Een machine maken waarmee we lekker kunnen kletsen. Dat is een van de ultieme doelen van kunstmatige intelligentie, meldde de BBC deze week.
Intussen hebben we bijna allemaal zo’n kletscomputer in onze zak zitten. Of beter gezegd: in onze smartphone. Zo kunnen iPhone-bezitters al aan Siri vragen stellen, zoals: heb ik een paraplu nodig? Daar geeft de persoonlijke assistent keurig netjes antwoord op: nee, ik denk niet dat het op dit moment regent. Zelfs op de vraag wat de zin van het leven is, dient je slimme vriendje je van repliek: daar zijn dikke boeken over volgeschreven. Toch loopt de communicatie tussen mens en machine niet altijd even prettig. Je hulpje smijt vaak gewoon een aantal links in je gezicht, met de mededeling: dit heb ik voor je op het web gevonden.
Wat moeten we doen om onze kletscomputers nog slimmer te maken? “Het grote probleem is dat onze digitale vriendjes nog helemaal geen common sense hebben”, zegt Catholijn Jonker, hoogleraar interactieve intelligentie aan de telefoon. “Veel vragen moeten ze in een bepaalde context kunnen beantwoorden. En ze moeten door kunnen vragen hoe je je vraag precies bedoelt. Dat vraagt om veel inzichten in de wereld en de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Die kennis mist een chatbot.”
We verwachten van zo’n digitale butler dat ze minstens net zo goed met ons communiceren als iemand van pakweg twintig jaar oud. “Een mens doet er jaren over om zo te redeneren en de benodigde kennis op te slaan. Die tijd heb je nodig om het fantastisch mooie en complexe neuronale netwerk dat we ons brein noemen te trainen. Al die kennis moet je dus ook in een machine kunnen zetten. Daar zijn we nog niet aan toe”, zegt Jonker, die in haar onderzoek antwoord probeert te geven op de vraag wat voor intelligentie je nodig hebt om interacties en relaties met mensen op te bouwen en over langere tijd te onderhouden.
Want willen we het liefst een kletscomputer die niet van een mens te onderscheiden is, eentje die de Turingtest met vlag en wimpel haalt – de beroemde test die Alain Turing ontwierp waarbij je er achter moet komen of je met een mens of een computer converseert? Of nemen we genoegen met een slim systeem die je gewoon snel een antwoord geeft op een vraag hoe hoog de hoogste berg ter wereld is? Dat eerste is bestaat in ieder geval nog niet. Maar de tweede bestaat eigenlijk al: Watson is een machine die gemaakt wordt bij IBM. Niet alleen beantwoordt deze slimme schat een in spreektaal gestelde vraag zeer goed, ook herkent hij ironie en raadsels. Volgens Jonker zijn we al zeer goed geholpen als
Watson op onze smartphone zou passen. Hoe lang dat nog duurt? “Als het via de cloud wordt aangeboden, zou het wel eens snel realiteit kunnen zijn.”

Comments are closed.