Campus

‘De financiële problemen zijn erger dan we kunnen overzien’

Voor Aat Kosters (64) begint de dag met het AD en Radio 1. Daarna pakt hij lijn tien en lijn één naar de TU Delft, waar hij inmiddels veertig jaar in dienst is.

Afgelopen donderdag was dat reden voor een feestje. Met een korte lezing en een receptie vierde Koster zijn jubileum.


Aat Koster: ,,Vroeger hadden de Nederlanders geen schulden”

Voor de gelegenheid had de secretaris-beheerder van het Bureau, drs. J.M. Bronneman, een kleine enquête gehouden onder de collega’s van Koster. ,,N was groter dan 10 en de respons 100 procent”, meldde Bronneman trots. Uit de enquête kwam Koster naar voren als een pietje precies, die geen onrecht duldt, erg begaan is met de TU en op karakteristieke wijze door de TU-wijk vliegt om ergens op tijd aan te komen.

,,Deze beschrijving klopt wel aardig”, zei een glunderende Koster na de uitreiking van het erespeldje. Dat het wel en wee van de TU Koster aan het hart gaat, blijkt wel uit het feit dat hij na veertig jaar nog steeds niet van plan is zijn handen van de TU af te trekken. Koster zit nog in de u-raadscommissie voor reglementen personeel en organisatie en als vervanger in de onderwijs- en onderzoekscommissie. Daarnaast is hij fractielid van de personeelspartij TU-2000, waar hij onderhand bij het meubilair hoort. Daarvoor heeft hij lange tijd bij het Bureau diploma’s van buitenlandse studenten beoordeeld.

Gedurende tien jaar zag hij mensen langskomen met de meest uiteenlopende diploma’s. Twee- à drieduizend per jaar. ,,Bij mijn voorganger ging het nog om vijf Indonesiërs, maar bij mij werden dat er honderden. Ik werd net zo’n arts. Ze stonden voor me in de rij. Bij sommigen dacht ik: ‘Dat wordt een ramp’. Die hadden in eigen land al geprobeerd een universitaire opleiding te volgen, maar zonder succes. Waarom zou het hier in Nederland dan wel lukken? Maar anderen kregen zelfs vrijstellingen en kwamen me later, na hun promotie, bedanken.”
Duur betaald

Met de instelling van het International Office in 1990 kwam er een eind aan Kosters functie. ,,Toen wilden ze de sociale begeleiding van de buitenlandse studenten samenvoegen met de beoordeling van de diploma’s. Tot dan toe deed een aparte groep mensen de sociale opvang en kon ik puur zakelijk en streng de diploma’s beoordelen. Ik zag een samenvoeging van die twee taken niet zitten. In zo’n organisatie wilde ik niet werken. Dus moest ik weg. Misschien was ik ook wel een te duur betaalde kracht. Ik heb altijd goed betaalde toprangen aan de TU gehad en misschien was dat voor het bekijken van diploma’s ook wel wat overdreven.”

Omdat hij al aardig op leeftijd raakte, werd hem vervroegd pensioen aangeboden. ,,Maar dat heb ik geweigerd. Daar was enben ik nog steeds niet rijp voor. Toen ben ik in overleg gegaan met de TU wat mijn mogelijkheden waren.” Koster vindt dat hij goed uit die onderhandelingen is gekomen. ,,Je kunt wel stellen dat ik een halve gouden handdruk heb gekregen. Ik ben nu deels op wachtgeld en deeltijd in functie van het Bureau.”
Laakkwartier

Koster werd als enigst kind in Rotterdam geboren. ,,Mijn moeder was voor haar tijd erg modern. Voordat ze trouwde met mijn vader heeft ze jarenlang meer dan hij verdiend. Een echte carrièrevrouw. Toen ik een jaar of vier was, verhuisden we naar Den Haag omdat vader geen werk meer had. Mijn grootvader had een boel leegstaande huizen in het Laakkwartier waar mijn vader toen een soort toezichthouder werd.”

Na het gymnasium in Den Haag ging Koster aan de TH Delft studeren. ,,Op het gymnasium vond men dat doodzonde. Waarom ging ik niet naar Leiden? Maar ik heb hun raad niet opgevolgd. Ik vond het toegepaste leuk.” Technische Natuurkunde in Delft dus.

