Afgesloten snelwegen zorgden vorige week voor tumult rond zeer open asfalt beton (zoab). Het zou niet vorstbestendig zijn.
Dr.ir. Rien Huurman van de sectie weg- en railbouwkunde (Civiele Techniek en Geowetenschappen) vindt de opwinding overdreven.
Hij werd afgelopen week gebeld door televisie en kranten met de suggestie dat zoab maar vervangen moest worden door beton en dat het feit dat Noorwegen geen zoab heeft, een aanwijzing is voor de ongeschiktheid ervan voor vorst. Onzin, zegt Huurman desgevraagd. “Op een lengte van zevenduizend kilometer snelweg zijn er vorige week op de A27 en de A6 totaal enkele kilometers beschadigd geraakt. Dat is minder dan een promille.” Dat Noorwegen geen zoab gebruikt, heeft niets met vorst te maken, wel met kosten. Zoab wordt eigenlijk alleen in Japan en Nederland toegepast, vertelt Huurman, om reden van geluidsvermindering. Dat maakt dichtbevolkte gebieden een stuk beter leefbaar. Bijkomend voordeel is de grotere verkeersveiligheid, doordat regenwater snel wegstroomt en er geen splash and spray ontstaat na een regenbui. Daar staan hogere kosten tegenover, niet vanwege de aanleg, maar doordat de levensduur van zoab korter is dan van dicht asfalt. In Japan wordt daarom zoab preventief na zeven jaar vervangen. In Nederland gebeurt dat vaksgewijs naar aanleiding van inspecties.
“Wat nu gebeurt, is dat op een paar plekken de veroudering onverwacht snel is doorgezet, waardoor er gaten begonnen te vallen. Dat is het echte nieuws”, aldus Huurman.
“Je moet je zoab voorstellen als een driedimensionale ketting van steentjes van ongeveer een centimeter groot, die aan elkaar geplakte zitten met taaie teer”, vertelt Huurman. In de loop van de tijd verdwijnen er steentjes uit het vier tot vijf centimeter dikke wegoppervlak. Dat losraken is een gevolg van verkeersbelasting en weersinvloeden. Elke keer dat er een autoband overheen raast, wordt het netwerk van steentjes belast. Op den duur levert dat vermoeidheidsverschijnselen op in de plakbruggen tussen de steentjes. Daarnaast hebben weer en wind relatief meer invloed op zoab dan op een gesloten wegdek, vanwege het open karakter. Volgens Huurman tast dat de plaklaag op twee manieren aan: door veroudering en door inwerking van vocht. Tot zover de normale veroudering.
Maar hoe zijn dan opeens de gaten gevallen? Huurman wijst erop dat de gaten in verouderde wegvlakken zijn gevallen, en hij vermoedt daarom ‘een versneld overlijden’. Normaal gesproken was vervanging pas op termijn nodig geweest. Huurman denkt dat vooral de vorst/dooi-cycli noodlottig zijn geweest. Als gevolg van normale slijtage bevatte het plakmateriaal al scheurtjes. Door opvriezen zijn die herhaaldelijk opgerekt. Bovendien was het plakmateriaal door de kou extra bros. Die wisselwerking zou de plotselinge versnelling in slijtage kunnen verklaren. Zeker is dat niet. Wat dat betreft wacht Huurman op de onderzoeksresultaten van Rijkswaterstaat. Want dat er onderzoek naar komt staat voor hem wel vast: “Dit krijgt een staartje.”

Comments are closed.