Campus

Derby van de Lage Landen in de Australische outback

Spionage, klapbanden en crashende tegenstanders. Het is zomaar een greep steekwoorden uit het relaas van Diederik Kinds van het winnende Nuna 4-team. Voor Delta deed hij verslag van de World Solar Challenge in Australië.

Van 25 tot en met 28 oktober raceten 41 zonnewagens drieduizend kilometer door de Outback, van Darwin naar Adelaide.

Week voor de race

Een week voor de race veranderde een hoop optimisme in een gespannen sfeer door allerlei onvoorziene kinderziektes.

Het begon met aanlopende remmen, maar zo ongeveer elk systeem kende moeilijkheden. De grootste sores lag bij het elektrische circuit. Onderdelen van voorgaande Nuna’s die waren geïntegreerd in de nieuwe Nuna leidden tot complicaties. Aanzienlijke stress en frustratie in Darwin: je kunt wel een symptoom bestrijden, maar dat geeft geen garantie voor een betrouwbare auto tijdens de race. Het gaat immers om het aanpakken van de oorzaak. Heel wat nachtelijke uurtjes gingen verloren aan het reproduceren van problemen en het uitproberen van oplossingen.

Maar de moed zakte nooit echt in de schoenen, mede dankzij de hulp van het ingevlogen Nuna 3-team, waarvan de leden door hun ervaring en toewijding met raad en daad hun opvolgers konden bijstaan.

Een zeer positieve kwalificatierun, met een vijfde plek tussen zo’n dertig deelnemers op het Hidden Valley-circuit, bracht een positieve toon binnen het team, alvorens in de laatste nacht te beginnen aan de demontage van het zonnepaneel. Na trillingen en hitte tijdens de vele testkilometers bleek de isolatie van het paneel aan totale vervanging toe. Slechts een paar uurtjes voor de start was dit karwei geklaard, waardoor we dachten, en hoopten, dat Nuna 4 nu echt raceklaar was.
Dag 1

De startprocedure van de World Solar Challenge houdt in dat om de minuut een zonnewagen vertrekt richting het zuiden. Nuna 4 was om vijf minuten over acht aan de beurt. Klokslag acht uur stonden wij Delftenaren gereed om de zonnewagen aan een laatste check te onderwerpen. Maar een mooie zondagmorgen veranderde in een drama, toen bij het opstarten van de elektrische systemen onze motor-controller weer onverhoopt faalde. In een bliksemoperatie verwisselden onze elektrojongens deze controller, maar helaas besloot de raceorganisatie onze auto pas om half negen vrij te geven. Achtentwintig auto’s tussen ons en de kop van de race, en drieduizend km te gaan: voor ons een wat ongewone situatie, maar wel een geweldige uitdaging.

Een zonnewagen rijdt nooit alleen. Voor de Nuna uit rijdt de Scout, die fungeert als een soort early-warning system. De teamleden in deze auto waarschuwen voor obstakels en houden het verkeer in de gaten. Achterop rijdt Mission Control, waarin de teamleider achter het stuur het achteropkomend verkeer in de gaten houdt.

Deze drie auto’s vormen in wezen één geheel bij het inhalen: de Scout kijkt uit of inhalen mogelijk is, Mission Control geeft uiteindelijk toestemming om de inhaalactie in te zetten. We communiceren waar mogelijk ook voortdurend met degenen die we inhaalden; vrachtwagens kunnen eventueel meer ruimte maken en concurrenten kunnen hun konvooi indikken zodat het inhalen vergemakkelijkt wordt.

Op deze manier sneden we door het hele veld heen, waarbij we soms twee teams in een keer konden verschalken. Spannend was het wel, maar niet efficiënt, want uiteraard verloor Nuna 4 kostbare minuten met het wachten op goede inhaalmomenten.

