Onderwijs

Geen strijdpunten in studentenstatuut

Efficiënt en kundig, vindt decaan mr. B. Jonkers de studentenraad. ,,Met plezier heb ik met een vertegenwoordiging van hen samengewerkt aan de herziening van het studentenstatuut.”

Efficiënt en kundig, vindt decaan mr. B. Jonkers de studentenraad. ,,Met plezier heb ik met een vertegenwoordiging van hen samengewerkt aan de herziening van het studentenstatuut.”

Ieder voorjaar wordt het studentenstatuut tegen het licht gehouden. Doel is te bekijken of het statuut aanpassing vereist. De achtergrond van deze wijzigingen is wisselend. Het kan zijn dat de TU de regels wil aanpassen. De opdracht tot herzieningen kan echter ook uit ‘Zoetermeer’ komen ofwel van de minister.

Het traject voor aanpassing van het statuut is als volgt. Ambtenaren bereiden de veranderingen voor. De nieuwe regelgeving komt vervolgens in de commissie ‘Studentenstatuut’. Hierin hebben, naast medewerkers van de TU, eveneens vertegenwoordigers van de studentenraad zitting. De studentenraad heeft instemmingsrecht, en op 25 juni is ingestemd met het herziene studentenstatuut.

Studentendecaan mr. B. Jonkers was lid van de commissie Studentenstatuut. Terugkijkend op het overleg concludeert zij dat het uitermate prettig werken was in de commissie en zeker met de studenten. Een voordeel was dat de samenwerking dit jaar niet onder druk stond. De vereiste wijzigingen waren volgens Jonkers geen van allen aan te merken als ‘strijdpunten’.

Tevreden is zij met de regeling voor extra studiefinanciering voor de studenten die in 1994 gestart zijn met hun studie. Vanaf 1 september 1998 komen zij gedurende een half jaar in aanmerking voor een extra uitkering uit het techniekfonds. Hierdoor hebben deze studenten voortaan hun hele zesde studiejaar volledige aanvullende financiering. (Overigens geldt deze regeling niet voor de studenten van Technische Bestuurskunde).

Jonkers: ,,De lichting ’94 was de eerste die een curriculum van vijf jaar kreeg, echter zonder de bijbehorende uitbreiding van het recht op studiefinanciering. De TU heeft voor dat extra jaar – dat alleen de technische studies hebben – een financiële regeling getroffen via het techniekfonds. Deze regeling is nu opgenomen in het studentenstatuut zodat studenten daar rechten aan kunnen ontlenen.”
Praktijkgericht

Maar er is het afgelopen jaar nog meer gebeurd. Allereerst is de Koppelingswet doorgevoerd. Dat betekent: een student kan alleen ingeschreven worden als hij of zij de Nederlandse nationaliteit heeft of een officiële verblijfsvergunning. ,,Dit is een opdracht van de overheid. Het is een wet die de TU verplicht is uit te voeren. Als instelling moeten wij voortaan controleren of mensen de juiste papieren hebben.”

De tweede aanpassing van het studentenstatuut vindt Jonkers een gunstige ontwikkeling. Voortaan is het mogelijk een duale leerweg in te stellen. Dit betekent dat werkzaamheden van een student, aan een gezamenlijk project van een bedrijf en de TU,geen consequentie meer hebben voor zijn of haar studieduur. Een student die bijvoorbeeld drie maanden werkt, kan de studiefinanciering drie maanden stopzetten. ,,Voorwaarde is dat het werk plaatsvindt in het kader van de opleiding van de student.”

De derde wijziging heeft betrekking op de invoering van een kandidaatstitel. Vanaf 1 september 1998 is het wettelijke mogelijk om een studie na drie jaar oftewel met 126 studiepunten af te ronden met een kandidaatstitel. Instellingen moeten zelf beslissen of zij een dergelijk kandidaats willen uitvoeren. De TU heeft daar nog geen beslissing over genomen.

De wijzigingen leverden geen grote meningsverschillen op in de commissie. Niettemin wordt van de leden deskundigheid verwacht voor het voeren van een steekhoudende discussie. ,,De vertegenwoordigers van de studentenraad hebben zich ingezet om zich de benodigde kennis en kunde eigen te maken. Om die reden verliep de samenwerking erg prettig. De studenten kenden hun stukken, hielden zich aan afspraken en kwamen met verfrissende praktijkvoorbeelden. Als jurist kan je weleens bedrijfsblind worden, maar studenten wijzen je daar continu op.”