Vijf jaar na aanvang van zijn studie trad Koster in dienst als student-assistent. Een stap die de volgende veertig jaar van zijn leven zou bepalen. ,,Door persoonlijke omstandigheden maakte ik toen een beetje ongeorganiseerde tijd in mijn leven door. Mijn moeder overleed, wat een hele klap voor me was. Ik heb in die tijd veel verschillende dingen gedaan, vooral in het onderwijs, en daar heb ik ook veel van geleerd. Maar het had allemaal veel efficiënter gekund.”

Na zijn afstuderen werd Koster wetenschappelijk medewerker eerste klasse bij prof.dipl.ir J.B. Westerdijk. ,,Dat heette nou eenmaal zo. Ik weet ook niet of er een medewerker tweede klasse bestond.” Een jaar later was hij wetenschappelijk hoofdmedewerker. ,,Er heerste in die tijd een prima sfeer op de faculteit. Later werd dat minder. Er kwam competitie tussen vakgroepen, een logisch gevolg van het afrekenen op output. Sommige vakgroepen werden opgeheven.” Op een gegeven moment was Koster niet meer gelukkig met de situatie en zocht iets nieuws.

Dit keer trad professor Westerdijk op als persoonlijk adviseur. ,,Hij raadde mij aan eens te kijken of ik iets met het begeleiden van buitenlandse studenten kon doen. Op die manier ben ik uiteindelijk in 1980 op het Bureau terecht gekomen.”
VPRO

In zijn vrije tijd besteedt Kosters de meeste tijd aan tv kijken. Eenmaal thuis in Voorburg, waar hij sinds het overlijden van zijn vader woont, wordt een strak programma afgewerkt. Na het lezen van de NRC gaat de tv aan. ,,Het begint met het 18.00 uur-nieuws op Nederland 2, gevolgd door 2 Vandaag, tot 18.45 uur want dan switch ik over naar het nieuws op Duitsland 3. Vervolgens het nieuws op Duitsland twee of BBC, dan het RTL 4 Nieuws en ten slotte het 20.00 uur-journaal op Nederland 1. Ik let op de buitenlandse zenders vooral op het studenten- en onderwijsnieuws. De rest van de avond kijk ik selectief naar documentaires of eigen programma’s van deVPRO of ARD. Die zijn vaak uitstekend.”

Koster is al sinds 1945 lid van de toenmalige V.P.R.O. (Vrijzinnige Protestantse Radio Omroep). ,,Jarenlang hebben wij thuis geen tv gehad en luisterden we naar de radio.” Nu haalt hij de schade in. ,,Eind jaren zeventig, toen de puntjes net tussen VPRO-letters verdwenen waren en de dominees het niet langer voor het zeggen hadden, werd ik ledenraadslid en later voorzitter van deze ledenraad.”

,,Ik heb daar nog wel eens een hele rel meegemaakt”, giechelt Koster. Hij haalt een vergeelde krant uit zijn tas: de Vrij Nederland van 20 september 1980. Het artikel dat hij laat zien, gaat over een totaal uit de hand gelopen vergadering. De punkband de Molesters, die die avond een set mocht afwerken, vond dat ze in de pauze niet genoeg tijd had gekregen voor hun optreden en klom midden in de vergadering de bühne weer op om het repertoire af te maken. Koster, die de vergadering voorzat, wordt in het artikel als beleefd, vormelijk man beschreven, die totaal overrompeld de vergadering voortijdig beëindigde. ,,Professor Doorman, ex-directeur van de VPRO en hoogleraar bij Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen, werkte destijds in hetzelfde gebouw als ik. Hij was ook op die vergadering aanwezig geweest en heeft me toen een tijd lang niet meer aangekeken.”

Koster toont bovenal een grote betrokkenheid met het welzijn van de TU. ,,Ik maak me zorgen. De financiële problemen zijn erger dan we nu in onze onnozelheid kunnen overzien. Door de studenten met zulke krankzinnig hoge schulden op te zadelen, hebben ze zodra ze afgestudeerd zijn niets meer te besteden. En dat zal de economie wel weten. Bovendien verandert het de sfeer. Vroeger hadden de Nederlanders geen schulden.”