Aan het einde van de dag, vlakbij het kleine plaatsje Elliot, stonden Nederland en België elf minuten uit elkaar, met het voordeel voor de zuiderburen. Tot onze grote verrassing hoorden we dat onze grootste concurrent, Michigan, niet eens Darwin uit had kunnen rijden: zij was tijdens haar konvooioperaties op haar eigen Scout-auto gebotst. Het Australische Aurora kon het op het einde van de dag niet meer bijhouden. Raar maar waar, de World Solar Challenge 2007 leek uit te draaien op een derby van de Lage Landen in de outback.
Dag 2

De Challenge kende dit jaar een nieuw item: een rustdag in Alice Springs. Eigenlijk een initiatief vanuit PR-oogpunt, om alle auto’s halverwege nog een keer bij elkaar te brengen, maar vanuit strategisch oogpunt betekent dit dat teams hun batterij helemaal leeg kunnen rijden mits ze Alice Springs kunnen halen. Daar is dan immers tijdens de rustdag genoeg gelegenheid om via het paneel de batterij volledig op te laden voor het vervolg van de race.

Het doel was dus duidelijk: proberen Alice Springs te halen voor het einde van de dag, ongeveer 770 kilometer verderop. Deze enorme afstand betekende voor de Nuna-strategen dat ze zeer kritisch moesten omspringen met beschikbare weersinformatie en de batterij-inhoud gedurende de dag. En met de Belgen zo vlak voor ons, stuurden we ook een spionnenauto met de Umicar Infinity mee, om in de gaten te houden welke snelheden zij reden.

Bij het binnenrijden van de Tennant Creek Control Stop tegen twaalf uur ’s middags, brak bij onze Belgische concurrent het stuursysteem af. Op dat moment bedroeg het verschil tussen de Umicar en Nuna 4 maar liefst twintig minuten, maar met de noodzakelijke reparaties aan de Umicar zouden we de Control Stop als eerste verlaten. Omdat de Belgen niet beschikten over een boormachine, hebben we ter plekke eentje aan hen uitgeleend.

Later die middag kregen we van onze spionnen bericht dat de Belgen ons nauw op de hielen zaten. Het verschil bedroeg rond half vier nog slechts twee minuten, wat bij het Nuon Solar Team toch even het zweet in de handen deed staan. Een inhaalactie stond op touw, totdat het verlossende bericht van onze spionnenwagen binnenkwam dat de Belgen aanzienlijk vertraagden, tot wel twintig kilometer per uur. Ze hadden, doordat ze ons probeerden bij te houden, problemen opgelopen met hun batterijen en staakten de strijd.

De wolkenopbouw kwam iets sneller dan verwacht en rond vijf uur ’s middags vonden we een kampeerplek op twaalf kilometer van Alice Springs, met nét genoeg in de batterijen om de volgende ochtend het stadje zelf binnen te kunnen rijden. Een uitstekend gevoel, wetende dat de Belgen en Aurora op minimaal zestig kilometer achter ons stonden, onder een dik wolkendek met geen enkele mogelijkheid om hun batterijen fatsoenlijk te laden.
Dag 3

Om kwart over acht in de ochtend rolden we in alle kalmte Alice Springs binnen, bijna anderhalf uur later gevolgd door concurrent Umicar. Rond het middaguur brak de zon door, waarbij onze batterijen binnen de korste keren tjokvol raakten. Omdat de Nuna 4 verder prima functioneerde, hebben we de rest van de dag lekker uitgerust in een ter plekke aangeschaft opblaasbaar zwembadje.
Dag 4

Een aantal hoogwaardigheidsbekleders en lokale nieuwsgierigen begeleidden Nuna 4 bij de start vanuit Alice Springs. Vijfhonderddertig kilometer scheidden The Red Center en Cadney Homestead, de volgende Control Stop, en daarmee was deze rit de langste die een coureur moest kunnen verdragen. Tijdens het cruisen over de lange rechte stukken gebeurde er gewoon vreselijk weinig, en dan is het wakker houden van de coureur de grootste uitdaging.

Bij het mijnstadje Coober Pedy veranderde het weersbeeld aanzienlijk. Coober ligt op een hoogvlakte: links en rechts kun je echt kilometers ver kijken zonder dat je iets ziet. Nauwelijks begroeiing, geen bomen, geen bergen: niets. En dit geeft vrij spel aan de wind, die met zeven meter per seconde tegen de lichte zonnewagen aan beukte. Dit zijn wel condities waar Nuna voor ontworpen is. Dankzij de plaatsing en vormgeving van de wielkappen kan de zonnewagen gebruikmaken van een zogenaamd zeileffect: de wielkappen zuigen de auto vooruit, en zorgen zo voor een aanzienlijke verbruiksvermindering. Maar, door de wind helde de zonnewagen ook opzij, waardoor de linkervoorwielophanging vrijwel continu ingeveerd was. Dit in combinatie met het tegensturen in de wind, waarbij de linkerband dus overmatig over het asfalt schuurde, leverde maar liefst vier lekke banden op in de laatste twee race-uren van de dag. Operationeel is het Nuon Solar Team daar ook op voorbereid: de tijd van signaleren van een lekke band tot wegrijden met een gloednieuwe band vergt twee minuten en vijftig seconden, en vergeleken met de rest van het veld is dit het snelst.
Dag 5

