Campus

De studenten zitten in het Verre Oosten

Het Verre Oosten kan voor het hoger onderwijs een belangrijke ‘afzetmarkt’ worden. Zowel minister Ritzen als diverse instellingen geloven in werving van een groeiend aantal studenten uit Indonesië, China en de Aziatische ’tijgers’.

Toch dreigen initiatieven op dat gebied gesmoord te worden door onenigheid over de kosten en baten. Ritzen vindt dat universiteiten en hogescholen te snel hun hand ophouden. Maar rector Wakker verwacht wel degelijk support.

,,Zuidoost-Azië is iets dat de instellingen zèlf moeten oppakken.” Zo maakte Ritzens topambtenaar dr. F.J.H. Mertens vorige week op een Nuffic-conferentie over werving van studenten uit het Verre Oosten het beleid nog eens duidelijk. Niet alle sprekers waren het met zijn visie eens. Maar wel was duidelijk dat deze regio, sinds minister Ritzen er in september over begon, veler aandacht heeft als afzetmarkt voor het hoger onderwijs.

Die belangstelling komt niet helemaal uit de lucht vallen. De universiteiten in Delft, Wageningen en Leiden hebben vanouds al contacten met vooral Indonesië (eind deze maand bevinden zich opnieuw twee leden van het Delftse college van bestuur in dat land).

In al die contacten verschoof het accent langzaam van ontwikkelingshulp naar het opleiden van topmensen voor politiek en bedrijfsleven. Bovendien stuurt China sinds tien jaar afgestudeerden met een fellowship naar Nederland, om extra vakkennis op te doen. Maar volgens Ritzen is het tijd de blik te richten op meer landen in de regio met een koopkrachtige vraag naar hoger onderwijs.

Dat Aziatische landen nu al grote ‘kennisimporteurs’ zijn blijkt uit enkele cijfers. Op dit moment studeren alleen al in de VS 260.000 Aziaten; Australië en Engeland hebben er elk 40.000; de TU Delft telt er 225. In de laatste twee landen vormen studenten uit de groei-economieën van Zuidoost-Azië – zoals Hongkong, Indonesië en Maleisië – de meerderheid. Juist deze landen zullen, samen met China, de komende jaren nog veel meer studenten overseas sturen. Hun eigen hoger onderwijs kan de sterk groeiende vraag naar hoog geschoold personeel volstrekt niet aan.
Concurrentie

De concurrentie om de studenten uit het Verre Oosten is hard, en de Angelsaksische landen blijven zeker domineren. Toch zien velen een kans voor het Nederlandse hoger onderwijs om nieuwe afnemers te vinden voor zijn beste opleidingen. Zelfs één procent van deze miljardenmarkt is al de moeite waard, is hun redenering.

Waarom de komst van de Aziatische studenten zo belangrijk is? Die vraag wordt niet door iedereen hetzelfde beantwoord. En dat leidt weer tot onenigheid over verdeling van de kosten. De minister noemt vooral voordelen voor de instellingen: zekunnen hun daling in studentenaantal opvangen en nu per september aanstaande het collegegeld voor niet-Europeanen wordt vrijgegeven, kunnen ze alle kosten doorberekenen. Dus zette topambtenaar Mertens zich op de Nuffic-conferentie af tegen universiteiten en hogescholen die toch om steun van Zoetermeer zeuren. Hij pleitte voor een commerciëlere houding. Het ministerie zelf zal hoogstens wat kleine startsubsidies geven.
Wakker

Intussen snapt prof.ir. K.F. Wakker, rector van de TU Delft, er niets meer van. Hij had begrepen dat Ritzen en zijn collega Wijers het Azië-offensief zo graag wilden omdat dit – via de in Delft opgeleide Aziatische goodwill-ambassadeurs – juist ook de economische banden met deze regio zou helpen verbeteren. Vanuit die visie heeft Delft een reeks projecten ontwikkeld, rekenend op financiële deelname van overheid en bedrijfsleven. En volgens Wakker kan de TU de kosten (van werving en opvang tot nieuwe Engelstalige modules) ook maar ten dele dekken uit het hogere collegegeld. ,,Wij verwachten wel degelijk support”, zei hij in een reactie op Mertens.

De TU staat niet alleen in die verwachting. In het Nuffic-blad Transfer komt de leiding van de pedagogisch- technische hogeschool (PTH) in Eindhoven aan het woord over de verkoop van opleidingen aan Zuidoost-Azië. Hoewel de instelling hierin vrij succesvol is, miste ze onlangs een grote opdracht van Indonesië. De eer ging naar een Australische instelling, die met overheidssteun gunstige financiering kon aanbieden. In Nederland ontbreekt nog zulke samenwerking met de overheid. Komt die er, dan kan alleen al het hbo zo’n honderd miljoen gulden per jaar extra verdienen, verwacht men in Eindhoven. (HOP/A.v.d.P./F.S.)

