Opinie

Breekpunt

“Als de VVD bij de verkiezingen de grootste partij wordt, dan hebben we op 1 juli een nieuw kabinet.” Dat zei VVD-leider Mark Rutte tijdens het laatste verkiezingsdebat op 8 juni.

“De AOW-leeftijd is voor de PVV een breekpunt”, riep Geert Wilders tijdens datzelfde debat. Daags na de historische nederlaag van het CDA tijdens de verkiezingen zei Maxime Verhagen: “Wij zijn nu niet aan zet. Het CDA heeft de verkiezingen verloren. Ons past op dit moment bescheidenheid.” Nu, eind augustus, hoor je Rutte niet meer over zijn gebroken verkiezingsbelofte. Wilders gooide daags na de verkiezingen het ‘breekpunt’ van de AOW-leeftijd al overboord. En Verhagen is sinds 9 augustus gewoon weer aangeschoven bij de onderhandelingen over een rechtse coalitie.
Toch lijken ze er alle drie zonder veel problemen mee weg te komen. Het maakt blijkbaar niet zoveel uit of je als politicus je verkiezingsbeloftes gestand doet of niet, zolang de verkiezingsboodschap de kiezers maar aanspreekt. Zodra de stemhokjes gesloten zijn, gaat Den Haag weer over tot de orde van de dag. Want het collectieve geheugen is kort. We volgen de formatiebesprekingen van dag tot dag. Elke nieuwe quote over de Haagse stoelendans wordt direct breed in de media uitgemeten. Een foute uitspraak kan je als politicus de kop kosten. Maar in de waan van de dag winnen de oneliners het van een heldere analyse van het beleid dat gevoerd wordt. Herinnert u zich de beloftes van de vorige verkiezingen nog? Het CDA zou niet aan de AOW tornen. De PvdA zou deelname aan het JSF-project verhinderen. Er zou een nieuw referendum komen over de Europese grondwet. Daar is allemaal weinig van terecht gekomen. Het kabinet Balkenende IV is uiteindelijk gevallen omdat de PvdA haar verkiezingsbelofte om in 2010 uit Uruzgan te vertrekken nou eens niet wilde breken. Wat is nog de waarde van al die beloftes, als het gestand doen van een belofte tot een kabinetscrisis leidt?
De waarheid is in de politiek een uitermate rekbaar begrip. Belangrijker dan de feiten is hoe het verhaal op de kiezers overkomt. Zo diende de inval in Irak ter ‘herstel van de democratie’, en was de ‘opbouwmissie’ in Afghanistan bij voorbaat al geslaagd. Volksvertegenwoordigers schipperen tussen mooipraterij en kiezersbedrog. Het is het eeuwenoude dilemma van de democratie: de kiezer bepaalt wie het land mag besturen. Een politicus zal zich dus populair moeten maken. Maar met impopulaire maatregelen maak je je niet populair. Dus gaan in de verkiezingsprogramma’s bij voorkeur de belastingen omlaag terwijl de voorzieningen beter worden, gaan de bezuinigingen niet ten koste van zorg, pensioen, onderwijs en innovatie, en komt er volop ruimte voor nieuwe infrastructuur terwijl de natuur behouden blijft. Of nog beter: beweren dat het allemaal de schuld van de buitenlanders is. Dat alles weer zoals het was zodra we die het land uitsturen. Succes verzekerd. Wie een genuanceerder verhaal probeert te brengen, wordt bij de volgende verkiezingen genadeloos afgestraft.
Probeer dan maar eens optimistisch te blijven over de toekomst van dit land.

Daan Schuurbiers reflecteert het komende jaar op het universitaire leven, dit keer vanuit Tokyo.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.