De finish in Adelaide lonkte, maar we moesten er nog wel ons best voor doen. Met prachtig weer en volle zon voor de boeg, een half oog op de Belgen, die nog steeds anderhalf uur achter lagen, en in het achterhoofd dat we Adelaide wel eens binnen konden rijden tijdens het spitsuur met alle vertraging van dien, gingen we die ochtend van start.

Alles verliep vloeiend, en geheel in traditie bereikte Nuna 4 ’s middags snelheden van 110 kilometer per uur (de maximum snelheid in Zuid-Australië). Hierdoor konden de auto’s met de Officials ons eigenlijk niet inhalen zonder de snelheidslimiet te breken. Om die reden waren nou juist een jaar eerder nieuwe regels opgesteld. De zonnewagens moesten langzamer gemaakt worden, onder meer door een andere zithouding en een kleiner zonnepaneel. Sorry organisatie!

Met nog vijf minuten op de klok, en vergezeld door verschillende camerateams en helikopters, bereikten we de tijdsfinish.

Uitzinnig van blijdschap stortten we ons de volgende ochtend in de fontein in het centrum van Adelaide: vier keer overwinnen in de Solar Challenge is niet niks, maar het is ook zo dat de concurrentie dit jaar beter dan ooit aan de startlijn verscheen. De Belgen waren zeker in het begin bijzonder sterk, Aurora had een prachtige auto, maar niet zo’n goed zonnepaneel, en het is erg jammer dat Michigan crashte, want zij hadden ook hoge ogen kunnen gooien.

Wij Delftenaren bevinden ons in een mooie positie: we zijn kampioen, hebben goed kunnen kijken naar de competitie en weten ook zelf . na alle sores in de testperiode . wat er beter kan. Laat maar komen, die Nuna 5!

(Foto’s: Nuna4 Solar Team)

Week voor de race

Een week voor de race veranderde een hoop optimisme in een gespannen sfeer door allerlei onvoorziene kinderziektes.

Het begon met aanlopende remmen, maar zo ongeveer elk systeem kende moeilijkheden. De grootste sores lag bij het elektrische circuit. Onderdelen van voorgaande Nuna’s die waren geïntegreerd in de nieuwe Nuna leidden tot complicaties. Aanzienlijke stress en frustratie in Darwin: je kunt wel een symptoom bestrijden, maar dat geeft geen garantie voor een betrouwbare auto tijdens de race. Het gaat immers om het aanpakken van de oorzaak. Heel wat nachtelijke uurtjes gingen verloren aan het reproduceren van problemen en het uitproberen van oplossingen.

Maar de moed zakte nooit echt in de schoenen, mede dankzij de hulp van het ingevlogen Nuna 3-team, waarvan de leden door hun ervaring en toewijding met raad en daad hun opvolgers konden bijstaan.

Een zeer positieve kwalificatierun, met een vijfde plek tussen zo’n dertig deelnemers op het Hidden Valley-circuit, bracht een positieve toon binnen het team, alvorens in de laatste nacht te beginnen aan de demontage van het zonnepaneel. Na trillingen en hitte tijdens de vele testkilometers bleek de isolatie van het paneel aan totale vervanging toe. Slechts een paar uurtjes voor de start was dit karwei geklaard, waardoor we dachten, en hoopten, dat Nuna 4 nu echt raceklaar was.
Dag 1

De startprocedure van de World Solar Challenge houdt in dat om de minuut een zonnewagen vertrekt richting het zuiden. Nuna 4 was om vijf minuten over acht aan de beurt. Klokslag acht uur stonden wij Delftenaren gereed om de zonnewagen aan een laatste check te onderwerpen. Maar een mooie zondagmorgen veranderde in een drama, toen bij het opstarten van de elektrische systemen onze motor-controller weer onverhoopt faalde. In een bliksemoperatie verwisselden onze elektrojongens deze controller, maar helaas besloot de raceorganisatie onze auto pas om half negen vrij te geven. Achtentwintig auto’s tussen ons en de kop van de race, en drieduizend km te gaan: voor ons een wat ongewone situatie, maar wel een geweldige uitdaging.

