Daar stond ik dan op 31 augustus, met één been nog in mijn bestuursfunctie en met het andere alweer bijna in het ‘normale’ studentenleven. Tijdens de toespraak die ik die dag hield voor de hoge heren en dames van de TU, was in een andere zaal een inleiding bezig van het practicum dat ik de komende maand moest gaan volgen én waar ik, na vijf telefoontjes, niet bij aanwezig hoefde te zijn.

Een paar maanden geleden kregen we een brief van de TU. Daarin stond dat ze iedere student die zich serieus boog over vraagstukken van de VSNU ‘Geen kopzorgen over morgen% duizend gulden aanboden.

Iedere TU-student kreeg vorig jaar de kans een groene universiteitstrui te bemachtigen. De grote maten waren al snel niet meer voorradig en erg mooi vinden veel studenten de trui ook niet, maar een gegeven paard kijkt men niet in de bek.

De dagen zijn donker, het groen staat klaar en de TUD maakt zich op voor Kerstmis. Nog even en dan mag het weer; groen en lichtjes. Wat anders dan anders, zo heb ik gehoord.

De meest geraadpleegde informatiebron aan de TU, die o zo saaie maar oerdegelijke studiegids, gaat een macaber jaar tegemoet. Niet alleen is gids 1998/’99 al bijna een half jaar te laat omwille van de reorganisaties, maar daardoor ontbreken ook de namen van duizend tot twaalfhonderd personeelsleden.

Misselijk van liters cola en met een buik vol in recordtempo verorberde chips, vond ik vroeger op familiefeestjes niets zo leuk als ‘woord-doorgevertje’.

De bestuurlijke aspecten van een nieuwe jaarindeling staan niet ter discussie. Dat bericht hebben de raden, student en onderneming, te horen gekregen. Ze zijn er niet blij mee, zo hoorde ik, en dat is begrijpelijk.

Bij mij thuis werken ze al jaren prima, de JA-NEE stickers, maar de TU biedt die service helaas nog niet. Zo kon het gebeuren dat ik vorige week naast mijn vertrouwde huis-aan-huisblad ook ongeadresseerd drukwerk aantrof in mijn postvak.