Het Verre Oosten kan voor het hoger onderwijs een belangrijke ‘afzetmarkt’ worden. Zowel minister Ritzen als diverse instellingen geloven in werving van een groeiend aantal studenten uit Indonesië, China en de Aziatische ’tijgers’. Toch dreigen initiatieven op dat gebied gesmoord te worden door onenigheid over de kosten en baten. Ritzen vindt dat universiteiten en hogescholen te snel hun hand ophouden. Maar rector Wakker verwacht wel degelijk support.

,,Zuidoost-Azië is iets dat de instellingen zèlf moeten oppakken.” Zo maakte Ritzens topambtenaar dr. F.J.H. Mertens vorige week op een Nuffic-conferentie over werving van studenten uit het Verre Oosten het beleid nog eens duidelijk. Niet alle sprekers waren het met zijn visie eens. Maar wel was duidelijk dat deze regio, sinds minister Ritzen er in september over begon, veler aandacht heeft als afzetmarkt voor het hoger onderwijs.

Die belangstelling komt niet helemaal uit de lucht vallen. De universiteiten in Delft, Wageningen en Leiden hebben vanouds al contacten met vooral Indonesië (eind deze maand bevinden zich opnieuw twee leden van het Delftse college van bestuur in dat land).

In al die contacten verschoof het accent langzaam van ontwikkelingshulp naar het opleiden van topmensen voor politiek en bedrijfsleven. Bovendien stuurt China sinds tien jaar afgestudeerden met een fellowship naar Nederland, om extra vakkennis op te doen. Maar volgens Ritzen is het tijd de blik te richten op meer landen in de regio met een koopkrachtige vraag naar hoger onderwijs.

Dat Aziatische landen nu al grote ‘kennisimporteurs’ zijn blijkt uit enkele cijfers. Op dit moment studeren alleen al in de VS 260.000 Aziaten; Australië en Engeland hebben er elk 40.000; de TU Delft telt er 225. In de laatste twee landen vormen studenten uit de groei-economieën van Zuidoost-Azië – zoals Hongkong, Indonesië en Maleisië – de meerderheid. Juist deze landen zullen, samen met China, de komende jaren nog veel meer studenten overseas sturen. Hun eigen hoger onderwijs kan de sterk groeiende vraag naar hoog geschoold personeel volstrekt niet aan.
Concurrentie

De concurrentie om de studenten uit het Verre Oosten is hard, en de Angelsaksische landen blijven zeker domineren. Toch zien velen een kans voor het Nederlandse hoger onderwijs om nieuwe afnemers te vinden voor zijn beste opleidingen. Zelfs één procent van deze miljardenmarkt is al de moeite waard, is hun redenering.

Waarom de komst van de Aziatische studenten zo belangrijk is? Die vraag wordt niet door iedereen hetzelfde beantwoord. En dat leidt weer tot onenigheid over verdeling van de kosten. De minister noemt vooral voordelen voor de instellingen: zekunnen hun daling in studentenaantal opvangen en nu per september aanstaande het collegegeld voor niet-Europeanen wordt vrijgegeven, kunnen ze alle kosten doorberekenen. Dus zette topambtenaar Mertens zich op de Nuffic-conferentie af tegen universiteiten en hogescholen die toch om steun van Zoetermeer zeuren. Hij pleitte voor een commerciëlere houding. Het ministerie zelf zal hoogstens wat kleine startsubsidies geven.
Wakker

Intussen snapt prof.ir. K.F. Wakker, rector van de TU Delft, er niets meer van. Hij had begrepen dat Ritzen en zijn collega Wijers het Azië-offensief zo graag wilden omdat dit – via de in Delft opgeleide Aziatische goodwill-ambassadeurs – juist ook de economische banden met deze regio zou helpen verbeteren. Vanuit die visie heeft Delft een reeks projecten ontwikkeld, rekenend op financiële deelname van overheid en bedrijfsleven. En volgens Wakker kan de TU de kosten (van werving en opvang tot nieuwe Engelstalige modules) ook maar ten dele dekken uit het hogere collegegeld. ,,Wij verwachten wel degelijk support”, zei hij in een reactie op Mertens.

De TU staat niet alleen in die verwachting. In het Nuffic-blad Transfer komt de leiding van de pedagogisch- technische hogeschool (PTH) in Eindhoven aan het woord over de verkoop van opleidingen aan Zuidoost-Azië. Hoewel de instelling hierin vrij succesvol is, miste ze onlangs een grote opdracht van Indonesië. De eer ging naar een Australische instelling, die met overheidssteun gunstige financiering kon aanbieden. In Nederland ontbreekt nog zulke samenwerking met de overheid. Komt die er, dan kan alleen al het hbo zo’n honderd miljoen gulden per jaar extra verdienen, verwacht men in Eindhoven. (HOP/A.v.d.P./F.S.)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.