Hij noemde zichzelf ‘Le peintre du peuple’ oftewel ‘de schilder van het volk’: George Hendrik Breitner (1857-1923). Bekend om zijn impressionistische Amsterdamse stadsgezichten en zijn fotografie.
De overzichtstentoonstelling van zijn werk in het Stedelijk Museum te Amsterdam is wegens overweldigende belangstelling overgeplaatst naar de Rotterdamse Kunsthal.
,,De kunst van Breitner is niet het gevolg van een periode, het is de periode zelf”, schreef R.N. Roland Holst in 1890 naar aanleiding van een expositie bij Arti et Amicitiae in Amsterdam. Hoewel op deze tentoonstelling meer dan tweehonderd werken hingen, wijdde de publicist zijn artikel in De Amsterdammer geheel aan één schilderij: ‘Plein bij avond’.
Het zou een van de eerste schilderijen zijn die Breitner maakte van de hoofdstedelijke Dam. Tegen de wazige achtergrond van de allang verdwenen Koopmansbeurs van Zocher zien we een rijtje paardetrams, klaar om met een vrachtje te vertrekken. Het doek is geschilderd in een smeuïge, donkere toets waarin de kleur bruin allesoverheersend is.
De schilderkunst van Breitner is enigszins te vergelijken met de Franse impressionisten, want ook die waren geobsedeerd door licht, kleur en beweging. Zoals zij het moderne Parijs hebben vastgelegd, zo vereeuwigde Breitner Amsterdam. Maar anders dan het wufte en kleurrijke Parijs van de Franse schilders, is het Amsterdam van Breitner allesbehalve vrolijk. Hij schilderde de stad bij voorkeur tijdens mist, miezerig dooiweer of bij regen en avond.
Amsterdam was aan het eind van de negentiende eeuw volop in beweging. De sporen van de industriële revolutie waren overal zichtbaar in de stad. Ten behoeve van verkeersdoorbraken en de opkomst van bedrijven en kantoren gonsde het van de sloop- en bouwactiviteiten. Op tal van Breitners schilderijen zien we dat terug. Toch is het geen economische dynamiek die hij uitbeeldt, maar veeleer het zware leven van het volk.
De vergelijking dringt zich op met Vincent van Gogh en dat is inderdaad niet ver gezocht, want samen zijn ze er meerdere malen op uitgetrokken om het volksleven in Den Haag vast te leggen. Dat was in de periode nadat Breitner, die bekend stond als een bohémien, in 1880 wegens wangedrag van de Haagse Academie was verwijderd.
Toch was Breitner, die in Rotterdam werd geboren, in die tijd vooral geïnteresseerd in het schilderen van militaire thema’s. Zijn doeken met militairen te paard behoren samen met enkele naakten, zelfportretten, kimonomeisjes en de Amsterdamse stadsgezichten tot het beste wat hij heeft gemaakt.
Een extra dimensie in zijn werk is het gebruik van foto’s. Hij was zelf praktizerend fotograaf en was een van de eersten die foto’s als hulpmiddel toepaste bij het opzetten van schilderijen. De foto’s, waarvan er meerdere op de door Wim Quist vormgegeven expositie zijn te zien, geven door hun snapshot-achtige karakter een prachtig tijdsbeeld.
Die vluchtige, terloopse registratie van de wereld om hem heen zien we ook terug in zijn schilderijen. Soms lijkt het of hij zijn doeken schilderde als een snapshotfotograaf, maar dat is natuurlijk schijn. Hij bereidde ze als een vakman met behulp van schetsen en foto’s grondig voor. Juist daaraan heeft hij de bijzondere plaats te danken die hij inneemt in de Nederlandse kunst van vlak voor de eeuwwisseling.
Mannus van der Laan
De overzichtstentoonstelling van Breitner is nog t/m 23 april te bezichtigen in de Kunsthal.