Een zonnewagen rijdt nooit alleen. Voor de Nuna uit rijdt de Scout, die fungeert als een soort early-warning system. De teamleden in deze auto waarschuwen voor obstakels en houden het verkeer in de gaten. Achterop rijdt Mission Control, waarin de teamleider achter het stuur het achteropkomend verkeer in de gaten houdt.

Deze drie auto’s vormen in wezen één geheel bij het inhalen: de Scout kijkt uit of inhalen mogelijk is, Mission Control geeft uiteindelijk toestemming om de inhaalactie in te zetten. We communiceren waar mogelijk ook voortdurend met degenen die we inhaalden; vrachtwagens kunnen eventueel meer ruimte maken en concurrenten kunnen hun konvooi indikken zodat het inhalen vergemakkelijkt wordt.

Op deze manier sneden we door het hele veld heen, waarbij we soms twee teams in een keer konden verschalken. Spannend was het wel, maar niet efficiënt, want uiteraard verloor Nuna 4 kostbare minuten met het wachten op goede inhaalmomenten.

Aan het einde van de dag, vlakbij het kleine plaatsje Elliot, stonden Nederland en België elf minuten uit elkaar, met het voordeel voor de zuiderburen. Tot onze grote verrassing hoorden we dat onze grootste concurrent, Michigan, niet eens Darwin uit had kunnen rijden: zij was tijdens haar konvooioperaties op haar eigen Scout-auto gebotst. Het Australische Aurora kon het op het einde van de dag niet meer bijhouden. Raar maar waar, de World Solar Challenge 2007 leek uit te draaien op een derby van de Lage Landen in de outback.
Dag 2

De Challenge kende dit jaar een nieuw item: een rustdag in Alice Springs. Eigenlijk een initiatief vanuit PR-oogpunt, om alle auto’s halverwege nog een keer bij elkaar te brengen, maar vanuit strategisch oogpunt betekent dit dat teams hun batterij helemaal leeg kunnen rijden mits ze Alice Springs kunnen halen. Daar is dan immers tijdens de rustdag genoeg gelegenheid om via het paneel de batterij volledig op te laden voor het vervolg van de race.

Het doel was dus duidelijk: proberen Alice Springs te halen voor het einde van de dag, ongeveer 770 kilometer verderop. Deze enorme afstand betekende voor de Nuna-strategen dat ze zeer kritisch moesten omspringen met beschikbare weersinformatie en de batterij-inhoud gedurende de dag. En met de Belgen zo vlak voor ons, stuurden we ook een spionnenauto met de Umicar Infinity mee, om in de gaten te houden welke snelheden zij reden.

Bij het binnenrijden van de Tennant Creek Control Stop tegen twaalf uur ’s middags, brak bij onze Belgische concurrent het stuursysteem af. Op dat moment bedroeg het verschil tussen de Umicar en Nuna 4 maar liefst twintig minuten, maar met de noodzakelijke reparaties aan de Umicar zouden we de Control Stop als eerste verlaten. Omdat de Belgen niet beschikten over een boormachine, hebben we ter plekke eentje aan hen uitgeleend.

Later die middag kregen we van onze spionnen bericht dat de Belgen ons nauw op de hielen zaten. Het verschil bedroeg rond half vier nog slechts twee minuten, wat bij het Nuon Solar Team toch even het zweet in de handen deed staan. Een inhaalactie stond op touw, totdat het verlossende bericht van onze spionnenwagen binnenkwam dat de Belgen aanzienlijk vertraagden, tot wel twintig kilometer per uur. Ze hadden, doordat ze ons probeerden bij te houden, problemen opgelopen met hun batterijen en staakten de strijd.