Voor Aat Kosters (64) begint de dag met het AD en Radio 1. Daarna pakt hij lijn tien en lijn één naar de TU Delft, waar hij inmiddels veertig jaar in dienst is. Afgelopen donderdag was dat reden voor een feestje. Met een korte lezing en een receptie vierde Koster zijn jubileum.


Aat Koster: ,,Vroeger hadden de Nederlanders geen schulden”

Voor de gelegenheid had de secretaris-beheerder van het Bureau, drs. J.M. Bronneman, een kleine enquête gehouden onder de collega’s van Koster. ,,N was groter dan 10 en de respons 100 procent”, meldde Bronneman trots. Uit de enquête kwam Koster naar voren als een pietje precies, die geen onrecht duldt, erg begaan is met de TU en op karakteristieke wijze door de TU-wijk vliegt om ergens op tijd aan te komen.

,,Deze beschrijving klopt wel aardig”, zei een glunderende Koster na de uitreiking van het erespeldje. Dat het wel en wee van de TU Koster aan het hart gaat, blijkt wel uit het feit dat hij na veertig jaar nog steeds niet van plan is zijn handen van de TU af te trekken. Koster zit nog in de u-raadscommissie voor reglementen personeel en organisatie en als vervanger in de onderwijs- en onderzoekscommissie. Daarnaast is hij fractielid van de personeelspartij TU-2000, waar hij onderhand bij het meubilair hoort. Daarvoor heeft hij lange tijd bij het Bureau diploma’s van buitenlandse studenten beoordeeld.

Gedurende tien jaar zag hij mensen langskomen met de meest uiteenlopende diploma’s. Twee- à drieduizend per jaar. ,,Bij mijn voorganger ging het nog om vijf Indonesiërs, maar bij mij werden dat er honderden. Ik werd net zo’n arts. Ze stonden voor me in de rij. Bij sommigen dacht ik: ‘Dat wordt een ramp’. Die hadden in eigen land al geprobeerd een universitaire opleiding te volgen, maar zonder succes. Waarom zou het hier in Nederland dan wel lukken? Maar anderen kregen zelfs vrijstellingen en kwamen me later, na hun promotie, bedanken.”
Duur betaald

Met de instelling van het International Office in 1990 kwam er een eind aan Kosters functie. ,,Toen wilden ze de sociale begeleiding van de buitenlandse studenten samenvoegen met de beoordeling van de diploma’s. Tot dan toe deed een aparte groep mensen de sociale opvang en kon ik puur zakelijk en streng de diploma’s beoordelen. Ik zag een samenvoeging van die twee taken niet zitten. In zo’n organisatie wilde ik niet werken. Dus moest ik weg. Misschien was ik ook wel een te duur betaalde kracht. Ik heb altijd goed betaalde toprangen aan de TU gehad en misschien was dat voor het bekijken van diploma’s ook wel wat overdreven.”

Omdat hij al aardig op leeftijd raakte, werd hem vervroegd pensioen aangeboden. ,,Maar dat heb ik geweigerd. Daar was enben ik nog steeds niet rijp voor. Toen ben ik in overleg gegaan met de TU wat mijn mogelijkheden waren.” Koster vindt dat hij goed uit die onderhandelingen is gekomen. ,,Je kunt wel stellen dat ik een halve gouden handdruk heb gekregen. Ik ben nu deels op wachtgeld en deeltijd in functie van het Bureau.”
Laakkwartier

Koster werd als enigst kind in Rotterdam geboren. ,,Mijn moeder was voor haar tijd erg modern. Voordat ze trouwde met mijn vader heeft ze jarenlang meer dan hij verdiend. Een echte carrièrevrouw. Toen ik een jaar of vier was, verhuisden we naar Den Haag omdat vader geen werk meer had. Mijn grootvader had een boel leegstaande huizen in het Laakkwartier waar mijn vader toen een soort toezichthouder werd.”

Na het gymnasium in Den Haag ging Koster aan de TH Delft studeren. ,,Op het gymnasium vond men dat doodzonde. Waarom ging ik niet naar Leiden? Maar ik heb hun raad niet opgevolgd. Ik vond het toegepaste leuk.” Technische Natuurkunde in Delft dus.