‘Meisje in rode Kimono’ (Geesje Kwak), foto uit 1893
Hij noemde zichzelf ‘Le peintre du peuple’ oftewel ‘de schilder van het volk’: George Hendrik Breitner (1857-1923). Bekend om zijn impressionistische Amsterdamse stadsgezichten en zijn fotografie. De overzichtstentoonstelling van zijn werk in het Stedelijk Museum te Amsterdam is wegens overweldigende belangstelling overgeplaatst naar de Rotterdamse Kunsthal.
,,De kunst van Breitner is niet het gevolg van een periode, het is de periode zelf”, schreef R.N. Roland Holst in 1890 naar aanleiding van een expositie bij Arti et Amicitiae in Amsterdam. Hoewel op deze tentoonstelling meer dan tweehonderd werken hingen, wijdde de publicist zijn artikel in De Amsterdammer geheel aan één schilderij: ‘Plein bij avond’.
Het zou een van de eerste schilderijen zijn die Breitner maakte van de hoofdstedelijke Dam. Tegen de wazige achtergrond van de allang verdwenen Koopmansbeurs van Zocher zien we een rijtje paardetrams, klaar om met een vrachtje te vertrekken. Het doek is geschilderd in een smeuïge, donkere toets waarin de kleur bruin allesoverheersend is.
De schilderkunst van Breitner is enigszins te vergelijken met de Franse impressionisten, want ook die waren geobsedeerd door licht, kleur en beweging. Zoals zij het moderne Parijs hebben vastgelegd, zo vereeuwigde Breitner Amsterdam. Maar anders dan het wufte en kleurrijke Parijs van de Franse schilders, is het Amsterdam van Breitner allesbehalve vrolijk. Hij schilderde de stad bij voorkeur tijdens mist, miezerig dooiweer of bij regen en avond.
Amsterdam was aan het eind van de negentiende eeuw volop in beweging. De sporen van de industriële revolutie waren overal zichtbaar in de stad. Ten behoeve van verkeersdoorbraken en de opkomst van bedrijven en kantoren gonsde het van de sloop- en bouwactiviteiten. Op tal van Breitners schilderijen zien we dat terug. Toch is het geen economische dynamiek die hij uitbeeldt, maar veeleer het zware leven van het volk.
De vergelijking dringt zich op met Vincent van Gogh en dat is inderdaad niet ver gezocht, want samen zijn ze er meerdere malen op uitgetrokken om het volksleven in Den Haag vast te leggen. Dat was in de periode nadat Breitner, die bekend stond als een bohémien, in 1880 wegens wangedrag van de Haagse Academie was verwijderd.
Toch was Breitner, die in Rotterdam werd geboren, in die tijd vooral geïnteresseerd in het schilderen van militaire thema’s. Zijn doeken met militairen te paard behoren samen met enkele naakten, zelfportretten, kimonomeisjes en de Amsterdamse stadsgezichten tot het beste wat hij heeft gemaakt.
Een extra dimensie in zijn werk is het gebruik van foto’s. Hij was zelf praktizerend fotograaf en was een van de eersten die foto’s als hulpmiddel toepaste bij het opzetten van schilderijen. De foto’s, waarvan er meerdere op de door Wim Quist vormgegeven expositie zijn te zien, geven door hun snapshot-achtige karakter een prachtig tijdsbeeld.
Die vluchtige, terloopse registratie van de wereld om hem heen zien we ook terug in zijn schilderijen. Soms lijkt het of hij zijn doeken schilderde als een snapshotfotograaf, maar dat is natuurlijk schijn. Hij bereidde ze als een vakman met behulp van schetsen en foto’s grondig voor. Juist daaraan heeft hij de bijzondere plaats te danken die hij inneemt in de Nederlandse kunst van vlak voor de eeuwwisseling.
Mannus van der Laan
De overzichtstentoonstelling van Breitner is nog t/m 23 april te bezichtigen in de Kunsthal.
‘Meisje in rode Kimono’ (Geesje Kwak), foto uit 1893

Comments are closed.