De wolkenopbouw kwam iets sneller dan verwacht en rond vijf uur ’s middags vonden we een kampeerplek op twaalf kilometer van Alice Springs, met nét genoeg in de batterijen om de volgende ochtend het stadje zelf binnen te kunnen rijden. Een uitstekend gevoel, wetende dat de Belgen en Aurora op minimaal zestig kilometer achter ons stonden, onder een dik wolkendek met geen enkele mogelijkheid om hun batterijen fatsoenlijk te laden.
Dag 3

Om kwart over acht in de ochtend rolden we in alle kalmte Alice Springs binnen, bijna anderhalf uur later gevolgd door concurrent Umicar. Rond het middaguur brak de zon door, waarbij onze batterijen binnen de korste keren tjokvol raakten. Omdat de Nuna 4 verder prima functioneerde, hebben we de rest van de dag lekker uitgerust in een ter plekke aangeschaft opblaasbaar zwembadje.
Dag 4

Een aantal hoogwaardigheidsbekleders en lokale nieuwsgierigen begeleidden Nuna 4 bij de start vanuit Alice Springs. Vijfhonderddertig kilometer scheidden The Red Center en Cadney Homestead, de volgende Control Stop, en daarmee was deze rit de langste die een coureur moest kunnen verdragen. Tijdens het cruisen over de lange rechte stukken gebeurde er gewoon vreselijk weinig, en dan is het wakker houden van de coureur de grootste uitdaging.

Bij het mijnstadje Coober Pedy veranderde het weersbeeld aanzienlijk. Coober ligt op een hoogvlakte: links en rechts kun je echt kilometers ver kijken zonder dat je iets ziet. Nauwelijks begroeiing, geen bomen, geen bergen: niets. En dit geeft vrij spel aan de wind, die met zeven meter per seconde tegen de lichte zonnewagen aan beukte. Dit zijn wel condities waar Nuna voor ontworpen is. Dankzij de plaatsing en vormgeving van de wielkappen kan de zonnewagen gebruikmaken van een zogenaamd zeileffect: de wielkappen zuigen de auto vooruit, en zorgen zo voor een aanzienlijke verbruiksvermindering. Maar, door de wind helde de zonnewagen ook opzij, waardoor de linkervoorwielophanging vrijwel continu ingeveerd was. Dit in combinatie met het tegensturen in de wind, waarbij de linkerband dus overmatig over het asfalt schuurde, leverde maar liefst vier lekke banden op in de laatste twee race-uren van de dag. Operationeel is het Nuon Solar Team daar ook op voorbereid: de tijd van signaleren van een lekke band tot wegrijden met een gloednieuwe band vergt twee minuten en vijftig seconden, en vergeleken met de rest van het veld is dit het snelst.
Dag 5

De finish in Adelaide lonkte, maar we moesten er nog wel ons best voor doen. Met prachtig weer en volle zon voor de boeg, een half oog op de Belgen, die nog steeds anderhalf uur achter lagen, en in het achterhoofd dat we Adelaide wel eens binnen konden rijden tijdens het spitsuur met alle vertraging van dien, gingen we die ochtend van start.

Alles verliep vloeiend, en geheel in traditie bereikte Nuna 4 ’s middags snelheden van 110 kilometer per uur (de maximum snelheid in Zuid-Australië). Hierdoor konden de auto’s met de Officials ons eigenlijk niet inhalen zonder de snelheidslimiet te breken. Om die reden waren nou juist een jaar eerder nieuwe regels opgesteld. De zonnewagens moesten langzamer gemaakt worden, onder meer door een andere zithouding en een kleiner zonnepaneel. Sorry organisatie!

Met nog vijf minuten op de klok, en vergezeld door verschillende camerateams en helikopters, bereikten we de tijdsfinish.

Uitzinnig van blijdschap stortten we ons de volgende ochtend in de fontein in het centrum van Adelaide: vier keer overwinnen in de Solar Challenge is niet niks, maar het is ook zo dat de concurrentie dit jaar beter dan ooit aan de startlijn verscheen. De Belgen waren zeker in het begin bijzonder sterk, Aurora had een prachtige auto, maar niet zo’n goed zonnepaneel, en het is erg jammer dat Michigan crashte, want zij hadden ook hoge ogen kunnen gooien.

Wij Delftenaren bevinden ons in een mooie positie: we zijn kampioen, hebben goed kunnen kijken naar de competitie en weten ook zelf . na alle sores in de testperiode . wat er beter kan. Laat maar komen, die Nuna 5!

(Foto’s: Nuna4 Solar Team)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.