosterom.
Van Oosterom vindt de plannen van de universiteiten ‘niet ambitieus genoeg’. Volgens recent onderzoek dreigt zestig procent van de bedrijven in Nederland zijn research mede vanwege het tekort aan personeel naar het buitenland te verplaatsen. ,,De bètastudies worden nu alleen nog bevolkt door de vaste kern van belangstellenden. Het plan-Sminia ademt de geest van ‘houden wat we hebben’. Dat is niet genoeg.”
Affiniteit
Van Oosterom waardeert het initiatief – geen misverstand daarover. Maar toch: als hij bij de commissie-Sminia betrokken was geweest, zouden de plannen voor brede bètaprofielen bij de universiteiten er heel anders hebben uitgezien. Volgens zijn stichting Axis sluit het model niet aan op de belevingswereld van de aankomende student. ,,Veel jongeren maken geen keuze voor een bepaalde discipline, ze kiezen op grond van affiniteit met een wereldje.”
De voormalig topambtenaar op het ministerie van Onderwijs staat nu ruim vier jaar aan het hoofd van de stichting, die vanuit het kantoor van MKB Nederland in Delft onderzoek doet naar de beste manier om jongeren te interesseren voor een exacte studie. Met redelijk succes, zegt hij zelf. De ‘bètawaaier’ van de Universiteit Utrecht, die met steun van Axis is opgezet, oogst lof. De studenten kunnen bij die interdisciplinaire opleiding kiezen uit afstudeerrichtingen als structuurbiologie, biofysica of geneesmiddelenchemie.
De Utrechtse bètawaaier laat zien wat Van Oosterom voor ogen staat. Brede studies die gericht zijn op ‘werelden’, in dit geval de medische gecombineerd met informatica. ,,De plannen van de VSNU-commissie zijn te disciplinair gericht”, vindt Van Oostrom. Het begint breed, daarna kun je specialiseren in scheikunde of biologie. ,,Jongeren krijgen zo al gauw het gevoel dat ze in een fuik zwemmen.”
Palet
Studenten moeten kunnen kiezen voor een oriëntatie in plaats van een discipline. ,,In het hbo zijn vijftig verschillende technische studies, in het mbo vierhonderdvijftig. Die studies zijn meestal heel specifiek, maar niet iedere student kan zo’n specifieke keuze maken.” Van Oosterom vindt dat de universiteiten met die benadering zouden moeten breken.
In zijn visie kiest de student voor een ‘wereld’. Die bestaat uit een breed palet aan studierichtingen, en is niet zozeer gericht op een bepaald vakgebied, maar op een bepaald werkterrein. Zo kan hij zich voorstellen dat de TU Delft een ‘wereld’ Transport en Communicatie aanbiedt, waarbinnen de student bijvoorbeeld vliegtuigbouwkunde kiest.
Het lesprogramma moet aansluiten bij die benadering. Dus niet alleen colleges, maar veel contact met mensen uit de arbeidsmarkt die met de studenten praten over actuele vraagstukken op hun werkterrein.
De plannen van de commissie-Sminia zijn nog slechts een concept. Vooral de drie technische universiteiten hebben kritiek op de voorstellen. Ook de Stichting Axis is inmiddels met universiteitenvereniging VSNU in gesprek om nog een duit in het zakje toe doen voor de plannen definitief worden. (HOP)
Comments are closed.