Het plan om het Bureau van de universiteit te verkleinen en te reorganiseren is gewijzigd. Doelstelling is nu een teruggang van ruim 250 naar 206 voltijdsbanen.
Share
Eind vorig jaar mikte beheerder drs. J.M. Bronneman nog op 187 fte’s. Diensten die toen op de nominatie stonden om te worden afgestoten, worden nu weer ‘binnenboord’ gehouden.
In november liet Bronneman een plan circuleren dat zoveel weerstand opriep, dat toen snel de status van discussiestuk benadrukt werd. Dit keer gaan de reacties een meer positieve kant op. Van ,,er is ondertussen goed geluisterd”, tot ,,zo maar proberen”.
Het Muzisch Centrum en het Sportcentrum worden in het nieuwe plan niet meer afgestoten naar het Facilitair Bedrijf. Ze vinden onderdak bij het op te richten Studentenservice Centrum, samen met het studentenadviesbureau en de centrale studentenadministratie.
Het Contractbureau krijgt in het nieuwe plan een plaats buiten het Bureau en wordt opgenomen in een nieuw te vormen organisatie die de inkomsten uit het derde-geldstroomonderzoek moet gaan aanjagen. Van de Dienst Informatie Ontwikkeling brengt de beheerder een deel bij het Rekencentrum onder. De totale teruggang in banen bij het Bureau wordt verder vergemakkelijkt doordat een twintigtal functies al geruime tijd niet meer vervuld en gefinancierd werden.
De medezeggenschapscommissie (MC) van het Bureau heeft tot medio maart de tijd om over het plan advies uit te brengen. Daarna zal het college van bestuur een besluit nemen en overleg voeren met de vakbonden in het Overlegorgaan Personeelszaken.
Voor de verdere uitwerking daarna is gekozen voor een zware structuur. Per sector gaan ‘informateurs’ (niet meer externe formateurs) onderzoeken welke taken nog naar faculteiten gedecentraliseerd kunnen worden en hoe de personeelsformatie gestructureerd dient te zijn. Naast de informateurs komen er nu een begeleidingsteam van ‘klanten’ (bijvoorbeeld dekanen of beheerders) en een externe deskundige.
Het plan van Bronneman volgt voor het overige reeds eerder uitgezette hoofdlijnen. Het managementniveau van directeuren verdwijnt en hun directoraten vallen uiteen in ‘functionele’ groepen die ieder tamelijk rechtstreeks door een lid van het college van bestuur zijn aan te sturen.
Een nieuw element daarin zal de groep ‘Bestuurlijke planning en control’ zijn, die moet zorgen voor projectmatige samenhang tussen beleidsgebieden en voor het evalueren van het beleid van faculteiten en diensten. Het college van bestuur wil intensiever bilateraal overleg voeren met de decentrale besturen. De afspraken en convenanten die daar het gevolg van zijn moeten door deze groep voorbereid en bewaakt worden.
Het universitair weekblad Delta, waarvoor Bronneman privatisering overwoog, is nu als onderdeel van het Bureaugehandhaafd. (R.M.)
Bronneman, tijdens de uitleg aan Bureaumedewerkers, gisterochtend
Het plan om het Bureau van de universiteit te verkleinen en te reorganiseren is gewijzigd. Doelstelling is nu een teruggang van ruim 250 naar 206 voltijdsbanen. Eind vorig jaar mikte beheerder drs. J.M. Bronneman nog op 187 fte’s. Diensten die toen op de nominatie stonden om te worden afgestoten, worden nu weer ‘binnenboord’ gehouden.
In november liet Bronneman een plan circuleren dat zoveel weerstand opriep, dat toen snel de status van discussiestuk benadrukt werd. Dit keer gaan de reacties een meer positieve kant op. Van ,,er is ondertussen goed geluisterd”, tot ,,zo maar proberen”.
Het Muzisch Centrum en het Sportcentrum worden in het nieuwe plan niet meer afgestoten naar het Facilitair Bedrijf. Ze vinden onderdak bij het op te richten Studentenservice Centrum, samen met het studentenadviesbureau en de centrale studentenadministratie.
Het Contractbureau krijgt in het nieuwe plan een plaats buiten het Bureau en wordt opgenomen in een nieuw te vormen organisatie die de inkomsten uit het derde-geldstroomonderzoek moet gaan aanjagen. Van de Dienst Informatie Ontwikkeling brengt de beheerder een deel bij het Rekencentrum onder. De totale teruggang in banen bij het Bureau wordt verder vergemakkelijkt doordat een twintigtal functies al geruime tijd niet meer vervuld en gefinancierd werden.
De medezeggenschapscommissie (MC) van het Bureau heeft tot medio maart de tijd om over het plan advies uit te brengen. Daarna zal het college van bestuur een besluit nemen en overleg voeren met de vakbonden in het Overlegorgaan Personeelszaken.
Voor de verdere uitwerking daarna is gekozen voor een zware structuur. Per sector gaan ‘informateurs’ (niet meer externe formateurs) onderzoeken welke taken nog naar faculteiten gedecentraliseerd kunnen worden en hoe de personeelsformatie gestructureerd dient te zijn. Naast de informateurs komen er nu een begeleidingsteam van ‘klanten’ (bijvoorbeeld dekanen of beheerders) en een externe deskundige.
Het plan van Bronneman volgt voor het overige reeds eerder uitgezette hoofdlijnen. Het managementniveau van directeuren verdwijnt en hun directoraten vallen uiteen in ‘functionele’ groepen die ieder tamelijk rechtstreeks door een lid van het college van bestuur zijn aan te sturen.
Een nieuw element daarin zal de groep ‘Bestuurlijke planning en control’ zijn, die moet zorgen voor projectmatige samenhang tussen beleidsgebieden en voor het evalueren van het beleid van faculteiten en diensten. Het college van bestuur wil intensiever bilateraal overleg voeren met de decentrale besturen. De afspraken en convenanten die daar het gevolg van zijn moeten door deze groep voorbereid en bewaakt worden.
Het universitair weekblad Delta, waarvoor Bronneman privatisering overwoog, is nu als onderdeel van het Bureaugehandhaafd. (R.M.)
Bronneman, tijdens de uitleg aan Bureaumedewerkers, gisterochtend
Comments are closed.