Efficiënt en kundig, vindt decaan mr. B. Jonkers de studentenraad. ,,Met plezier heb ik met een vertegenwoordiging van hen samengewerkt aan de herziening van het studentenstatuut.”

Ieder voorjaar wordt het studentenstatuut tegen het licht gehouden. Doel is te bekijken of het statuut aanpassing vereist. De achtergrond van deze wijzigingen is wisselend. Het kan zijn dat de TU de regels wil aanpassen. De opdracht tot herzieningen kan echter ook uit ‘Zoetermeer’ komen ofwel van de minister.

Het traject voor aanpassing van het statuut is als volgt. Ambtenaren bereiden de veranderingen voor. De nieuwe regelgeving komt vervolgens in de commissie ‘Studentenstatuut’. Hierin hebben, naast medewerkers van de TU, eveneens vertegenwoordigers van de studentenraad zitting. De studentenraad heeft instemmingsrecht, en op 25 juni is ingestemd met het herziene studentenstatuut.

Studentendecaan mr. B. Jonkers was lid van de commissie Studentenstatuut. Terugkijkend op het overleg concludeert zij dat het uitermate prettig werken was in de commissie en zeker met de studenten. Een voordeel was dat de samenwerking dit jaar niet onder druk stond. De vereiste wijzigingen waren volgens Jonkers geen van allen aan te merken als ‘strijdpunten’.

Tevreden is zij met de regeling voor extra studiefinanciering voor de studenten die in 1994 gestart zijn met hun studie. Vanaf 1 september 1998 komen zij gedurende een half jaar in aanmerking voor een extra uitkering uit het techniekfonds. Hierdoor hebben deze studenten voortaan hun hele zesde studiejaar volledige aanvullende financiering. (Overigens geldt deze regeling niet voor de studenten van Technische Bestuurskunde).

Jonkers: ,,De lichting ’94 was de eerste die een curriculum van vijf jaar kreeg, echter zonder de bijbehorende uitbreiding van het recht op studiefinanciering. De TU heeft voor dat extra jaar – dat alleen de technische studies hebben – een financiële regeling getroffen via het techniekfonds. Deze regeling is nu opgenomen in het studentenstatuut zodat studenten daar rechten aan kunnen ontlenen.”
Praktijkgericht

Maar er is het afgelopen jaar nog meer gebeurd. Allereerst is de Koppelingswet doorgevoerd. Dat betekent: een student kan alleen ingeschreven worden als hij of zij de Nederlandse nationaliteit heeft of een officiële verblijfsvergunning. ,,Dit is een opdracht van de overheid. Het is een wet die de TU verplicht is uit te voeren. Als instelling moeten wij voortaan controleren of mensen de juiste papieren hebben.”

De tweede aanpassing van het studentenstatuut vindt Jonkers een gunstige ontwikkeling. Voortaan is het mogelijk een duale leerweg in te stellen. Dit betekent dat werkzaamheden van een student, aan een gezamenlijk project van een bedrijf en de TU,geen consequentie meer hebben voor zijn of haar studieduur. Een student die bijvoorbeeld drie maanden werkt, kan de studiefinanciering drie maanden stopzetten. ,,Voorwaarde is dat het werk plaatsvindt in het kader van de opleiding van de student.”

De derde wijziging heeft betrekking op de invoering van een kandidaatstitel. Vanaf 1 september 1998 is het wettelijke mogelijk om een studie na drie jaar oftewel met 126 studiepunten af te ronden met een kandidaatstitel. Instellingen moeten zelf beslissen of zij een dergelijk kandidaats willen uitvoeren. De TU heeft daar nog geen beslissing over genomen.

De wijzigingen leverden geen grote meningsverschillen op in de commissie. Niettemin wordt van de leden deskundigheid verwacht voor het voeren van een steekhoudende discussie. ,,De vertegenwoordigers van de studentenraad hebben zich ingezet om zich de benodigde kennis en kunde eigen te maken. Om die reden verliep de samenwerking erg prettig. De studenten kenden hun stukken, hielden zich aan afspraken en kwamen met verfrissende praktijkvoorbeelden. Als jurist kan je weleens bedrijfsblind worden, maar studenten wijzen je daar continu op.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.