Vijf jaar na aanvang van zijn studie trad Koster in dienst als student-assistent. Een stap die de volgende veertig jaar van zijn leven zou bepalen. ,,Door persoonlijke omstandigheden maakte ik toen een beetje ongeorganiseerde tijd in mijn leven door. Mijn moeder overleed, wat een hele klap voor me was. Ik heb in die tijd veel verschillende dingen gedaan, vooral in het onderwijs, en daar heb ik ook veel van geleerd. Maar het had allemaal veel efficiënter gekund.”

Na zijn afstuderen werd Koster wetenschappelijk medewerker eerste klasse bij prof.dipl.ir J.B. Westerdijk. ,,Dat heette nou eenmaal zo. Ik weet ook niet of er een medewerker tweede klasse bestond.” Een jaar later was hij wetenschappelijk hoofdmedewerker. ,,Er heerste in die tijd een prima sfeer op de faculteit. Later werd dat minder. Er kwam competitie tussen vakgroepen, een logisch gevolg van het afrekenen op output. Sommige vakgroepen werden opgeheven.” Op een gegeven moment was Koster niet meer gelukkig met de situatie en zocht iets nieuws.

Dit keer trad professor Westerdijk op als persoonlijk adviseur. ,,Hij raadde mij aan eens te kijken of ik iets met het begeleiden van buitenlandse studenten kon doen. Op die manier ben ik uiteindelijk in 1980 op het Bureau terecht gekomen.”
VPRO

In zijn vrije tijd besteedt Kosters de meeste tijd aan tv kijken. Eenmaal thuis in Voorburg, waar hij sinds het overlijden van zijn vader woont, wordt een strak programma afgewerkt. Na het lezen van de NRC gaat de tv aan. ,,Het begint met het 18.00 uur-nieuws op Nederland 2, gevolgd door 2 Vandaag, tot 18.45 uur want dan switch ik over naar het nieuws op Duitsland 3. Vervolgens het nieuws op Duitsland twee of BBC, dan het RTL 4 Nieuws en ten slotte het 20.00 uur-journaal op Nederland 1. Ik let op de buitenlandse zenders vooral op het studenten- en onderwijsnieuws. De rest van de avond kijk ik selectief naar documentaires of eigen programma’s van deVPRO of ARD. Die zijn vaak uitstekend.”

Koster is al sinds 1945 lid van de toenmalige V.P.R.O. (Vrijzinnige Protestantse Radio Omroep). ,,Jarenlang hebben wij thuis geen tv gehad en luisterden we naar de radio.” Nu haalt hij de schade in. ,,Eind jaren zeventig, toen de puntjes net tussen VPRO-letters verdwenen waren en de dominees het niet langer voor het zeggen hadden, werd ik ledenraadslid en later voorzitter van deze ledenraad.”

,,Ik heb daar nog wel eens een hele rel meegemaakt”, giechelt Koster. Hij haalt een vergeelde krant uit zijn tas: de Vrij Nederland van 20 september 1980. Het artikel dat hij laat zien, gaat over een totaal uit de hand gelopen vergadering. De punkband de Molesters, die die avond een set mocht afwerken, vond dat ze in de pauze niet genoeg tijd had gekregen voor hun optreden en klom midden in de vergadering de bühne weer op om het repertoire af te maken. Koster, die de vergadering voorzat, wordt in het artikel als beleefd, vormelijk man beschreven, die totaal overrompeld de vergadering voortijdig beëindigde. ,,Professor Doorman, ex-directeur van de VPRO en hoogleraar bij Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen, werkte destijds in hetzelfde gebouw als ik. Hij was ook op die vergadering aanwezig geweest en heeft me toen een tijd lang niet meer aangekeken.”

Koster toont bovenal een grote betrokkenheid met het welzijn van de TU. ,,Ik maak me zorgen. De financiële problemen zijn erger dan we nu in onze onnozelheid kunnen overzien. Door de studenten met zulke krankzinnig hoge schulden op te zadelen, hebben ze zodra ze afgestudeerd zijn niets meer te besteden. En dat zal de economie wel weten. Bovendien verandert het de sfeer. Vroeger hadden de Nederlanders geen schulden.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.